PREMIUMcolumn
Hanneke: “Op mijn vakantie-to-do-lijst staat vanaf nu ook mijn jongens instrueren over nood en dood”
Hanneke reist vaak alleen met haar kinderen, maar bedenkt zich nu pas wat de risico's hiervan zijn.
Eind jaren tachtig had ik er al de schurft aan - en nu nog steeds. Kettingbrieven, en tegenwoordig social mediaposts die iedereen deelt, aangevuld met een berg uitroeptekens en hartjes of, nog erger, een zalvende boodschap als ‘delen = lief’. En dan van die braafbekken die erbij zetten ‘gedeeld in Heerhugowaard.’ Tuurlijk, ik snap heus dat het vervelend is dat je poes kwijt is, of je wil waarschuwen voor een kinderlokker in de buurt, en dat je de kracht van vermenigvuldiging gebruikt om je poppekontje terug te vinden. Doe ik dus allemaal niet aan mee. Ik deel nooit iets. Het blijft toch een beetje schreeuwen op het digitale schoolplein.
Zelfs op LinkedIn, het medium waar je toch voornamelijk je zakelijke gal en goeds spuwt, kwam nu zo’n deel-mij-drammer voorbij. Ik zuchtte ervan, totdat ik beter las. Een vrouw uit Texel zoekt een passagier, een cardioloog, die tijdens de treinrit naar Duitsland een man reanimeerde. De vader van haar kinderen. De post komt via allerlei wegen op mijn feed terecht, steeds een beetje aangepast. Ik lees en schaam me voor mijn eerdere gezucht. De man was met zijn kinderen op reis en blijkt het niet overleefd te hebben. Het was traumatisch voor alle inzittenden, en nog wel het meest voor die kinderen. De armerds. De rest van de dag zingt het verhaal rond in mijn hoofd.
Noem het naïef, maar in de zeven jaar dat ik single reis met mijn jongens heb ik er nooit bij stilgestaan dat er onderweg iets met mij kan gebeuren. Ik was vooral druk met stoer doen. In de week dat hun vader zijn spullen uit het gezinshuis haalde, vloog ik met die gasten naar Florence. Hupsakee, auto huren en genieten. En trots dat ik was, dat ik dat gewoon allemaal fixte. Londen deden we, Rome ook, vorig jaar waren in Hamburg en deze zomer vliegen we naar Barcelona. Vliegen ja, want drie dagen rijden in mijn eentje zie ik echt niet zitten. De gemene deler: ik ga automatisch uit van het goede. Dat ik alleen met die guppen op reis net zo makkelijk doe als samen. Dat ik zorg dat ik het kan betalen, prima regel en gezellig maak. Alleen: hoe regel ik dat ik niet dood ga onderweg? En wat moeten ze als ik wel ga? Hun vader bellen? Eerst 112 natuurlijk, dat is wel zo fijn. Maar daarna zijn ze toch echt op elkaar aangewezen als ik daar ergens op de playa bezwijk. De doodsangst vliegt me om het hart, terwijl ik van nature zo’n optimist ben. Toegevoegd aan mijn vakantie-to-do-lijst is vanaf nu mijn jongens instrueren over nood en dood. En verder giet ik mijn glas gauw weer halfvol en lees ik nooit meer een kettingbrief.
Hanneke Mijnster (42) leest, praat en schrijft het liefst over de liefde. Co-oudert vol overtuiging en werkt nooit meer voor een baas. Ze woont vlakbij de kust en schrijft goudeerlijk over haar leven, lusten en lasten.