PREMIUMColumn
José: “Bevallingsplan? Dertig jaar geleden toen ik mijn kinderen baarde, bestond dat nog niet”
Een bevallingsplan vol eisen en wensen over knippen en pompen? José weet: je hebt meer aan een God in een Witte Jas tijdens je bevalling.
Ik schreef al eerder over Dag & Nacht, de tv-serie over vroedvrouw Ella, hoofd van de afdeling verloskunde in een ziekenhuis. In bijna elke aflevering komt wel een stel voor dat precies voor ogen heeft wat voor een bevalling het moet worden: “Geen knip en geen pomp en zéker geen infusen, want de natuur moet zijn gang kunnen gaan.” Die wensen, vaak keiharde eisen die een vakbond niet onwaardig zouden zijn, hebben ze laten vastleggen in ‘Het Bevallingsplan’.
Bevallingsplan? In mijn tijd, dertig jaar geleden toen ik mijn kinderen baarde, bestond dat nog niet. Ja, je sprak van tevoren met je vroedvrouw of gynaecoloog je wensen door. Bij mijn eerste zwangerschap vertelde ik mijn arts dat ik graag op een baarkruk wilde bevallen. Het leek me handig om verticaal te persen, dan zou de zwaartekracht een handje meehelpen. Hij reageerde ontstemd: “Een baarkruk? Als ik op mijn knieën mijn werk wil doen, dan was ik wel loodgieter geworden.”
Bij de bevalling bleek hij gelukkig geen dienst te hebben. Wel een piepjonge dokter die alles best vond en voor mij op zijn knieën wilde gaan. Maar toen de ontsluiting bleef steken op acht centimeter moest hij er een meer ervaren gynaecoloog bij halen. Het zou kunnen dat ik inmiddels niet meer bij zinnen was, maar dit is wat ik mij herinner: een God in Witte Jas stormde binnen, zonder omhaal stak hij een hand in mij en deed iets godsgruwelijk verschrikkelijk zeers daarbinnen. Daarna haalde hij zijn hand uit me en zei tegen het team dat ademloos had toegekeken: “Ze kan persen.”
En hij verdween uit de kamer.
‘Wat deed hij nou?” vroeg ik toen ik weer enigszins bij was gekomen.
“Hij heeft het laatste randje van de baarmoedermond over het hoofdje van de baby geduwd”, zei die jonge knul, stikkend van bewondering. “Die laatste twee centimeters schoten niet op, dus hij greep in.”
Daarna mocht ik plaatsnemen op de baarkruk en perste ik onder luide aanmoedigingen van hem, de verpleegkundige en mijn man mijn prachtige dochter eruit.
Ik moest weer aan mijn bevalling denken toen ik van de week een artikel las over een onderzoek waaruit bleek dat bij een flink deel van de barende vrouwen geen toestemming wordt gevraagd voor ‘ingrijpende handelingen’. En dat moet wél volgens de wet. Er werd een vrouw geïnterviewd die verdrietig vertelde dat ze een knip had gekregen zonder dat zij dat wist.
Ik dacht aan die God in Witte Jas; ik kan me niet herinneren dat hij mij om toestemming heeft gevraagd. Vast niet. Stel dat hij het wel had gedaan en ik dat had geweigerd? Wat was er dan gebeurd? Had ik dan nog uren liggen lijden? Was mijn kind in gevaar gekomen?
In het normale leven ben ik best assertief, maar ik ben blij dat me niets is gevraagd, want wat had ik moeten zeggen? “Nee dokter, doe maar niet?” Alsof ik enig benul had wat goed was voor mij en mijn kind op dat moment.
Hij had zich kunnen voorstellen, dat is waar, dat was wel zo beleefd geweest. Maar soms moeten goden gewoon ingrijpen, geen flauwekul.
Bladenmaker en journalist José Rozenbroek is een nieuwsjunk. Elke week schrijft ze voor Libelle een column over wat haar opvalt en waarover ze zich opwindt.