PREMIUM
Roos: “Het is de reflex van mijn man om bij alles wat misgaat naar mij te wijzen”
Als er thuis iets misgaat, krijgt Roos daar de schuld van. Ze vermoedt dat dat typisch een mannending is.
“Waar is de schaar? Roos! Wat heb je met de schaar gedaan?” Er is iets merkwaardigs aan de hand in ons huishouden: ik krijg altijd de schuld. Van alles. Is er een bord gebroken in de afwasmachine? Dan klinkt meteen: “Rooooooos!” Een trui te heet gewassen? Ik hoor mijn naam alweer vallen. En dan nog al die dingen die kwijt zijn: blijkbaar ben ik daar voortdurend schuldig aan. “De autosleutel is weg. Roos, waar heb je hem gelaten?” “Aaaaaaah nee, de kraan van het bad staat open, alle stroomt over. Rooooooos!” “Roos, de melkbekers in de schooltassen hebben gelekt!” “Roos, er zit schimmel in de kamerplant!” “Roos! Roos! Roos!”
Ik ben er inmiddels aan gewend. Zodra “Waar is…”, “Hoe kan…” of “What the *piep*…” door het huis schalt, brul ik terug: “Ik heb het niet gedaan!” Meestal helpt het weinig. Het is simpelweg de reflex van mijn man om bij alles wat misgaat naar mij te wijzen. Dat kan de stakker niet helpen. Ik wil niet generaliseren, maar laten we eerlijk zijn: dat is wat testosteron-achtigen vaak doen. Terwijl ik vaak tob, pieker en navelstaar (vinden mensen me aardig, ben ik niet te dik, moet ik misschien minder bitchy reageren?), stappen veel mannen met een natuurlijk zelfvertrouwen door het leven. Ik heb een tijdje squash gespeeld en daar vielen de man-vrouwverschillen me extra op. Want wat doet de vrouw als ze misslaat? Ze slaat zich letterlijk voor haar hoofd, zichzelf verwijten toefluisterend. En de man? Die kijkt verwijtend naar zijn racket. Echt waar. Misslaande mannen (of dat nou met een hamer, racket of honkbalknuppel is) loeren altijd eerst kwaad naar het materiaal dat ze gebruiken. Het kán immers niet aan hen liggen.
Eerlijk gezegd ben ik stikjaloers op deze eigenschap. Het moet toch heerlijk zijn om niet de hele tijd aan jezelf te twijfelen, bedenk ik aan het eind van de schaar-zoek-zondag. Ik kruip tegen François aan en vraag of hij hem nog gevonden heeft. Hij knikt. Ja, eh, die schaar lag op zijn werkkamertje. “Ha!” roep ik uit. “Zie je wel dat het niet mijn schuld was?” François staart voor zich uit en zegt dan de ondenkbare woorden: “Heb jij die daar neergelegd?” Ik denk dat ik eens op zoek ga naar een squashracket om hem op z’n kop te slaan. En dat is dan helemaal mijn schuld.
Roos Schlikker (47) heeft twee zonen, een man, een vader op leeftijd en veel vriendinnen. O ja… en zichzelf om voor te zorgen. Iedere week schrijft ze in Libelle wat haar bezighoudt.