PREMIUMColumn
Sylvia: “Hoeveel tijd kost het op slot zetten van m’n fiets?”
Sylvia schrijft over haar nieuwe fiets, die echt niet zo lekker fietst als haar oude.
Mijn fiets werd gestolen, en ik kocht een nieuwe. Dat schrijf ik nu wel zo nuchter op, maar in feite had ik nogal wat verdriet van het verlies van mijn fiets. Ik had hem al twaalf jaar, en de tand des tijds had hem behoorlijk toegetakeld, maar hij reed nog steeds heerlijk.
Ik zette hem nooit op slot. Dat wil zeggen: wel op het ringslot, maar nooit aan de ketting. Een fiets aan de ketting leggen is een ontzettend vervelend klusje. En omdat mijn fiets zo aftands en lelijk was hoefde dat ook niet, want het zou toch in niemand opkomen om hem te stelen. Dacht ik. Jarenlang.
Tot hij dus, op een regenachtige zaterdagochtend, tóch verdwenen was. Beteuterd speurde ik een rondje door de buurt (wie weet, wie weet?). Maar nee, de fiets was weg. Dus liep ik dóór, regelrecht naar de fietsenmaker om de hoek, waar ik voor 250 euro een nieuwe kocht.
“Die moet je dus wél op slot zetten”, zei de fietsenmaker. Hij verkocht me een kettingslot. Nog steeds chagrijnig fietste ik op die nieuwe naar huis. De oude zat véél lekkerder... Nou ja, dat zou wel wennen. En thuis knalde ik die nieuwe gewoon tegen dat boompje, zoals ik dat twaalf jaar met de oude had gedaan. Ik stapte mijn huis binnen en wilde de deur al achter me dichttrekken. O, wacht. Dat slot.
Ik sjokte terug naar mijn nieuwe fiets, haalde de ketting uit de fietstas, slingerde hem om dat boompje, door het frame, door het voorwiel, sleuteltje erin, draaien, klik, sleuteltje eruit. In de motregen.
Een uurtje later besloot ik bij mijn moeder op bezoek te gaan. Sleuteltje erin, draaien, klik, sleuteltje eruit, ketting door het voorwiel trekken, door het frame, langs het boompje, en in de fietstas. Fietsen. Een kwartiertje later, bij mijn moeders huis, alles nog eens, maar dan andersom. Een uurtje later alles nog eens, en eenmaal thuis nóg eens.
Het went wel, dacht ik, maar dat bleek niet waar. Ik heb hem nu een maand en nog steeds vind ik het een rotklusje. Dus vanochtend ben ik gaan rekenen. Hoeveel tijd besteed ik per dag aan het op slot zetten van mijn fiets? Laat het twee minuten zijn, al is dat waarschijnlijk aan de krappe kant. Twee minuten per dag, dat komt neer op 730 minuten per jaar, oftewel: ruim twaalf uur. Twaalf uur! Ik rekende verder. Mijn vorige fiets had ik twaalf jaar in bezit gehad, zonder ketting. Dat had mij dus, twaalf keer twaalf, 144 uur gedoe met een fietsketting bespaard. 144 uur van mijn leven! En de komende twaalf jaar zou ik dus 144 uur doorbrengen met dat ellendige slot, voor een fiets van 250 euro! Met die rotklus verdien ik dus, even rekenen, een schamele 1,73 euro per uur!
“Dan kan ik het dus net zo goed láten”, zei ik tegen huisgenoot P. Die lachte, en zei: “Zo werkt dat niet. Zet hem nou maar gewoon op slot.” Ik deed het. Mokkend. Maar hoelang nog?
Sylvia Witteman (56) is getrouwd, heeft een dochter (23), twee zoons (20 en 18) en katten Lola en Siepie.