‘Zondag met Lubach’ waarschuwt voor gevaar van deepfake video’s
In Zondag met Lubach bespreekt Arjan Lubach de opkomst en het gevaar van deepfake video's. Deepfake is een verzamelnaam voor software waarmee nepvideo's gemaakt kunnen worden die vrijwel niet van echt te onderscheiden zijn. De kijker thuis is onthutst van hóe echt deze video's lijken.
"Misschien wel de zorgwekkendste ontwikkeling van de afgelopen jaren", schrijft iemand op Twitter.
Wat is deepfake?
Misschien heb je het wel eens meegemaakt: je klikt op een video en bent helemaal verbaasd over wat je te zien krijgt. Je neemt het nieuws voor waar aan, maar achteraf gezien blijkt het nep te zijn. Dat is deepfake, een techniek die thuishoort in de kunstmatige intelligentie. Met deze software kun je ook iemand dingen laten zeggen of doen die hij of zij in werkelijkheid nooit gezegd of gedaan heeft. Dit werd voorheen alleen gebruikt bij de producties van Hollywoodfilms, maar wordt anno 2020 steeds meer ingezet om nepnieuws te verspreiden.
Nepnieuws
Ongevaarlijk is dat niet, wat zo kunnen er dingen in de mond worden gelegd van bekendheden, en kan de mens allerlei nieuwsitems geloven die op lucht gebaseerd zijn. Hiermee kan het vertrouwen in de media ook minder worden, wat de betrouwbaarheid van de journalistiek zeker niet ten goede komt. Arjan Lubach: "Het is waanzinnig en eng."
Geschokte reacties
Arjan Lubach zou Arjan Lubach niet zijn als hij niet met hilarische voorbeelden en grappen laat zien hoe deze nieuwe technologie gebruikt wordt, en vooral, hoe gemakkelijk het eigenlijk is om video's met nepnieuws te maken en verspreiden. De kijker thuis is geschokt over deze deepfakes, en laat op Twitter dan ook een verontwaardigd geluid horen. "Zorgelijk en intrigerend", noemt een kijker het.
— (@CThonissen) 22 november 2020
— (@LAW41582576) 22 november 2020
— (@NatanPresman) 22 november 2020
— (@Tuinier) 22 november 2020
— (@hannalaun) 22 november 2020
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!
Bron: Televizier. Mediawijsheid. Beeld: Brunopress