null Beeld

PREMIUMDAGBOEK #11

Dagboek van Anne-Wil: “‘Zák!’, roep ik uit de grond van mijn hart tegen Han”

Nu Anne-Wil twee keer per week op haar kleindochter past, realiseert ze zich hoe erg ze haar werk mist.

Anne-Wil

Donderdag

Ik heb ooit eens gelezen dat elke ochtend je bed uit komen de grootste daad van optimisme is. Zo ervaar ik het ook vaak. Nooit lig ik zó lekker als op het moment dat de wekker gaat. Als ik dan het dekbed terugsla en de koelte van de slaapkamer over me heen komt, voelt dat als een heldendaad. Maar vandaag is anders, want vanuit de logeerkamer hoor ik de opgewekte geluidjes van Titia. Wat een perfect kind is het toch. Ik heb geen idee hoe laat ze wakker wordt, want ze beschikt over het zeldzame talent dat ze zichzelf kan bezighouden. Dat was met mijn eigen kinderen wel anders. Vooral Manon eiste alle aandacht op vanaf het moment dat ze haar helblauwe ogen opendeed. Bij het ledikantje word ik getrakteerd op een stralende lach en twee armpjes die zich naar me uitstrekken. Zo met haar kleine warme lijfje in mijn armen kan deze dag niet meer stuk. Kinderliedjes neuriënd loop ik met haar naar de badkamer voor haar ochtendbadje.

Zaterdag

Sinds ik twee dagen in de week voor Titia zorg, realiseer ik me op de andere dagen steeds meer dat ik mijn werk mis. De vrouw van de kringloopwinkel heeft het opgegeven mij te bellen. Om de een of andere reden is dat niet wat ik zoek. Te groot, te veel… ik weet het niet. “Oké”, zegt Han als ik erover begin. “Als het zo voelt, moet je het niet doen. Maar probeer dan iets te vinden wat je wél aanspreekt.” Dat irriteert mij mateloos. Hij ziet het aan mijn gezicht. “Van mij hoef je niets hoor, maar het is overduidelijk dat het jou niet lekker zit, dat rondhangen in huis. Je kunt toch wel íets ondernemen zolang je geen baan hebt? Ga vrijwilligerswerk doen, volg een cursus Chinees, haal je rijbewijs, zodat je makkelijk ergens naar toe kunt, dóé iets!” Het klinkt als een verwijt en ik voel me aangesproken. “Zák!”, roep ik uit de grond van mijn hart. Met een klap sla ik de deur voor zijn neus dicht.

Dinsdag

Voor het eerst sinds tijden lunch ik weer eens met Carolien. We zitten bij de beste en gezelligste broodjeszaak van de omgeving. Ik vind het leuk weer eens iets samen met mijn buurvrouw te doen. We zien elkaar veel te weinig. Is het geen corona, dan is het omdat er in haar enorme familie altijd wel iemand jarig is, geboren wordt, doodgaat of mantelzorg nodig heeft. Als we een tweede koffie bestellen, hebben we nog steeds onze broodjes niet. De eigenaar van de zaak komt het aan tafel uitleggen. De vrouw die samen met een collega in de keuken de broodjes deed, is onverwacht vertrokken. En tja, hoe kom je op zo’n korte termijn aan vervanging? Het klinkt als een vraag en misschien dat ik daarom zeg: “O, dat wil ik wel doen, ik heb toevallig toch geen werk op dit moment.” “Dat meent u niet”, zegt de man. Terwijl Caroliens mond openvalt van verbazing, antwoord ik opgewekt dat ik het wel degelijk meen.

Meer lezen van Anne-Wil? Dat kan hier!

Anne-Wil heeft twee kinderen, zes kleinkinderen, is getrouwd met Han en heeft momenteel geen werk.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden