PREMIUM
Art Rooijakkers: "Ik was totaal niet op het vaderschap voorbereid"
Presentator Art Rooijakkers (44) heeft niet stilgezeten tijdens de lockdown: hij schreef De eeuw van mijn dochters. In dit boek beschrijft hij hoe de wereld eruit zal zien als zijn nu driejarige dochters Puk en Keesje volwassen zijn.
Als Art Rooijakkers om 9.00 uur ’s ochtends arriveert, heeft hij al een uur getraind in de sportschool. Dat doet hij een paar keer per week. De presentator wil fit blijven, niet in de laatste plaats voor zijn nu driejarige tweeling die hij zo lang mogelijk wil meemaken. Een wetenschapper heeft al voorspeld dat zeker een van de meisjes minstens honderd zal worden. “Misschien wel honderdtwintig”, zegt hij na een slokje koffie met havermelk. “De kans is heel groot dat ze allebei honderd worden.”
De eeuw van mijn dochters
De toekomstige leeftijd van Puk en Keesje is een van de vijftig onderwerpen die de revue passeren in zijn boek De eeuw van mijn dochters. Daarin legt Rooijakkers verschillende deskundigen de vraag voor hoe de wereld eruitziet als zijn dochters volwassen zijn. Krijgen zij designerbaby’s en 3D-geprinte organen? Zijn er straks nog weilanden? Is er nog geld? Moeten ze door de klimaatverandering ooit waken voor natte voeten?
De verhalenbundel levert interessante toekomstvisies op die de schrijver soms vrolijk stemmen (die hoge leeftijd) en soms angst inboezemen (de oprukkende kustlijn). Hoe dan ook; zijn nieuwsgierigheid is bevredigd. “Ik wilde per se weten in welke eeuw ik mijn dochters heb geplant. Het idee dat er na mijn dood van alles gaat gebeuren in hun leven waarvan ik geen weet heb, vond ik onverteerbaar”, bekent hij lachend.
Noem eens een opmerkelijke ontwikkeling die Puk en Keesje kunnen verwachten?
“Een deskundige vertelde over de filter die ze straks over de werkelijkheid kunnen leggen via hun telefoon. Wie een hekel heeft aan reclames in het straatbeeld, kan de filter zo instellen dat hij geen reclameborden maar schilderijen van Rembrandt ziet. Wie auto’s lelijk vindt, kan via die filter van alle auto’s badeendjes maken. Dat is toch je reinste sciencefiction? Daardoor heeft niemand straks nog hetzelfde beeld van een straat. Hoe maken mensen dan nog contact met elkaar?
Dat vind ik mateloos interessant.”
Zal het wel kloppen wat die deskundige beweert?
“Ik laat alleen gerenommeerde wetenschappers en deskundigen aan het woord. Ik geloof hem wel. We zijn voortdurend getuige van technologische vooruitgang en daar staan we in het begin vaak wantrouwend tegenover. Denk aan de mobiele telefoon – er is een filmpje waarin televisiemaker Frans Bromet, ergens in de jaren negentig, aan willekeurige mensen vraagt of ze een mobieltje zouden willen hebben. Het antwoord is nee: ‘Ik heb al een antwoordapparaat’, zegt de een. ‘Dan word ik zeker gebeld als ik op de fiets zit’, grinnikt een ander. Moet je ons nu eens zien.”
Betekende het vaderschap een grote verandering?
“Ja, ik was er totaal niet op voorbereid en ik had er ook geen enkel beeld bij. Ik zag mijn vrienden in het café en je gaat natuurlijk niet met een baby de kroeg in. Ik verkeerde in een wereld van hard werken en hard spelen. Ik zocht continu naar reuring en beweging, ging de stad in en deed overal het licht uit. En toen kregen we een tweeling! Andrea, mijn vriendin, en ik wilden graag een kind, maar vanaf het moment dat ik tijdens de echo hoorde dat er ‘nog een hartje klopte’, ging mijn systeem in een lockdown. Ik kon uren niets meer uitbrengen. Andrea stelde me gerust. ‘Het komt wel goed’, zei ze. Maar ik was er niet gerust op.”
Want?
“We waren al zo druk. Andrea maakte als eindredacteur alle reisprogramma’s van Johnny de Mol en ook ik maakte reisprogramma’s. Het kwam voor dat ik zes weken weg was en dat zij op de dag van mijn thuiskomst voor twee weken vertrok.”
Uiteraard kwam het goed…
“We reizen minder, dat scheelt. Het is thuis vaak alsof we een tv-productie draaien, met callsheets voor de planning en zo, maar het lukt. Ook met dank aan Andrea’s nichtjes uit Nieuw-Zeeland, die om de beurt een jaar hebben bijgesprongen. Onze zorgtaken zijn goed verdeeld. Tenminste… ik krijg geen commentaar. Soms heb ik een drukke periode en dan moet Andrea aan de bak. Soms is Andrea vier dagen weg en ben ik alleen met de meiden.”
Hoe is dat?
“Superleuk.”
Als je van reuring houdt, past een tweeling perfect bij je!
“Dat kun je wel stellen ja.” De trotse vader toont aan het eind van het gesprek zijn zelfontworpen stamboomtattoo op zijn linkerbovenarm met het credo van zijn muzikale held Bruce Springsteen: Two hearts are better than one. “Ik ben ook een vader die het echt leuk vindt om dingen samen te ondernemen”, vervolgt hij. “Maar ik ben óók heel ongeduldig. De meisjes hebben hun eigen tempo en dat ligt doorgaans een stuk lager dan het mijne. Dan heb ik haast en lopen zij met z’n tweeën vóór mij de trap af. Hoe lang kun je over een trap doen? Echt. Ga aan de kant!” Na de zucht: “Ik ben het gelukkigst als ze slapen.”
Haha... Meen je dat?
“Ja echt. Als ze slapen is de liefde die ik voor hen voel ongeëvenaard, omdat die dan niet wordt verstoord door gejengel of gejank omdat de een niet bij de ander de haren staat uit te trekken. Wat niet wil zeggen dat ik niet ook van hen geniet wanneer ik ze in hun jurkjes op hun stepjes door de straat zie scheuren. We wonen in het centrum van Amsterdam en die meisjes hebben nu al hun plek veroverd in de stad. Dat vind ik fantastisch. Andrea komt uit Zeeland, ik uit Brabant.
Wij hebben een lange weg afgelegd.”
Jij groeide op in Geldrop, hoe was dat?
“In een rijtjeshuis in een doorsnee straat met een zusje en een hond. En we hadden een abonnement op het Eindhovens Dagblad, de Donald Duck en de Libelle. Er was altijd iemand thuis. Mijn vader was hartpatiënt en werkte parttime als documentalist bij de Technische Universiteit Eindhoven. Toen we wat ouder waren, ging onze moeder bij Nedcar aan de slag, op de afdeling inkoop. Op zondag gingen we met oma naar het café in België, mijn zusje en ik mochten dan bij het frietkot frietjes halen. ’s Zomers gingen we met mijn vaders familie kamperen in Ommen. We stonden met acht caravans op een veld en er werd gevist, achtkamp gespeeld en een playbackshow georganiseerd.”
Wat was jij voor jongetje?
“Ik wilde graag de eerste zijn. Dat herken ik in een van mijn dochters. Als haar zus voorligt met steppen en ze denkt dat ze haar niet meer kan inhalen, stort ze ter aarde. Verliest ze met een spelletje, gaat ze met dingen gooien. Zo was ik ook. Verder las ik graag, naast de Donald Duck en de krant ook de Libelle. De column van Anne-Wil. Ik weet het nog.”
Was je nieuwsgierig?
“Ja. Dat heb ik, denk ik, meegekregen van mijn ouders. Mijn vader was altijd heel geïnteresseerd in het nieuws. Toen ik thuis woonde, luisterde hij elke dag naar het actualiteitenprogramma Met het oog op morgen en dat ging ik als jongen van elf, twaalf jaar ook doen. Dan zette ik de wekker, want dat programma begon pas om elf uur ’s avonds. Mijn moeder was altijd bezig zichzelf te ontwikkelen. Via zelfstudie heeft ze acht talen leren spreken, lezen en begrijpen. Portugees, Spaans, Italiaans, op een gegeven moment zelfs Russisch. Daardoor wist ik dat er meer was dan Geldrop. Net zoals de fossielen, die mijn oudere neven van buitenlandse reizen voor me meebrachten. Die stonden symbool voor een andere, onbekende wereld.”
Die lonkte?
“Ik wilde altijd weg ja, al wist ik in die tijd niet eens dat je bij de televisie kon gaan werken. Ik heb veel moeite moeten doen om te komen waar…” Hij onderbreekt zichzelf. “Veel moeite? Hoor mij nou! Om in het Concertgebouworkest te komen, moet je veel moeite doen. Ik bedoel dat ik heel lang, heel erg bezig ben geweest om iets te bereiken. Ik deed te veel mijn best, ook voor anderen.”
Was dat de oorzaak van je burn-out in 2014?
“Dat had er zeker mee te maken. Ik was mezelf kwijtgeraakt omdat ik altijd aan het pleasen was, op werkgebied maar ook in vriendschappen. Als ik met vrienden uitging, was ik vooral bezig ervoor te zorgen dat zij een leuke avond hadden. Ik vroeg hoe het met hén ging. Of zíj nog iets wilden drinken. Ik vond het belangrijk om leuk gevonden te worden. Ja, waarom? Uit onzekerheid? Vanwege mijn herkomst? Karakter? Omdat ik vroeger werd gepest? Ik geloof niet in een eenduidige verklaring.”
Wat zei de psycholoog?
“Dat het raar was dat ik lachte als ik vertelde over iets naars, zoals dat pesten. Ik nam mezelf kennelijk niet serieus.”
Waarom werd je gepest?
“Ik kon goed leren en niet zo goed voetballen. Meer hoeft het niet te zijn. Kinderen zijn snoeihard. Het pesten had ook een positieve kant. Daardoor wilde ik per se in Eindhoven naar school en door de kennismaking met een stad, stadje, werd mijn wereld al ietsje groter.”
Heeft de burn-out je ook iets opgeleverd?
“Ik heb geleerd om eerder nee te zeggen. Als je ja zegt, creëer je kansen, maar zeg je tegen alles ja, dan doe je op een gegeven moment een heleboel dingen die je niet wilt. Ik zeg nu vaker nee en heb op werkgebied een goede balans gevonden tussen het vertellen van journalistieke en luchtige verhalen, een combinatie die ik prettig vind. Voor RTL4 maak ik Rooijakkers over de vloer, de opvolger van Van der Vorst ziet sterren, en voor BNR Nieuwsradio presenteer ik, om en om met Diana Matroos, het dagelijkse interviewprogramma The Big Five waarin ik een uur lang iemand interview. Heel interessant.”
En nu is er De eeuw van mijn dochters. Hoe bereid je hen voor op hun toekomst?
“Ik geef mijn dochters mee dat het belangrijk is om een open blik te hebben, en empathisch en zelfverzekerd te zijn zodat ze in staat zijn om mee te gaan met de veranderingen in de maatschappij.”
Ben je duurzamer gaan leven om hun mooie planeet te behouden?
“Uh… ik zet me in voor het Wereld Natuur Fonds en ik probeer minder vlees te eten, maar als je weet hoeveel vliegkilometers ik heb gemaakt… Laten we het erop houden dat ik mijn best doe, zij het struikelend.”
Art Rooijakkers (1976) is tv-presentator en programmamaker. Hij werkte onder andere als verslaggever bij lokale nieuwszender AT5 in Amsterdam en actualiteitenprogramma NOVA, en als presentator bij programma’s als Peking Express en Return to Sender. In 2011 deed hij mee aan Wie is de Mol?, waarbij hij als winnaar uit de strijd kwam. Op dit moment is hij om de week te horen in het radioprogramma BNR’s Big Five. Zijn boek De eeuw van mijn dochters verscheen deze zomer. Art woont samen met zijn vriendin Andrea en zijn dochters Puk en Keesje (3) in Amsterdam.
Tekst: Astrid Theunissen. Fotografie: Petronellanitta
We spraken Art ook áchter de schermen tijdens de Libelle-fotoshoot, onder meer over een uit de hand gelopen avondje wijnen en waarom hij onlangs moest huilen in een restaurant: