L22_Anne-wil Beeld L22_Anne-wil
L22_Anne-wilBeeld L22_Anne-wil

PREMIUM

Dagboek van Anne-Wil: “Ik schrik van Manons blik, gaat dit wel over haar vriendin?”

Maartje Fleur

Met dochter Manon en kleindochter Titia gaat Anne-Wil op zaterdag naar het tuincentrum.

Zaterdag

Voor het tuincentrum staat een kleine file. Manon schuift haar zonnebril omhoog en zucht. “Blijkbaar zijn er meer die dit idee hadden.” Een verkeersregelaar wijst ons een parkeerplekje aan. Als Manon Titia even later in haar rode wandelwagen wil zetten, weigert ze pertinent. “Tiet lopen!” gilt ze. Manon tilt haar toch op, maar Titia maakt zichzelf zo stijf als een plank. Geduldig legt mijn dochter háár dochter uit dat het een heel groot tuincentrum is en dat ze nog maar kleine beentjes heeft. Maar de dwarse tweejarige blijft nee schudden. “We kunnen haar ook in de winkelwagen zetten als ze moe wordt…”, stel ik voor. Zo gezegd, zo gedaan.

In de winkel schiet Titia alle kanten op. Ze zit overal aan, wat een hoop boze blikken van winkelmedewerkers oplevert. Manon weet haar net op tijd bij een vijver met waterplanten weg te trekken. Dan tovert ze een rijstwafel uit haar tas en zegt ze dat Titia die alleen krijgt als ze in de winkelwagen gaat zitten. Dat lijkt te werken, gelukkig!

Nu kunnen we rustig rondkijken. Manon is op zoek naar bij-vriendelijke bloeiers, ik weet het nog niet zo goed. Han zegt steeds dat hij zo snel mogelijk met de verbouwing wil beginnen en ik vermoed dat ik deze zomer dan niet vaak in de tuin zal zitten. “Eigenlijk zie ik behoorlijk tegen die verbouwing op”, zeg ik. “Het geeft zo’n troep en ik vind het ook vervelend om steeds werklui over de vloer te hebben. Ik zei tegen Han dat we ook de keuken kunnen opknappen, maar daar wil hij niets van horen.” “Ik begrijp wel dat hij daar geen zin in heeft, mam”, zegt Manon. “Die keuken zat er al in toen je er kwam wonen.” Ze houdt een bak met paarse petunia’s omhoog. “Weet jij of dit een inheemse plant is? Dat is beter voor de insecten.” “Ik heb geen idee, maar ze ruiken wel heel lekker. Vooral in de avond geuren ze sterk.” Manon pakt haar telefoon om de plant op te zoeken en zegt dan: “Nee, ze komen uit Zuid-Amerika.” Ze haalt de bak weer uit de kar. Wat is dit voor gekkigheid? Rond mijn petunia’s wemelt het altijd van de bijen, maar ik zeg er niets van.

Daarna ploffen we neer in de koffiehoek van het tuincentrum. “Ik trakteer”, zeg ik. “Wil je taart of heb je zin in een broodje? En wat lust Titia?” We nemen allebei de aardbeienvlaai, want die ziet er verrukkelijk uit. Titia voeren we om de beurt een hapje. Ondertussen praten we over een getrouwde vriendin van Manon, die haar jeugdliefde weer heeft ontmoet. “Ze zegt dat het weer net zo voelt als toen, alsof de tussenliggende jaren er helemaal niet toe doen. En nu heeft ze geen idee wat ze ermee moet.”

Mijn gedachten dwalen af naar mijn eerste liefde. Hoe zou het met Gerard zijn? Hij had heel grote handen, die hij zo om mijn middel kon leggen. Het is lang geleden dat iemand dat kon. Ondertussen praat Manon verder: “Ze probeert wel steeds het contact te verbreken, maar dan appt hij weer. Eigenlijk wil ze hem ook niet kwijt. Als je het mij vraagt, is ze verliefd op hem.” Ze kijkt er zo zorgelijk bij dat ik ervan schrik. Gaat dit verhaal wel over een vriendin?

Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!

Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en werkt in een broodjeszaak.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden