Waarom heb ik toen niets gezegd?
Lonneke (39): “Mijn 30 jaar oudere baas wilde altijd ‘aan mijn buikje voelen’”
Grensoverschrijdend gedrag is – helaas – van alle tijden en daarom iets waar we het over moeten blijven hebben. Als les voor daders, als steun voor slachtoffers, en omdat victim blaming écht moet stoppen. In deze wekelijkse rubriek delen lezeressen grensoverschrijdende situaties waarin ze verstijfden of (onterecht) zichzelf iets kwalijk namen. Deze week Lonneke (39), wiens baas haar vaak ongewenst aanraakte.
“Ik sta in het magazijn van de kledingzaak waar ik werk als de deur openzwaait. O shit, mijn baas Lex weer. Hij sluit de deur achter zich en loopt op me af. ‘Wat ben je weer hard aan het werk’, complimenteert hij me, terwijl ik de voorraad inventariseer. Ik glimlach. Ik weet donders goed dat hij niet alleen langskomt voor een kletspraatje. En een paar seconden later blijkt dat maar weer. Mijn lijf krimpt ineen als hij achter me komt staan en met zijn hand langs mijn buik streelt. ‘Even aan je buikje voelen’, hoor ik hem zeggen. Verstijft wacht ik weer tot hij klaar is. Gadverdamme.
Complimentjes
Als jonge twintiger werkte ik zes jaar lang in een grote herenkledingzaak in mijn dorp. Het was een winkel en hoofdkantoor ineen en het was er altijd een gezellige boel. Veel meiden van mijn leeftijd en een baas die graag met ons kletste. We kregen vaak complimentjes over ons werk. Ik vond dat wel leuk. Ik was jong, het was mijn eerste fulltime baan. Fijn om te horen dat ik het goed deed op de salesafdeling.
Eigenaardigheden
Toch hield de baas er ook wat eigenaardigheden op na. Toen ik een vriendje kreeg bijvoorbeeld, reageerde hij beledigd. ‘O, ik dacht dat wij wel iets bijzonders hadden’, zei hij quasi-beteuterd toen ik over mijn nieuwe vriend vertelde op het werk. Meende hij dat? Ik denk achteraf van niet. Hij was getrouwd, zijn vrouw werkte in het bedrijf en deze man was dertig jaar ouder dan ik. Maar toch had het wel iets geks. Waarom zou je zo praten tegen een jonge meid van in de twintig, terwijl je haar baas bent?
‘Buikje voelen’
Wanneer het voelen aan mijn buik begon, weet ik niet meer. Maar het werd vaste prik. Als ik ergens alleen was, kon ik de klok erop gelijk zetten dat mijn baas zou binnenlopen. Dan trok hij de deur achter zich dicht, kwam hij achter me staan, liet hij zijn vingers over mijn buik glijden en zei in mijn oor: ‘Buikje voelen.’ Destijds dacht ik er niet echt over na. Ik vond het vooral ongemakkelijk en kromp vaak ineen als hij dat deed. Hij moet daaraan gemerkt hebben dat ik het niet prettig vond, maar het deerde hem niet echt. Hij ging er gewoon mee door. Ik vond het vies. Maar er iets van zeggen durfde ik niet. Dit was dé grote baas, ik wilde mijn baan niet op het spel zetten. En daarbij: het was niet dat hij me verkrachtte, me bij mijn borsten greep of tussen mijn benen graaide. Dit was niet écht zo erg, toch?
Smerig, irritant en onnodig
Nu, ruim tien jaar later, denk ik daar anders over. Nee, het was zeker niet zo erg als verkrachting, maar het was wel een ongewenste en ongepaste aanraking. Het was smerig, irritant, gewoon onnodig. Met wat er de afgelopen maanden in de media speelt, zie ik dat steeds meer in. Ja, ook hier was sprake van een scheve machtsverhouding. Wat moet je als jong meisje doen? Wat als zo’n man zegt: ‘Ik ontsla je.’ Die kerel had gewoon zijn handen thuis moeten houden.
Andere meiden
Ik heb er geen trauma aan overgehouden. Ik heb het zelf nooit als zo erg ervaren. Het was gewoon irritant. Maar wel heb ik me later nog eens afgevraagd of hij het bij meerdere meiden deed. Er werkte een jonge meid bij ons achter de kassa, een knappe meid. Zou hij haar buikje ook hebben gevoeld, dacht ik later weleens. Ik hoop voor alle andere meiden van niet. Je weet niet hoe zoiets voor hen zou zijn geweest.
Oude viezerik
Ik kom Lex nog weleens tegen en dan zeg ik vriendelijk gedag. Ik heb geen hekel aan hem. Het is gewoon een oude viezerik. ‘Hé Lonneke,’ zei hij laatst, toen ik hem tegen het lijf liep in een restaurant, ‘kom nog eens langs in de winkel?’ ‘Ja leuk, Lex’, zei ik.
En net als vroeger lachte ik vriendelijk en deed ik of er niets aan de hand was. Maar één ding is zeker: ik kom echt niet langs.”