Even bellen met… Hélène van Beek: “Kinderen zijn niet goed af in handen van jeugdzorg”
Volgens de nieuwste cijfers van CBS doet 1 op de 12 jongeren in Nederland een beroep op jeugdzorg. Maar liefst 46.000 kinderen wonen niet hier bij hun eigen ouders. Ze zijn 'voor hun eigen bestwil’ overgeleverd aan de jeugdzorg. Maar zijn ze daar wel zo goed af? Onderzoeksjournalist Helene van Beek dook er drie jaar lang in.
'Nederland is kampioen kinderen uit huis plaatsen', schrijft Van Beek in haar nieuwe boek Kinderen van de staat. Er is geen land bekend waar zóveel kinderen in een tehuis of instelling wonen. Bovendien krijgen deze kinderen en jongeren niet de zorg die zij nodig hebben.
Wanneer belandt een kind of jongere in Nederland in de jeugdzorg?
“Deze vraag is heel lastig te beantwoorden, want wat is jeugdzorg? Eigenlijk komen nu alle kinderen die zorg nodig hebben in de jeugdzorg terecht. Dit loopt uiteen van kinderen met dyslexie of autisme tot kinderen met psychische- of zelfs zware psychiatrische problemen. Sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 stapelen zaken waar het misgaat zich op. Ouders met kinderen met problemen moeten nu naar de gemeente voor verdere hulp. Wijkteams bepalen dan of een kind wel of geen zorg nodig heeft, terwijl dat in ieder geval voor GGZ-problematiek gewoon bij de huisarts of medische specialisten zou moeten liggen. Er valt te veel onder jeugdzorg, waardoor gemeenten overspoeld worden. Kinderen met ernstige psychische problemen horen in de GGZ thuis. Zij zouden helemaal niet bij de gemeentelijke ‘jeugdzorg’ moeten zitten.”
Hoe kan het dat er zoveel Nederlandse jongeren in het zorgcircuit belanden?
“Dat is al heel lang zo. De mensen die ik voor mijn boek heb gesproken, zeggen allemaal dat Nederland een soort ‘reddersgeest-mentaliteit’ heeft. Wanneer ouders niet in staat zijn voor hun kinderen te zorgen, heeft de overheid het idee dat ze deze kinderen moeten ‘redden’. Dit kan zijn omdat ouders hen zouden mishandelen, omdat zij niet voor hun kinderen kunnen zorgen of vanwege het gedrag van de kinderen, waardoor ze een gevaar zijn voor zichzelf of voor hun omgeving. Zij worden uiteindelijk kinderen van de staat. Alleen komen deze kinderen vaak helemaal niet goed terecht.”
Wat gaat er dan allemaal mis volgens uw onderzoek?
“De wanhopige ouders worden van het kastje naar de muur gestuurd en kinderen ontvangen daardoor geen, te laat of helemaal niet de juiste zorg die zij nodig hebben. Kinderen met autisme belanden bijvoorbeeld buitensporig veel in instellingen. Sommige kinderen met autisme kunnen agressief worden wanneer ze niet goed benaderd worden en daarom worden ze uit huis geplaatst. Ze belanden in een instelling, of zelfs een gesloten instelling. Maar daar worden ze óók niet goed benaderd. Daar is zo'n kind dus niet bij geholpen.
Bovendien hebben gemeenten ook nog eens beperkte budgetten, waardoor ze moeten bezuinigen. Dat houdt in dat de zorg kortdurend moet zijn en in het gezin moet plaatsvinden. Het idee erachter is natuurlijk heel mooi, maar wanneer bij een verkeerde diagnose, kan dit erg uit de hand lopen. Ook moeten kinderen ‘gelabeld’ worden, bijvoorbeeld gedrags- of opvoedproblemen, of een psychiatrische stoornis. Lukt dat niet, dan wordt zorg vervolgens uitgesteld, waardoor de situatie natuurlijk alleen maar erger wordt."
Waar maakt u zich het meeste zorgen over op dit moment?
“Dat kinderen niet de juiste zorg krijgen. In plaats van dat ze tijdig adequate hulp krijgen, raken zij en hun ouders verstrikt in de jungle van het jeugdzorgsysteem. Doordat de jeugdzorg nu bij gemeentes ligt, kan de hulp dus ook per gemeente verschillen. Het ligt aan je postcodegebied of je dus wel of geen goede hulp krijgt. Er zijn zelfs mensen die in een andere gemeente gaan wonen, zodat ze wel hulp krijgen. Dat is toch geschift?
Kinderpsychologie en -psychiatrie, ofwel de jeugd-GGZ, horen niet bij de gemeente te liggen. Alleen mensen die ervoor geschoold zijn horen de beslissing te nemen of een kind wel of geen hulp nodig heeft. Daar maak ik me nog het meeste zorgen over.”
Wat raadt u ouders die problemen ervaren met hun kind aan om te doen?
“Ik raad hen aan om naar de huisarts gaan, vooral als je er niet uitkomt met de gemeente of het idee hebt dat je kind niet de juiste zorg krijgt. Bij de huisarts kan het kind onderzocht worden en als hieruit blijkt dat het kind bepaalde zorg nodig heeft, dan moet de gemeente dit vergoeden. Veel mensen weten dit niet, terwijl het wel zeer belangrijk is. Via de huisarts vind je gespecialiseerde en deskundige mensen die je verder kunnen helpen.”
Meer weten of over de haperende jeugdzorg in Nederland? Je leest het in 'Kinderen van de staat, jeugdzorg in ademnood’ van Hélène van Beek.
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!
Beeld: iStock