null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

PREMIUM

Waarom een goede band met je huisarts heel belangrijk is

Een goede band met de huisarts is essentieel voor een goede diagnose en de juiste hulp. Alleen zien we steeds vaker wisselende gezichten in de praktijk. Hoe zorg je tóch voor dat vertrouwen?

Getty Images

Lydia’s huisarts kent haar gezin door en door, hij begeleidde zelfs de bevallingen van haar kinderen. Best gek dat ze hem nu bijna nooit meer ziet. “Als ik in de praktijk kom, krijg ik negen van de tien keer een ander.” Voor Tonnie geldt hetzelfde: “Eerst kreeg ik de een, daarna de ander. Allebei hadden ze een andere mening en een andere oplossing. Als ik pech heb, tref ik een vervanger en moet ik wéér mijn verhaal doen. Dat levert geen band op en al helemaal geen vertrouwen.”

Een halve eeuw geleden was de huisarts nog iemand die íedereen in de buurt kende en precies wist wat er bij wie speelde. Meestal was het een man die meer dan fulltime werkte, geregeld langsging bij zijn patiënten en her en der een praatje maakte. Lag er een patiënt in het ziekenhuis? Natuurlijk ging hij er even langs. Was er een kind geboren of een opa overleden? Tijd voor een borreltje aan de keukentafel.

Hoe anders is dat nu. Het werk van de huisarts is veranderd. Praktijken zijn vaak groter en omdat meer (vrouwelijke) huisartsen parttime werken, zie je als patiënt vaker een ander gezicht. Daarbij hebben huisartsen meer taken gekregen. Om de zorg betaalbaar te houden, nemen ze (dure) behandelingen over van ziekenhuizen. Ze verwijderen bijvoorbeeld vaker hechtingen na operaties en begeleiden patiënten met chronische ziekten zoals diabetes, astma en COPD. Ook hebben ze extra verantwoordelijkheden gekregen voor jongeren (jeugdzorg) en ouderen die vaker en langer thuis wonen. De zorgvragen waarmee huisartsen te maken hebben, zijn ingewikkelder geworden. Ze voeren vaker overleg met andere zorgverleners, zorgverzekeraars, familie en mantelzorgers, en stemmen af met het sociaal wijkteam, de gemeente, maatschappelijk werk en de wijkverpleegkundige. Om dat alles voor elkaar te krijgen, is het werk van de huisarts óók nog opgesplitst: doktersassistentes en praktijkondersteuners hebben diverse taken overgenomen.

Tijd voor een goed gesprek

Op die manier is de zorg efficiënt en zo goedkoop mogelijk georganiseerd. Alleen: dat is niet per definitie beter voor de patiënt. “Je kunt wel alles wegdelegeren, maar daar zit een grens aan”, zegt Anneke Kramer, bijzonder hoogleraar Huisartsgeneeskunde in Leiden en al 36 jaar huisarts in de Utrechtse wijk Ondiep. Huisartsen pleitten onlangs bij de Tweede Kamer voor meer tijd voor hun patiënt. Het is belangrijk dat een huisarts de patiënten kent en tijd heeft voor een goed gesprek. Wat dat oplevert? Oneindig veel. Een betere gezondheid bijvoorbeeld, minder overbodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis, minder medicatie én patiënten die meer tevreden zijn, aldus de Landelijke Vereniging van Huisartsen. Hoe werkt dat?

“Als je vertrouwen hebt in jouw dokter, weet dat hij of zij je wil begrijpen en niet twijfelt aan zijn of haar kwaliteiten als huisarts, trek je eerder aan de bel met kwesties waarover je bang bent, twijfelt of waarvoor je je schaamt”, zegt Anneke Kramer. “Bovendien zijn mensen die vertrouwen hebben in hun arts meer ontspannen. Daardoor kunnen ze beter vertellen wat er aan de hand is. Dat helpt om een snellere én betere diagnose te stellen. Ook helpt het bij het samen overleggen wat de volgende stap wordt.”

Dat is cruciaal. Kramer vraagt haar patiënten altijd: “Wat wil jíj? Wat betekenen de verschillende afwegingen/mogelijkheden voor jou? Wil je in geval van diabetes liever afvallen, of wil je medicijnen omdat afvallen zo moeilijk is voor je? Of heb je juist moeite met het slikken van medicijnen?” Dat afstemmen leidt tot een betere zogeheten ‘therapietrouw’: de patiënt houdt zich beter aan de adviezen als de behandeling bij hem of haar past.

Vertrouwen

Een vaste huisarts heeft ook als voordeel dat hij of zij de patiënten en hun omgeving kent. Veranderingen worden eerder opgemerkt en hij of zij kan beter inschatten welke behandeling het best is en wat belangrijk is voor jou. Dat is zéker fijn bij mensen die minder taalvaardigheden hebben en minder goed kunnen vertellen wat ze willen. Ook mensen die ernstig ziek zijn en bang zijn voor wat er komen gaat, zijn kwetsbaar en afhankelijk. Hun lot ligt in andermans handen – dan is het nóg belangrijker dat zij erop kunnen vertrouwen dat de huisarts de zorg zal leveren die in hun specifieke situatie het beste is.

Moeten we vol weemoed terugverlangen naar vervlogen tijden? Anneke Kramer vindt van niet, de tijd is nu eenmaal veranderd. Ze ziet genoeg mogelijkheden voor huisartsen om dingen anders aan te pakken. Zo kan men in een grotere praktijk wél zorgen dat er een vast team om iemand heen staat. “Ook is het belangrijk dat je als huisarts laat merken dat je als team onderling een lijntje hebt met elkaar. Ik zeg na afloop van een consult bijvoorbeeld: ‘Je bent nu bij mij geweest, maar ik zorg dat Marjo over drie maanden contact met je opneemt voor de controles. Ik zal haar laten weten dat jouw man afgelopen jaar ernstig ziek is geweest.’ Dat geeft een gevoel van verbinding, in plaats van dat iemand met allerlei losse figuren te maken heeft.”

Shoppen of bespreken?

Maaike overweegt over te stappen naar een andere huisarts. “Hij is niet vriendelijk, hardhandig ook in zijn onderzoeken. Toen ik een om een uitstrijkje vroeg omdat ik me ongerust maakte over onregelmatig bloedverlies, vond hij dat niet nodig. Het lag gewoon aan mijn leeftijd, zei hij. Omdat ik begin veertig ben, kan ik nu eenmaal een ander menstruatiepatroon krijgen voor de overgang zich aandient. Hij had gelijk, maar ik heb ooit een heel fout uitstrijkje gehad en doordat die afwijkende cellen toen op tijd zijn gevonden, is het goed afgelopen. Nu wilde ik gerustgesteld worden. Een andere, vrouwelijke huisarts in de praktijk begreep mij wél. Natuurlijk mocht ik een uitstrijkje laten maken. Dat ik dat zelf moest betalen, vond ik prima.”

Ongeveer negen procent van de mensen overweegt over te stappen naar een andere huisarts, blijkt uit een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland (2016). Ze zijn ontevreden over de huisarts (51%), hebben een gebrek aan vertrouwen in hun huisarts (47%), zijn ontevreden over de praktijk (22%) of hebben een verschil van inzicht met de huisarts (21%).

Wat doe je als het contact stroef verloopt of als je om andere redenen niet tevreden bent? Is opstappen of overstappen naar een andere huisarts binnen dezelfde praktijk de beste optie? “Dat hangt van je intentie af”, zegt Anneke Kramer. “Wil je checken of je met een ander een betere klik hebt? Dat is natuurlijk prima. Net als wanneer je een tweede mening wilt horen van een arts die met een frisse blik naar jou kijkt. Maar doe je het uit een gebrek aan vertrouwen of omdat je huisarts niet voldoet aan jouw wensen? Dan raad ik aan om eerst het gesprek aan te gaan. Shoppen bij andere artsen geeft vaak onrust, zeker als je dat doet omdat je vage klachten hebt waarvoor geen oplossing te vinden is. Dan ga je wéér de molen van onderzoeken in. Bovendien moet een nieuwe huisarts jou ook eerst leren kennen. Daarbij is er in grote steden meestal wel meer keuze, maar in dorpen niet altijd.”

Aankaarten

Op tafel dus, met die hete brij. Vind je dat eng, pols dan bijvoorbeeld eerst een assistente, praktijkondersteuner of collega-arts die je vertrouwt: “Ik wil aankaarten dat ik iets niet prettig vind, zou hij daarvoor openstaan?” Diegene kan je helpen door hem of haar alvast een berichtje te sturen dat je over zijn of haar aanpak wilt praten. Je kunt ook zelf eerst een briefje of mail sturen om hierover een afspraak te maken. Kramer: “Zo’n gesprek is meteen een toets. Reageert jouw huisarts prettig, dan kan dat de relatie enorm versterken, want je hebt een opening van gesprek en wordt serieus genomen. Reageert hij bot en vol onbegrip? Dan weet je genoeg.”

Kramer heeft tot slot een tip voor mensen die het vervelend vinden dat ze steeds een andere arts zien. “Geef het gewoon duidelijk aan als je je eigen arts wilt spreken. Behalve als het spoed heeft, en je eigen arts niet beschikbaar is. In alle andere gevallen: houd vast aan wat je wilt.”

Verhaal Astrid

Astrid voelde zich niet gehoord en gezien door haar huisarts. Toch heeft zij nu een goede band met hem.

“Na een breuk in mijn arm als gevolg van een ongeluk, kreeg ik te maken met medische missers en een lange revalidatieperiode. Ik had gewrichtsklachten, zoals stijfheid in mijn heup en ontstekingen, en last van algehele moeheid. Dat werd door mijn nieuwe huisarts gegooid op stress door het ongeluk. Voor de pijn moest ik maar een paracetamolletje slikken, en eventueel naar een psycholoog om het ongeluk te verwerken. Ik voelde dat er iets niet klopte, maar hoe meer ik streed om gehoord te worden, hoe meer mijn arts zijn idee bevestigd zag dat ik te emotioneel betrokken was. Ergens begrijp ik mijn huisarts wel. Mijn klachten zijn divers en complex, en stress ís een factor die klachten verergert. Maar het is niet de oorzaak, en daar werd lange tijd aan voorbijgegaan. Ook door de specialisten waarnaar de huisarts me doorverwees met een ‘vermoeden van fibromyalgie’. Ons contact veranderde toen ik op een stevige toon zei: ‘Ik wil serieus worden genomen. Ik wil dat jij een coördinerende rol pakt.’ ‘Je bent veranderd’, reageerde mijn huisarts. ‘Ja’, zei ik, ‘we zijn vier jaar verder. Ik heb dat ongeluk verwerkt, dus kunnen we nu kijken wat er écht loos is?’ Alleen al door het uitspreken van deze zinnen is het contact gelijkwaardiger geworden. Ik ben geen arts, maar ik weet wat ik voel. Híj heeft de medische kennis. Nu hebben we goede gesprekken waarin we samen kijken: wat is er mogelijk? Een oplossing voor mijn gezondheidsklachten is er nog niet, al weet ik inmiddels dat ik artrose en het syndroom van Tietze heb. Maar ons goede contact scheelt zo veel energie. En ik word gezien.”

Verhaal Paulien

Pauliens leven werd gered doordat haar huisarts haar familie goed kende.

“Als zestienjarige had ik buikpijn, maar geen koorts. Mijn huisarts kende mijn familie goed: hij was ook de dokter van mijn moeder, en zijn vader had mijn opa nog als patiënt gehad. Hij wist: die familie komt vrijwel nooit, dus áls ze zich melden, is er echt iets aan de hand. Daarom stuurde hij mij niet naar huis met een ‘kijk het nog maar even aan’. Sterker: na een kort onderzoek verwees hij me door naar het ziekenhuis met de mededeling: ‘Er komt een meisje zonder koorts, maar ik eis dat je blindedarmontsteking niet uitsluit.’ Hij wist dat mijn moeder nooit koorts had, haar lichaam kent dat niet, zelfs niet bij heftige ontstekingen. Mijn huisarts hield er rekening mee dat ik dat misschien had geërfd. Dat heeft mogelijk mijn leven gered: bij een kijkoperatie bleek mijn blindedarm op knappen te staan. Ik ben mijn huisarts nog altijd dankbaar!”

Waarover klagen we?

Met stip op 1: de vrije artsenkeuze. Zo ‘vrij’ is die in de praktijk namelijk niet: een huisarts mag nieuwe patiënten weigeren als zij te ver weg wonen, zijn praktijk vol is of hij niet kan instemmen met bepaalde zorgwensen (zoals een euthanasieverzoek).

Op 2 staat een onduidelijke diagnose, gevolgd door het niet krijgen van een gewenste verwijsbrief of medische verklaring (3).

Op 4 staat een slechte telefonische bereikbaarheid van de huisartspraktijk. Het werk van de huisarts is de afgelopen decennia enorm veranderd

Tips voor het gesprek met de huisarts

  1. Schrijf op wat u wilt vertellen en welke vragen u wilt stellen (handig: kijk op 3goedevragen.nl).
  2. Schrijf op wat u verwacht en wat uw wensen zijn.
  3. Zoek informatie op via bijvoorbeeld thuisarts.nl.

Tekst: Marlies Jansen. Beeld: Getty Images.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden