PREMIUMDagboek #9
Dagboek van Anne-Wil: “Han kreeg gisteren een heel spannend telefoontje’’
De schilders gaan aan de slag en Anne-Wil heeft een spannend nieuwtje.
Donderdag
Het is nog donker als mijn wekker gaat. Han ligt nog ontspannen te gonzen, een ander woord kan ik niet bedenken voor het geluid dat hij maakt als hij slaapt: een grote tevreden bij. Ik tik hem zachtjes op zijn schouder. “Huh?” mompelt hij.
“Opstaan”, zeg ik, geef hem een zoen op z’n voorhoofd en ga naar beneden. Staand aan het aanrecht smeer ik een paar boterhammen. Ik heb amper een hap genomen als er wordt aangebeld. Als ik de voordeur opendoe, zie ik twee mannen in overalls staan. De schilders. Ze zijn vriendelijk, maar niet al te spraakzaam, en lopen mee naar de keuken. Hun baas heeft van tevoren al gemeld dat ik niets hoef klaar te zetten. Hun thermoskannen zijn gevuld en brood hebben ze ook zelf bij zich. “Ik hou wel in de gaten of ze misschien toch iets willen”, heeft Han gezegd. Als ik mijn jas aantrek, hoor ik dat er al hard wordt gewerkt.
Vrijdag
De geur van verf en terpentine in huis is overweldigend, en alles wat ik in mijn mond stop smaakt ernaar. Han heeft er gelukkig geen last van, maar ik weet niet of ik er de hele dag in zou kunnen zitten. “Wat ruik je vreemd”, zegt Sjoerd. “Je bent toch niet echt van plan om koffie te serveren met die walm om je heen?” “Wat wil je dan dat ik doe?” vraag ik geïrriteerd. Het is druk in de zaak en het laatste waaraan ik nu behoefte heb, is een discussie over mijn geur. Voordat Sjoerd kan reageren, loop ik al met koffie naar de vriendinnen die het besteld hebben. “Ach jee”, zegt de vrouw voor wie ik een cappuccino neerzet. “Wat is dat toch een ellende als je huis wordt geschilderd.” Een beetje verslagen kom ik weer bij Sjoerd terug. “Ze ruiken het”, zeg ik. “Je zou een snipperdag kunnen opnemen”, zegt hij vriendelijk. Ik kijk hem met grote ogen aan. “Ik peins er niet over, Sjoerd!” Hij schiet in de lach. “Het was ook maar een grapje”, zegt hij.
Zondag
Manon staat naar Arie te schreeuwen dat hij – “Nu! Nu!”– moet ophouden met het uitgraven van een konijnenhol. Dat doet ze pas als Manon haar heeft aangelijnd en wegsleurt. Zodra ze Arie weer loslaat, rent ze onmiddellijk weer uit zicht. Eigenlijk vind ik dat Manon met Arie op training moet, maar ik hou me in, ik heb een veel te spannend nieuwtje. Ik geef haar een arm en zeg: “Han werd gisteren gebeld dat hij een van de erfgenamen is van zijn oom Helmut.” “Oom Helmut? Zijn jullie een tijdje terug niet naar zijn begrafenis geweest?” Ik knik. “Ze gaan het huis en de inboedel verkopen, en van de opbrengst krijgt hij een achtste deel. Dorien ook.” “Dat is toch een heel groot huis? Zei je niet dat het ergens in de bossen staat?” “Ja, maar volgens Han is het vreselijk verwaarloosd. Zijn oom was een beetje een einzelgänger en heeft er in geen jaren meer wat aan gedaan. Er moet belasting en zo vanaf, maar het kan best een aardig bedrag opleveren.” “Het lijkt wel alsof jullie de staatsloterij hebben gewonnen!” roept Manon. Ik sputter tegen, tenslotte hebben we nog geen idee hoe hoog het bedrag wordt. Toch voelt het wel een beetje zo.
Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!
Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en werkt in een broodjeszaak.