Photographed on the Mediterranean beach . Tel Aviv. Israel Beeld Getty Images
Photographed on the Mediterranean beach . Tel Aviv. IsraelBeeld Getty Images

PREMIUM

Anny (63): “Mijn baas vroeg of ik kwam werken, terwijl hij wist dat mijn man die ochtend was overleden”

Totaal onverwacht overleed Bas, de man van Anny (63). Haar baas, die daarvan op de hoogte was, vroeg of ze die middag wel gewoon kwam werken. “De klap kwam pas zeven jaar later.”

Hanneke MijnsterGetty Images

“Bas was mijn tweede man, en mijn grote liefde. Samen voedden we vijf kinderen op en runden we een bedrijf. Toen we daar even wat tegenslag mee hadden, werden we allebei krantenbezorger. Iedere dag stonden Bas en ik om 04.00 uur op om aan het werk te gaan.

Voorgevoel

We hadden na jaren sappelen eindelijk tickets geboekt voor een vakantie naar Turkije. Poeh, wat waren we daar aan toe. Die nacht kon Bas de slaap maar moeilijk vatten. Hij had het warm, last van brandend maagzuur en voelde zich vooral niet lekker. De volgende ochtend liep hij al vroeg naar de auto om voor mij alvast de kranten bij het verdeelpunt op te halen. Bas wilde me niet zo ver laten sjouwen. Ik liep een eindje met hem mee op de stoep, wat ik eigenlijk nooit doe, en sloeg mijn arm om hem heen. ‘Ik ben zo blij dat ik bij jou hoor’, zei ik. ‘Ik ga nog niet weg’, antwoordde hij. Doelend op de werkdag, maar het lijkt wel alsof ik onbewust aanvoelde dat er iets ging gebeuren.

Even later ging Bas er vandoor met de auto, terwijl ik de kranten in mijn fiets laadde en rond bracht. Hij zou zijn wijk doen, ik de mijne en mijn dochter haar wijk. Toen ik klaar was belde ik Bas, om te vragen of ik hem kon helpen. Hij nam niet op. Daarna zei mijn dochter hetzelfde. Ik werd ongerust en belde een andere bezorger. Gek hè, alsof ik voelde dat er iets in de lucht hing. Die collega draaide meteen om en kwam naar ons toe. Ik fietste naar de plek waar ik Bas verwachtte, maar zag ’m niet staan. Ontzettend ongerust begon ik Bas te zoeken, samen met die andere bezorger. ‘Doe niet zo gek’, zei mijn dochter nog, ‘er is echt niks.’

In shock

Een paar minuten later hoorde ik sirenes en zag ik zwaailichten voorbijrazen en ik wist: die gaan naar Bas. Ik fietste die kant op en herkende onze roze Kever meteen. Het was een vreselijk gezicht. Hij had een hartstilstand gehad, achter het stuur. En omdat die oude auto geen hoofdsteun had, hing zijn hoofd helemaal naar achteren. Echt heel naar. Ik riep nog: ‘Hij is toch niet dood, hè?’ Tegen beter weten in, uiteraard. Volgens de politieagent was hij overleden, er werd dus geen ambulance gebeld. Achteraf was ik daar heel boos over. Prins Friso is destijds nota bene 50 minuten gereanimeerd en bij Bas hebben ze het niet eens geprobeerd. Hij was pas 56.

Totaal in shock ging ik naar huis. Ik had de politie gevraagd om het aan de buren te vertellen, daar had ik op dat moment geen kracht voor. Bas en ik hadden samen vijf kinderen in huis, daar wilde ik als eerste naartoe.

Aan het werk

Iets voor elven belde de regiomanager van de krant die ik bezorgde. Hij vertelde dat er een hoop klachten waren binnengekomen, omdat veel kranten niet waren bezorgd. ‘Je komt vanmiddag toch wel werken?’, vroeg hij. Ik zei dat dat niet kon. Bas en ik werkten voor dezelfde krant, dus hij wist wat er met Bas gebeurd was. ‘Morgen wel toch?’, hield hij vol. Ik moest zelf vervanging regelen, terwijl ik op dat moment werd overspoeld door verdriet én alles voor de begrafenis moest regelen. De kinderen hielpen waar ze konden, maar Bas liet zo’n leegte achter.

De dag na de begrafenis ging ik weer werken, alsof er niks aan de hand was. Absurd, natuurlijk. Hoe kon mijn baas nou zo weinig rekening houden met mijn situatie? Hij had alleen oog voor zijn eigen taken. Ik heb het nooit aangekaart bij hem, misschien omdat ik het zelf ook het liefst wilde vergeten. Een jaar later vond ik een nieuwe baan bij een cateringbedrijf. Ik wilde niet blijven bij het bedrijf waar ik Bas had verloren, en kreeg ook schoon genoeg van die vroege uren.

Instorten

De echte klap kwam pas zeven jaar later, toen werd ik ziek. Mijn bloeddruk was torenhoog en ik stortte alsnog in. Twee jaar lang zat ik alleen maar op de bank, dacht na over wat ik moest doen. Uiteindelijk koos ik voor therapie met EMDR, speciaal om die schokkende gebeurtenis te boven te komen. Weet je, rouwen is voor iedereen anders, maar meteen aan het werk gaan was gewoon geen goed idee. Je kunt niet vluchten voor de pijn. Die moet er toch uit. De woede over de slechte zorg, over de ijskoude reactie van mijn baas, en dat er niemand was die zei: ‘Jij gaat nog helemaal niet werken, meisje’, kwam er toen allemaal pas uit. En dan zijn er nog de financiële zorgen... Bas en ik hadden wat dat betreft rampjaren achter de rug en waren juist weer op de goede weg. Door zijn overlijden misten we één salaris en ging ik uiteindelijk van een best riant salaris naar net boven bijstandsniveau. Achteraf gezien had ik meer tijd nodig om het verlies te verwerken en vooral die financiële stress hakte erin.

Het is inmiddels al dertien jaar geleden en de kinderen en ik praten nog vaak over Bas. Ik ben verhuisd en mijn dochter is in ons oude huis gaan wonen. Dat vind ik mooi. Inmiddels ben ik oma geworden en ik had zo ontzettend graag gezien wat voor opa Bas was geweest. Vast een hele leuke.”

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden