PREMIUM
Memoires van een Maîtresse – Deel 11: “Ik weet waar jij mee bezig bent, stomme trut!”
Met de ruggengraat van een naaktslak vroeg Sabine de Kapitein mee naar Barcelona, in plaats van dat ze het uitmaakte. En zijn reactie was niet zo warm als gehoopt.
Hij komt me ophalen op onze vaste parkeerplaats. Er is iets, het is anders. Oh, ik zie het al. Zijn baard is eraf. “En? Wat vind je ervan?” Terwijl ik zoek naar de juiste woorden, ratelt hij door. “Ja, mijn vrouw houdt helemaal niet van die baard. Dit vind ze veel mooier. Dus doe ik dat hè, zo af en toe.”
“Kom nou eens hier meisje,” en dan trekt-ie me eindelijk naar zich toe voor een heerlijke zoen. Vurig en vol met tong. Oef, wat heb ik deze tactloze drol toch gemist. Zijn handen glijden gewillig mijn jasje in en met zijn stevige hand duwt hij mijn borst nog dichter naar de zijne.
Sinds het telefoontje is er met geen woord meer gerept over Barcelona. Over 2 dagen vertrek ik al en ik durf er niet meer over te beginnen. Gelukkig krijg ik de kans ook niet, want de Kapitein plukt aan me als een gorilla die zijn vrouwtje vlooit. Ik geniet met volle teugen.
We wandelen door de duinen, innig verstrengeld en schaterlachend. “Maar hoe was het hier dan meis, vertel eens. Wat heb jij allemaal meegemaakt?” Ik vertel over mijn werk, het avondje dansen met mijn vriendinnen en over de nieuwe jurken die ik heb gekocht. Ik zie zijn ogen oplichten als ik mijn kersverse aankopen beschrijf. Heerlijk is dat. De netelroos is helemaal weg, dus dat verhaal laat ik lekker achterwege.
Het is dinsdagochtend en er is geen hond in de duinen. We weten allebei wat we denken, en vooral ook wat we willen. “Dit hier,” zegt de Kapitein, “dit is een perfect duinpannetje.” Hij spreidt zijn jasje voor me op de grond en ik ga zo dicht mogelijk tegen hem aan zitten. Het duurt niet lang voordat zijn hand onder mijn rokje verdwijnt. Niet veel later lig ik boven op hem, in een jurk die totaal uit zijn verband gerukt wordt. “Durf je? Hier?” De Kapitein kijkt me met woeste ogen aan. Vol vuur en verlangen. Ik knik, want ja zeggen lukt me niet. Voor ik het weet is-ie binnenboord.
Even later lig ik heerlijk na te genieten op zijn schouder. Het lentezonnetje kust mijn blote benen. “Lieverd,” fluistert de Kapitein in mijn oor, “hoe laat vertrekken we zaterdag?” Ik veer op. “Echt?? Ga je mee?” “Graag meis. Leuk toch?” Ik zoen hem zo hard dat mijn tanden in mijn lippen staan. ‘Te amo, Capitán!” En ik meen het.
Vlak voordat ik mijn auto instap check ik nog gauw even mijn mail. Mijn oog valt op een mailtje zonder onderwerp regel en zonder duidelijke afzender: Ik weet waar jij mee bezig bent, stomme trut!
Beeld: iStock