null Beeld

Renate Dorrestein: “Nooit eerder durfde ik zo extreem te zijn”

Vandaag kwam het tragische nieuws dat Renate Dorrestein op 64-jarige leeftijd is overleden. In februari 2015 verscheen dit openhartige interview met de schrijfster in Libelle.

Online redactie Libelle

Ze sprak over haar toen net verschenen roman Weerwater, maar ook over haar writer's block, ouder worden, de zelfmoord van haar zusje en haar 'nep-familie'.

De blokkade

Twee jaar geleden kampte Renate met een writer's block; ze kon niet meer schrijven. Ze durfde letterlijk haar werkkamer niet meer te betreden. Over die periode verscheen van haar hand uiteindelijk De blokkade, een verhelderend en fascinerend werk. Non-fictie. Dat lukte wel.

De wethouder van cultuur nodigde haar ten tijde van haar blokkade uit voor een gastschrijverschap dat moest resulteren in een verhaal dat zich in Almere afspeelt. De uitnodiging kwam op het juiste moment. Het is het boek Weerwater dat daaruit voortkwam, dat Renate uit haar writer's block hielp. Weerwater gaat over het vergaan van de wereld, op één stad na: Almere. Een paar duizend inwoners blijven achter, voornamelijk vrouwen, in loodzware omstandigheden.

Almere als redder van een schrijfster in nood. Wie had dat ooit gedacht?

"Niemand denk ik. Maar ik heb er zo van genoten. Een stad ontdekken met een doel is opwindend. (...) Ik denk echt dat ik door Almere ben gered als schrijfster. Na De blokkade kreeg ik steeds definitiever het gevoel dat ik nooit meer fictie zou schrijven. Weliswaar had ik de oorzaak gevonden van de stremming die me in de weg zat – de zelfmoord van mijn zusje op haar twintigste – maar daarmee was ik er nog niet vanaf."

Tegen het eind van De blokkade schrijf je: ‘Ga eens opzij meisje, of ik die ultieme antizelfmoordroman ooit schrijf, bepaal ik zelf wel’. Is dit die antizelfmoordroman?

"Nee, dat is het niet. Na het afronden van De blokkade dacht ik dat boek nooit te kunnen schrijven. Tegen psychiater Bram Bakker zei ik eens dat het misschien alleen zou lukken als ik erin slaag de zelfmoord van mijn zusje niet meer zo persoonlijk te nemen. Hij vond dat ik het helemaal verkeerd zag. Zelfmoord is een probleem van de wereld, niet van de naast betrokkenen, zei hij. Veel depressieve aandoeningen hangen samen met de westerse levensstijl. Hij gaf me een lijst van samenlevingen waar geen zelfmoord voorkomt. Gek genoeg zijn dat landen waar mensen juist vaak onder barre omstandigheden leven. Dat is me altijd bijgebleven, in de hoop dat ik ooit een vorm zou vinden om een wereld te beschrijven waarin zelfmoord niet bestaat."

En toen belde de wethouder van Almere.

"Ja, en eigenlijk alleen omdat ik niets beters te doen had, stapte ik in de auto om te gaan kijken. Ik stond in het centrum, keek om me heen en voelde lijfelijk hoezeer het een plek is zonder historie, zonder tradities, zonder ballast. Hier kan ik mijn verleden achterlaten, dacht ik. Op hetzelfde moment kreeg ik het idee de wereld te laten vergaan, met uitzondering van Almere."

Als een plek waar niemand zelfmoord pleegt omdat het er, na de ramp, zo verschrikkelijk is.

"Dat idee zat er toen nog niet eens bij. Pas later doemde Dennis op, het karakter dat worstelt met de zelfmoord van zijn vader. Hij is doodsbang dat het in zijn DNA zit en dat hij het dus ook weer zou kunnen doorgeven aan zijn nageslacht. In het boek zegt een van de ontsnapte gevangenen tegen hem: ‘In de wereld na de ramp die niet meer volmaakt is, hoef je ook zelf niet meer perfect te zijn. Hier ben je geen loser als je niet slaagt. Iedereen heeft de lat lager moeten leggen’. Daarmee heb ik in elk geval toch iets van een punt gemaakt over het onderwerp dat me al die jaren zowel heeft voortgeduwd als geremd."

Ik vind dat één van de dragende stellingen in het boek. En toch voelt het voor jou niet als dat antizelfmoordboek?

"Nee, maar ik voel me nu wel ontheven van die taak. Dat is prettig. Lang was de zelfmoord van mijn zusje een creatieve motor voor me, maar uiteindelijk lag het als een slagboom tussen mij en alle verdere mogelijkheden voor nieuwe boeken. Nu denk ik: nou vooruit, het is misschien niet het boek dat ik ooit voor ogen had, maar er ligt wel iets. Dit is het. Het gevoel dat ik tegenover mijn dode zusje een schuld heb in te lossen via mijn werk is weg, geloof ik."

Is het blok nu ook weg?

"Dat weet ik niet. Weerwater zit nog te veel in mijn systeem. Eerst moet ik schoon schip maken in mijn hoofd. Dan zal het uur van de waarheid aanbreken. De ervaring leert dat ik een of twee maanden geduld moet hebben voor een nieuw verhaal zich aandient."

Wat was de reden om jezelf het boek in te schrijven?

"De oorspronkelijke reden was dat ik mezelf weer aan de gang kreeg door te vertrekken vanuit de werkelijkheid. Het was mijn bedoeling dat ik naar de achtergrond zou verdwijnen zodra ik alle karakters het fictieve verhaal had binnen geloodst. Dat gebeurde niet. Ik bleef volop in beeld en dat werkte goed, dus ik heb het zo gelaten."

Moest je veel aan jezelf sleutelen om gaandeweg een karakter te worden?

"Ik werd steeds meer onderdeel van de verzinsels. Zo reageer ik heel zorgzaam op de baby die ineens aan komt dobberen. Ik wil haar zelfs voor mezelf houden. In het echt zou dat waarschijnlijk niet mijn reactie zijn als ik een vondeling in mijn schoot geworpen krijg. Ik heb altijd geweten dat ik geen kinderen van mezelf wil. Het ouderschap gaat gepaard met een verantwoordelijkheid die ik niet wil dragen."

Ze rolt met vakkundige bewegingen nog een shagje en vervolgt dan: "Wat me wel vreselijke moeite kostte, was het ombrengen van mijn in elkaar geknutselde nepfamilie. Maar het kon niet anders. De ingreep was nodig om het verdriet van alle inwoners voelbaar te maken. Iedereen had dierbaren verloren. Ik dus ook."

Wie behoort ook alweer tot je nepfamilie, behalve jijzelf?

"Maarten, de man met ik al bijna vijfentwintig jaar samen ben, maar met wie ik niet samenwoon. We hebben twee huishoudens. Waarbij ik altijd zeg: dat is goed voor de economie en voor ons. De andere gezinsleden zijn Noor, Maartens inmiddels 32-jarige dochter en mijn nep-nichtje Elizabeth. Zij is de dochter van een jong overleden vriendin van mij, aan wie ik had beloofd een oogje in het zeil te houden na haar dood. Elizabeth was toen elf. Jaren brachten we elke week een dag met elkaar door. Dat was voor ons allebei heel bijzonder. We hebben samen zitten rouwen. In het eerste jaar zaten we vaak op zolder kussens in de vorm van harten te naaien, dat soort idiote dingen. Elizabeth lijkt sprekend op haar moeder. Dat is erg troostrijk. Nog steeds. Door haar ogen kijkt haar moeder mij nog altijd aan. Dus ja, Noor en E., zoals wij haar noemen, zijn een soort aanwaaikinderen: ze zijn niet van mij, maar ze horen onlosmakelijk bij mijn leven."

Toen ik je in 2011 sprak, hadden we het lang over de kracht van een bloedband. Bloed spreekt enorm door, zei je. In Weerwater worden de overlevenden verplicht nieuwe 'families' te vormen. Dat kan geen toeval zijn.

"Nee, ik had altijd al het vage gevoel dat ik iets groots wilde schrijven over kunstmatige families, ontstaan bij gebrek aan bloedverwantschap. Op talloze manieren zijn wij onderdeel van een geheel. Iedereen die schrijft, is familie. Iedereen die kinderen heeft op dezelfde school is familie. Laten we dat recht doen door te erkennen hoe belangrijk verbinding is voor ons en voor het in stand houden van een samenleving."

Ben jij je nog bewust van de kunstmatige verhoudingen binnen je nepfamilie of is het na zoveel jaar deel van je natuur geworden?

"Ik weet het niet. Mijn nep-familie is een met wederzijds goedvinden en inzet gevormd verband. Het is het belangrijkste bindende element in mijn leven. Ik wil graag dat dit zo vanzelfsprekend mogelijk is en blijft. Daar zit natuurlijk ook een stukje wensdenken bij. Misschien zullen de banden ooit verwateren of verslechteren, maar goed, dat heb je bij gewone families ook. Gelukkig zal dat nooit kunnen afdoen aan het geluk dat de nepfamilie me al zolang heeft gegeven.”

Jij vertegenwoordigt de oudere vrouw in Weerwater. Was dat pijnlijk?

"Onder de extreme omstandigheden in Almere is oud worden natuurlijk doodeng, maar het was niet pijnlijk om te beschrijven. Het gaf me de gelegenheid te benoemen wat ouder worden zoal inhoudt. Ik ben dit jaar zestig geworden en ik vind dat echt een leeftijd waarop andere dingen zich aan je opdringen."

Zoals?

"Een onnozel voorbeeld. Als ik vroeger een lezing moest geven in Hengelo, stapte ik om vier uur in de auto, acht uur lezing, half elf terug in de auto, half één thuis, half drie naar bed, de volgende ochtend om tien uur achter mijn bureau. Dat laatste gaat niet meer; ik moet een halve dag bijkomen. Wat ik zo fascinerend vind, is dat die ontwikkeling op een bepaalde manier zo spannend en avontuurlijk is."

Geldt dat niet voor elke mijlpaal?

"Nee, zestig is opmerkelijk anders dan vijftig. Terwijl vijftig en veertig niet zo veel verschillen en dertig en veertig al helemaal niet. Heel lang blijf je een leeftijdsloos schepsel. Na je zestigste is dat echt voorbij."

Ik vind je schrijfstijl ook ietsje anders. Er spreekt veel zelfvertrouwen uit.

"Ik moet zeggen dat het net is alsof ik opnieuw debuteer. Destijds was ik ook zo zonder twijfel, zonder vrees, net als tijdens het schrijven van Weerwater. Zoals bij elk boek wist ik ook nu niet waar ik naartoe ging, maar bij iedere stap had ik vertrouwen dat ik grond onder mijn voeten had. En nooit eerder durfde ik zo extreem te zijn. De hele wereld opblazen op Almere na, dat had ik vijf jaar geleden niet op mijn geweten durven hebben als aardige mevrouw uit Aerdenhout. Nu deed ik het gewoon. Ja, al met al was 2014 een geweldig jaar met heerlijk, heerlijk werken."

Interview: Els Quaegebeur. Fotografie: Liselore Chevalier

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden