PREMIUMColumn
Agnes: “Hun relatie is eindelijk over, de vlag kan uit!”
Agnes schreef al eerder over haar vriendin J., die in een manipulatieve relatie zat. Nu is die relatie eindelijk over.
“Gaat het?” vroeg ik oprecht geschrokken en bezorgd, maar mijn hart maakte een klein sprongetje. Ik schreef al eerder op deze plek over mijn goede vriendin J. en haar giftige relatie. De ploert in kwestie regisseerde haar hele leven. Niet vanaf het begin. Natuurlijk niet. We leerden hem allebei kennen tijdens een gezellig avondje op mijn stoep. Ik woonde destijds nog in een levendige wijk en zoals wel vaker het geval was, zaten we samen met een fles wijn op het bankje voor mijn huis. Op een dag liep hij langs, met - dat geef ik meteen toe - een beeldschone glimlach. Hij keek J. aan en ze was verkocht. “Wil je ook een wijntje?” had ze gevraagd. Hij - de ploert in vermomming - bestelde pizza’s en kletste honderduit, terwijl hij haar diep in de ogen keek. Uiteindelijk taaide ik af, blij voor mijn vriendin dat ze zo’n leuke, spontane en attente man tegen het mooie lijf was gelopen.
Nu weten we dat hij J. aan het love bomben was, zoals dat in narcistische termen heet; hij overlaadde haar met aandacht, liefde en attenties. Het was zo’n verliefdheid die je alleen in romantische komedies ziet, want in het echte leven staan mannen niet om drie uur ’s nachts bij je op de stoep met een bos bloemen. Natuurlijk niet. Ik vond het gek, dat iemand die je amper kent in de donkere uurtjes aan je bel loopt te jengelen, en passant alle buurhonden wakker makend. En dat allemaal om je de liefde te verklaren. Kan dat niet wachten tot op z’n vroegst een uur of negen?
Wat had ik kunnen zeggen, toen J. me die ochtend dolgelukkig belde? Dat ik hem bij nader inzien een beetje te intens vond? Dat vijf weken daten misschien te vroeg is om het over samenwonen te hebben? Ik beet op mijn tong, omdat ik haar geluk op dat moment niet wilde indammen. Ik wilde niet die verbitterde oude vrijster zijn die de lovers van haar vriendinnen met een zure opmerking fileerde. Volgens mij zat ik toen in zo’n leven en laten leven-fase en ja, daar heb ik spijt van. Ik had eerder aan de bel moeten trekken.
Alles wat hij in het begin leuk aan haar vond - het spontane en uitbundige - brak hij stukje bij beetje af. “Doe eens rustig”, kon hij tegen haar snauwen, terwijl we gewoon hard lachten op een dakterras. Of: “Doe je dát aan?” zeven seconden voor vertrek, terwijl ze al een uur in dat jurkje rondliep. Ploert ondermijnde haar zelfvertrouwen en maakte haar afhankelijk, omdat ze steeds meer snakte naar zijn goedkeuring. Mijn “Wat kan jou het schelen wat hij van je jurkje vindt”, kwam niet aan. Net zo min als mijn telefoontjes, zo leek het. Ze nam nog maar amper op en ging zonder hem bijna de deur niet uit. “Want dan mist hij me.”
De laatste keer dat ik haar zonder hem zag, was tijdens een avondje op mijn balkon, zo’n anderhalf jaar geleden. Echt gezellig werd het niet, omdat hij haar geen rustige avond gunde. Nee, hij had haar eerst een schuldgevoel aangepraat, omdat ze zonder hem het pand verliet. En daarna gaf hij haar een onmogelijke opdracht: “Neem dan wel een lekker toetje voor me mee”, zonder erbij te zeggen waarin hij trek had. Het was een smet op onze avond en daarna bekoelde onze vriendschap snel. Omdat zij zich nog meer terugtrok en ik druk was met mijn verhuizing. Ze laat hopelijk wel weer een keer van zich horen, dacht ik.
En dat moment was zaterdagmiddag. ‘Ben je druk?’ whatsappte ze. ‘Nee’, loog ik, en ik waste de aarde van mijn handen, klaar voor haar telefoontje. “Het is uit”, zuchtte ze aan de andere kant van de lijn. “Gaat het?” vroeg ik oprecht geschrokken en bezorgd. Want ploert of niet, een break-up doet altijd pijn. Eigenlijk maakte mijn hart een sprongetje: hun relatie is eindelijk voorbij, de vlag kan uit. Al zal het waarschijnlijk even duren voordat J. dat zelf ook inziet...
Agnes Hofman (43) is lifestylejournalist met Nederlandse en Braziliaanse roots. Ze woont in Lissabon met T., haar zoon van 23 en hun asielhondje Nacho. Ze schrijft voor Libelle over haar leven, loslaten en gelukkig(er) worden.