PREMIUMColumn
Nico: “Ik deed alsof ik nadacht, dat zien mensen graag als je dichter bent”
Nico Dijkshoorn geeft een lezing in een dorp waar rijm-fundamentalisten woonden, zo ontdekt hij.
Enkele weken geleden las ik voor in een zaaltje. Na afloop, bij de bar, kwam er een vrouw op me af. Ze begon meteen veel te hard tegen me te praten. “Dichter, dichter? Hoezo dichter? Ja, kan je dom gaan staan lachen, maar geef daar nu eens gewoon antwoord op!” Ik zei dat ik dan eerst de vraag moest weten. Inmiddels hadden zich een tiental mensen om ons heen verzameld. Ze keken hoe ik me hier uit ging redden. De vrouw - ze had haar jas al aan en was opgemaakt in oorlogskleuren - deed een stap vooruit, ging vlak voor mij hangen en zei heel hard: “Rijmen!” Het werd nu steeds ongemakkelijker. Daar stond ik, in een buurthuis, ver weg van de bewoonde wereld. Ik was blijkbaar terechtgekomen in een dorp waar rijm-fundamentalisten woonden. Een van de omstanders meende ook een bijdrage te moeten leveren. Ook hij - een man met het uiterlijk van een natte wasbeer - ging met zijn hoofd vlak voor mij hangen en schreeuwde: “Eindrijm als het niet te veel gevraagd is!”
Ik begreep allang waarover ze het hadden. Ik was elf jaar lang in het programma De wereld draait door aangekondigd als huisdichter, en nu kwamen die mensen verhaal halen. Ik had het al eerder meegemaakt, deze behoefte aan rijmende woorden, maar zo agressief als hier was het nog nooit geweest. Ik deed alsof ik nadacht. Dat zien mensen graag als je een dichter bent. Vuist tegen het hoofd en dan nadenken over het volgende rijmwoord. Ik keek de man recht aan en zei: “Knip knap knop, hipperdiehappperdiehop.” Dat maakte de sfeer er niet beter op. De vrouw vlak voor mij zei: “O, gaan we leuk doen? Gaan we ons, de liefhebbers van eindrijm, hier een beetje belachelijk staan maken. Je bent een dichter van niets, want je rijmt niet. Zo denk ik erover. Het is luiheid. Wie wil rijmen, moet een beetje zijn best doen.” Ik antwoordde: “Pan, Kan, Jan, Plan, Man, Grotten van Han. Peter, Veter, Thermometer. Kuikentje Wip, Kippetje Kip. Beginnersgeluk, Mind-gefuck.” Dat maakte de vrouw nog kwader. “Dus je kunt het wel, maar doet het niet. Omdat mijnheer op eindrijm neerkijkt. Want meneer is een Dichter. Meneer speelt met taal. Dit boek signeren graag.”
Ze gaf me mijn eigen dichtbundel. Ik vroeg naar haar naam. Ze heette Stien. Ik schreef: ‘Voor Stien. Leuk om je te hebben gezien vandaag.’
Nico Dijkshoorn (62) woont samen met Tanja, heeft twee kinderen uit een vorige relatie en een heel eigen kijk op de wereld.