null Beeld

PREMIUMColumn

Hanneke: “Naarmate ik ouder word, word ik een slechtere beurtwachter”

Hanneke Mijnster

Hanneke Mijnster staat op een vol parkeerterrein te wachten op een plekje en beziet de patronen van alle aanwezigen.

Tuurlijk. Ik had het kunnen weten. Ga op een zonnige winterdag naar een afgelegen pannenkoekenhuis middenin de Amsterdamse Waterleidingduinen en voor je het weet rijd je mee in een carrousel van ergernissen.

Lunchtijd, best al trek, een toilet zou ook fijn zijn. En dan die geur van gebakken goeds die de auto binnendringt en je smaakpapillen opwarmt. Het zijn de ingrediënten voor een krachtmeting in karakter. Want je wil door, die wagen uit en de wijde wereld in. Of op z’n minst de lonkende plaatselijke horeca.

Na het derde rondje zette de zucht in, en niet alleen bij mij. Bestuurders voor mij bekvechten over of de man met de kortste hoek echt als eerste recht heeft op de smalle plek links, waarbij de verliezer hoofdschuddend wegloopt. Tien minuten en drie meter verder wuift een voluptueuze senior dat hij weggaat. De auto voor me zet meteen beide knipperlichten aan opdat ik het vooral niet in mijn hoofd haal om de mijne er gauw in te steken. Blijkbaar vertrouwt de vrouw des wagens er toch niet op, want ze stapt uit - ze zat om onverklaarbare redenen achterin - en gaat, kordaat als ze is, met haar armen over elkaar bij het uiteinde van de parkeerplaats staan.

Bruine wattenjas, spijkerbroek diep in de eveneens bruine laarzen gepropt en een zwarte haarband in het ook al bruine haar. En een gedetermineerde blik die de aanstaande parkeerplek niet uit het oog verliest. Een soort handdoekje leggen tussen de witte strepen. ‘Ik ga d’r gewoon vast staan hoor, Harm, deze is voor ons!’ Ik vraag me af of Harm het met zijn vrouw eens is, of dat hij zich schaamt. Als ze mijn vrouw was, dat laatste.

Vervolgens staat ze daar te kijken, quasi nonchalant maar toch hebberig, terwijl de pensionado en zijn vrouw instappen. Hij moet zijn jas nog uit, zijn gordel om, zijn navigatie instellen, zijn bril poetsen, en dat alles in het tempo waarmee een zeventigplusser dat doet. Een tempo dat niet verder van de menselijke pion af kan staan. Dus ze staat daar, de vingers al licht op haar arm tikkend, om zich heen kijkend, maar toch echt te lang om niet voor schut te staan. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat ze het zelf doorheeft. Wat volgt is een toneelstuk van onderdrukte frustratie, zenuwen en trots op haar assertiviteit. En ik zit dankzij het smalle pad, en de vier keer opnieuw stekende senior, op de eerste rij.

Het is een wedstrijdje ‘wie heeft de langste piemel’ zonder te praten, zo’n parkeerplek vinden die er haast niet is. Ik ben niet onder de indruk van lange piemels en ga er al helemaal niet voor buiten de auto staan. Waarom al dat drama? Ik heb geen haast, ik ga gewoon wandelen. Zo’n potje bekvechten om een plaats trekt alle zon uit deze dag, dan rijd ik liever nog een rondje.

Toegegeven, naarmate ik ouder word, word ik een slechtere beurtwachter. Er ontsnapt zelfs weleens een zucht, zoals nu. Behalve wanneer ik een goede dag heb, dan laat ik mensen overal voorgaan en geniet ik extra lang van de glimlach die het oplevert. Nu is niet zo’n dag, want dit is de jungle. Trots op m’n eigen mindfulness kijk ik toe hoe de bruingejaste vrouw voldaan met haar bruingejaste man en hangerige kinderen naar het pannenkoekenhuis loopt. Op naar een heerlijke dag. Wat zou zij nu denken? En hij? En tijdens al deze overpeinzingen piept een kleine groene Kia in het plekje rechts voor mij. Sukkel.

Hanneke Mijnster (42) leest, praat en schrijft het liefst over de liefde. Co-oudert vol overtuiging en werkt nooit meer voor een baas. Ze woont vlakbij de kust en schrijft goudeerlijk over haar leven, lusten en lasten.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden