null Beeld

PREMIUMDagboek #10

Dagboek van Anne-Wil: “Ik hoor luid gerinkel, een harde bons en gevloek”

Han gaat een paar dagen naar Duitsland om het huis van zijn overleden oom op te ruimen. Anne-Wil blijft thuis bij de schilders.

Tineke Beishuizen

Donderdag

Omdat alles bij ons thuis naar verf smaakt, eten Han en ik bij Manon vanavond. Zij kookt niet, dat doen Willeke en een jongensachtig meisje, of een meisjesachtige jongen, die zich voorstelt als Benny. “Grappige naam”, zegt Han hartelijk, en hij pompt haar – of toch zijn? – hand heen en weer.

“Het wordt een Noord-Afrikaanse stoofpot met kikkererwten”, kondigt mijn kleindochter aan. “Waardoor we vannacht allemaal winderig zullen zijn”, lacht Boy. Ik neem Titia op schoot. Ze knabbelt tevreden op een rijstwafel. Boy schenkt wijn in, Manon maakt heerlijke toastjes met Franse kaas. “Ga je dit weekend naar Duitsland?” vraagt ze. Han knikt. “Samen met mijn zus. Met alle neven en nichten gaan we het huis van oom Helmut opruimen, zodat het in de verkoop kan. Helmut was de jongste broer van mijn vader, dol op kinderen, maar nooit getrouwd geweest. Elke zomer logeerden Dorien en ik wel een week of twee bij hem, dan gingen onze ouders samen op vakantie. Hij had een biljart, ontelbaar veel strips, en zijn huis was zo groot dat we er hotelletje speelden. Wij vonden het geweldig daar, alles mocht. Een vrouw uit het dorp kookte voor hem en deed het huishouden. Hij deed iets met aandelen, maar ik herinner me vooral dat hij overdag vaak sliep. Achteraf denk ik dat hij alcoholist was, maar niet eentje met een kwade dronk. Op een gegeven moment werd hij een beetje zonderling, hij sprak weinig mensen meer, die vrouw mocht niet meer komen en hij ging van alles verzamelen.”

“Een hoarder?” vraagt Manon. “Dat niet”, antwoordt Han, “maar ik denk wel dat het een uitdaging wordt om zijn huis in een weekend op orde krijgen.” “Ga je ook mee, mams?” Ik schud van nee. Natuurlijk heb ik met de gedachte gespeeld, maar ik wil geen vrije dagen inleveren om het huis van een onbekende oom op te ruimen met de neven en nichten van Han. Ik hoop vooral dat ze snel klaar zijn, zodat hij snel weer thuis is.

“En wat gaan jullie met de erfenis doen?” vraagt Willeke. Han en ik kijken elkaar aan. “Tja”, zegt hij, “we weten natuurlijk nog niet hoeveel het huis gaat opbrengen, maar het lijkt mij erg leuk om een camper te kopen.” Een camper is een grote wens van Han, maar eerlijk gezegd moet ik er niet aan denken. Als ik iets erg vind, is het wel om met een rol onder je arm naar de wc te lopen. “We zien het wel”, zeg ik. “Misschien valt het bedrag tegen en kunnen we er net twee elektrische fietsen van kopen.” “Mijn lieve schat heeft het kampeervirus nog niet echt pakken”, lacht Han, en hij kust me op mijn wang.

Maandag

Gisteren belde Han dat het opruimen van het huis toch meer tijd kost dan verwacht. Hij blijft nog een paar dagen in Duitsland. En dus ben ik op mijn vrije dag alleen thuis met de schilders. Vanochtend heb ik koffie met ze gedronken en daarna ben ik boven gaan rommelen, omdat ze beneden aan het werk waren.

Als ik met mijn armen vol beddengoed de keukendeur opendoe, hoor ik een luid gerinkel, vervolgens een harde bons en krachtig gevloek. Op de grond ligt een van de schilders, half onder een ladder en naast hem een keukenkastje, dat hij in zijn val van de muur heeft getrokken. Om hem heen scherven van mijn servies. Er is geen bord of beker meer heel…

Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!

Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en werkt in een broodjeszaak.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden