PREMIUMcolumn
Sylvia: “Er ligt een zompige bal in de ijskast!”, riep mijn zoon
Sylvia probeert eens iets anders op tafel te zetten, maar man en kinderen zijn er niet zo over te spreken.
Het gaat niet zo goed met de wereld. Als ik de krant lees, moet ik steeds vaker denken aan die gospelsong van Drs. P, Knolraap en lof, schorseneren en prei. De tekst is weer helemaal actueel: ‘Heel onze wereld wordt één woestenij, knolraap en lof, schorseneren en prei / dalende omzet en stijgende lasten, knolraap en lof, schorseneren en prei / liegen, bedriegen, oneerbaar betasten, knolraap en lof, schorseneren en prei / vuil en verval en terreur in de straten, knolraap en lof, schorseneren en prei’. Nou ja, het is een lied uit de sombere jaren tachtig, en die hebben we óók overleefd, dus dat is dan wel weer hoopgevend, zo bedacht ik terwijl ik het liedje neuriede tijdens het boodschappen doen. En die gezellige oud-Hollandse groenten kunnen er ook allemaal niks aan doen. Trouwens, wanneer zie je nog een knolraap of schorseneer in de supermarkt? Daar lagen trouwens wél mooie selderijknollen. Waarom aten wij eigenlijk nooit knolselderij, vroeg ik me af. Ja, in blokjes door de erwtensoep, maar pronkte ‘groentekok’ Ottolenghi niet met zo’n mooie, ronde, hele knol, gepoft in de oven? Die moest ik toch eens maken, bij wijze van vegetarisch gebraad. Diervriendelijk en beter voor het klimaat!
Ik kocht er twee, want een maaltijd zonder vlees kan ik mijn gezin nog nét voorzetten, maar dan moet het verder natuurlijk niet te karig zijn. Thuis waste ik de knollen, wikkelde ze, ingesmeerd met zout en olijfolie, in aluminiumfolie, en zette ze in de oven. Een uurtje of drie moesten ze van Ottolenghi. Hm, een oven drie uur laten branden voor twee knollen, dat was niet echt klimaatvriendelijk, maar wie a zegt, moet ook b zeggen. Toen de tijd (eindelijk) bijna om was, bakte ik een pan aardappeltjes en maakte ik een lekker champignonsausje. Aan tafel, jongens! Hé, waar was de jongste zoon? O ja, die moest werken. Nou ja, des te meer voor ons. Ik sneed een van de knollen open: botergaar en hij geurde heerlijk. Hij smaakte trouwens ook verrukkelijk, zo bleek al gauw. Vergenoegd verslond ik een halve knol, maar mijn oudste zoon en zijn vader zaten mismoedig te kieskauwen.
“Vinden jullie het niet lekker?”, vroeg ik ontzet. Nou, nee, sorry, ik moest het vooral niet persoonlijk nemen, maar nee. “Zompig”, oordeelde mijn oudste zoon, en zijn vader knikte bevestigend. Nou ja! Na het eten was er nog zo’n hele knol over. Ik legde hem onder plasticfolie op een bordje in de koelkast. De volgende ochtend zag ik mijn jongste zoon aan het ontbijt. “Mama!” riep hij verontwaardigd. “Er ligt een doodenge, zompige bal in de ijskast. Ik hoopte eerst even dat het een lekkere, grote gehaktbal was. Ik had er bijna een hap van genomen.” Vol walging keek hij me aan, en smeekte: “Wil je dat alsjeblieft nooit meer doen?” Leuk hoor, Ottolenghi! Ik zong hardop met Drs. P: ‘Rampen bedreigen het menselijk leven. knolraap en lof, schorseneren en prei / waar zijn geloof, hoop en liefde gebleven?’ Misschien volgende week schorseneren proberen? Of nee, laat ook eigenlijk maar.
Sylvia Witteman (56) is getrouwd, heeft een dochter (23), twee zoons (20 en 18) en katten Lola en Siepie.