null Beeld

PREMIUM

Dagboek van Anne-Wil: “‘Het is een brief van Dorien’, zegt Han. ‘Ze zit in Spanje’”

Han ontvangt een brief van Dorien uit Spanje en Anne-Wil is nieuwsgierig. Han maakt zich namelijk al enige tijd zorgen over haar.

Redactie

Donderdag

De envelop is geadresseerd aan Han en er zit een Spaanse postzegel op. Ik draai ’m om, geen afzender. Ik ben nieuwsgierig, maar Han is bij een klant. Ik loop de tuin in en adem de frisse voorjaarswind in. Het is alsof de wereld elk voorjaar vol goede moed opnieuw begint. Voor mijn gevoel was de winter definitief voorbij toen ik de eerste sneeuwklokjes zag. Dat is natuurlijk niet altijd zo, maar deze keer was de winter wel heel mild. Terwijl ik blij ben dat het niet heeft gesneeuwd en amper gevroren, is Han er mopperig over. “Alweer geen echte winter.” Een echte winter betekent voor hem lange schaatstochten maken op natuurijs. Ik blijf even staan bij de rozenstruiken, die eind december al begonnen uit te lopen. Heel voorzichtig nog, ik kon mijn ogen niet geloven en kon me niet herinneren dat het ooit eerder is gebeurd. Dan komt Han de tuin in. Hij slaat een arm om me heen. Als we samen naar binnen lopen, zeg ik: “Lieverd, er is een brief voor je. Uit Spanje.” Hij maakt de envelop open, haalt de brief tevoorschijn en laat zich langzaam op een keukenstoel zakken. “Van Dorien”, zegt hij.

Vrijdag

Sinds Dorien samen met Otto is vertrokken, bestemming onbekend, heeft Han nauwelijks over haar gepraat. Ik weet dat hij zich steeds meer zorgen maakt. Wanneer moet je iemand gaan opsporen? De politie komt alleen in actie als er aanwijzingen zijn van een misdrijf. Volwassen mensen hebben het recht zich ergens te vestigen zonder hun familie te vertellen waar. In hun laatste gesprek zei Dorien dat ze ‘ergens zichzelf willen zoeken’. Weg van alles wat bekend en vertrouwd is. “We zien wel waar we terechtkomen. En Han, misschien laat ik iets van me horen. Misschien ook niet. Maar maak je geen zorgen, dat doen wij ook niet.”

Nu is er de brief. Han leest ’m. Hij leest ’m nog keer. En nog een keer. Dan kijkt hij naar mij. “Ze zijn in Spanje”, zegt hij. “Ergens aan de kust in een klein plaatsje, meer een nederzetting eigenlijk, samen met wat mensen die ze daar hebben ontmoet. Een soort commune. Mensen die net als zij ook geen burgerleven willen leiden, zoals jij en ik dat doen.” Dat moet ik even verwerken. Wat is er mis met het burgerleven zoals ik dat leid? Moet je daarom aan een ver strand in een commune gaan wonen? “En waarom ineens deze brief?” vraag ik. “Geen idee”, zegt Han. “Ze zegt alleen dat ik mij geen zorgen moet maken. Ze voelen zich happy. ‘We hebben onze bestemming bereikt’, schrijft ze.” “Geen adres?” vraag ik. Han schudt zijn hoofd. “Geen adres”, herhaalt hij.

Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!

Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en werkt in een broodjeszaak.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden