null Beeld

PREMIUMDagboek #18

Dagboek van Anne-Wil: “Ik probeer geduldig te blijven. ‘Je bent hier om te werken, Lieve’”

Anne-Wil werkt in een broodjeszaak. Daar probeert ze iemand in te werken.

Maartje Fleur

Vrijdag

Lieve heet het meisje dat ik moet inwerken. Ze is iets ouder dan Willeke en heeft nu een tussenjaar, omdat ze nog niet weet wat ze wil gaan studeren. In haar rechterhand zit haar telefoon geplakt. “Leg dat ding nou even weg”, zeg ik, “dan laat ik je zien hoe je melk opschuimt.” Zuchtend stopt ze de telefoon in de achterzak van haar veel te wijde spijkerbroek. Als ik vervolgens vraag of zij een cappuccino wil maken, is het resultaat een waterige bak koffie met slap schuim. “Straks nog maar een keer proberen”, zeg ik. “Ga eerst maar even de vaatwasser uitruimen. Daarna mag die vuile vaat erin.”

Ik loop terug de zaak in om gasten te helpen. Als het tegen lunchtijd druk wordt, roep ik Lieve om te komen helpen. Maar ze is nog steeds niet klaar met de afwas, en ik begrijp wel waarom: ze zit continu op haar telefoon. “Geef die maar even aan mij, dan kun jij de bestellingen opnemen.” “Nee”, piept ze. “Hij is van mij.” Ik probeer geduldig te blijven. “Je bent hier om te werken, Lieve, niet om filmpjes te kijken en weet ik veel wat je allemaal op dat ding doet. Nou, geef hier, want je bent er alleen maar door afgeleid.” Ze schudt haar hoofd, haar lange haren golven mee. Dan zegt ze met een snik: “Ik ga weg.” “Hoezo weg?” De tranen lopen over haar wangen. “Ik vind het hier niet leuk.”

Voor ik het weet, heeft ze haar jas gepakt en loopt ze de lunchroom uit. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden, maar het komt wel ontzettend slecht uit omdat ik er nu helemaal alleen voorsta. Tegen het einde van de middag is Sjoerd terug. Ik vertel wat er is gebeurd. “Goed personeel is moeilijk te vinden, Anne-Wil”, zegt hij. “Was er van jou maar een tweede.” Van die opmerking knap ik weer helemaal op.

Zaterdag

Vanuit bed kijk ik naar Han die zijn tanden poetst. Of liever, naar zijn blote billen, want die trillen zo vrolijk mee. “Bart kwam tegen een uur of vier nog even in de zaak langs.”

“Geuk”, antwoordt hij, met een mond vol schuim.

“Hij vertelde dat Engelien promotie krijgt. En dat hij minder gaat werken, zodat hij meer tijd heeft voor de kinderen. Ik lees wel steeds dat de overheid wil dat mensen meer gaan werken, maar het is toch fijn als je kinderen niet elke dag naar een kinderdagverblijf hoeven? Manon is ook veel ontspanner sinds ze op woensdag vrij heeft.”

Omdat Han nog druk is met flossen, filosofeer ik nog even door over kinderopvang, toeslagen en salarissen. Dan vraag ik: “Wist je trouwens dat Bart en Manon elkaar sinds kerst niet meer hebben gezien? Zou er misschien iets tussen die twee zijn voor­gevallen? Manon zegt er niks over, maar ja, zij vertelt me ook niet altijd alles.”

Ondertussen neemt Han een slok water en begint te gorgelen als een kalkoen. Geen idee welke tandarts hem dat heeft geadviseerd, maar hij gelooft er heilig in. Daarna komt hij in bed liggen, gezellig dicht tegen me aan. “Misschien moeten wij iets organiseren”, zegt hij.

Ik zie voor me hoe de hele familie in een kringetje in onze woonkamer zit en hoe ik met rode konen heen en weer ren om iedereen van drankjes en hapjes te voorzien. “Als we nou eens een groot huis huren”, gaat hij verder. “Voor een dag of drie. Dan kunnen we allemaal uitgebreid met elkaar bijkletsen en zijn eventuele irritaties zo gladgestreken. Wat denk je?”

“Een top-idee!” Ik geef hem een lange zoen.

Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!

Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en werkt in een broodjeszaak.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden