PREMIUMColumn
Tessa: “Ik was bang dat we nu nooit meer maatjes zouden worden”
Tessa’s dochter belt met een nieuwtje.
Ik rijd door de Heerenstraat in Paramaribo, een straat met grote, oude mahoniebomen. Het is avond, de stad is schaars verlicht, de rolluiken van winkels zijn naar beneden. Ik heb mijn oortjes in en neem meteen op als mijn dochter vanuit Amsterdam belt, het is daar vier uur later, bedtijd. Ik probeer de onrust in mijn stem te onderdrukken. De stress laait op, omdat ze zo ver weg is. Daar heeft zij natuurlijk geen weet van, en als moeder houd ik dat goed voor haar verborgen. Laat haar maar lekker vrij en blij zijn in die grote stad.
“Hé, het is al laat bij jou! Alles goed?” vraag ik en parkeer ondertussen vlak bij de zaal waar straks een presentatie plaatsvindt over de filmsector in Suriname. Ik neem deel als schrijver en documentairemaker. Ik zie ook andere automobilisten een plek zoeken, hoor autodeuren dichtslaan. Ik heb nog geen zin om me in de drukte te begeven en leun achterover. Met de warme stem van mijn dochter in mijn oor is het alsof ze naast me zit, zoals twee jaar geleden nog het geval was. Niet dat ze een makkelijke puber was, bokkig en opstandig en met een sterke wil. Haar leuke kant bewaarde ze vooral voor haar vriendje en vriendinnen. Ik had me er maar bij neergelegd, gaat wel weer over dacht ik, wanneer ik weer eens op mijn tong moest bijten. Maar toen was ze opeens weg. Dat vriendje achterna naar Nederland en ingeschreven voor een studie. Ik had het gevoel dat we zomaar een stap hadden overgeslagen, nu nooit meer maatjes zouden worden.
“Ja, weet ik, maar ik móet je dit vertellen.” Ze laat haar stem een beetje dalen.
“Wat? Vertel!” zeg ik, terwijl ik opveer.
“Nou, hij wil dat het weer aan is, daar kwam-ie zomaar pats-boem mee.” Met ‘hij’ bedoelt ze haar ex-vriendje, weet ik. Toen een verlegen tiener, onhandig met zichzelf. Kort na hun aankomst in Nederland ging het uit. Weg van hun vertrouwde omgeving bleken ze compleet verschillende types. Hij zat liever op zijn kamer Netflix-series te kijken, zij stortte zich vol overgave in het studentenleven. De breuk was verdrietig. Met een loodzwaar moederhart dwong ik mezelf om niet meteen in een vliegtuig te springen.
“En, wat zei je toen?”
Ze haalt even adem, en zegt dan beslist: “Dat we te veel uit elkaar zijn gegroeid en dat ik nu leuke nieuwe vrienden heb, niet meer alleen die van hem.”
Ik knik trots, al ziet zij dat niet. “Heel goed!” We praten nog even door en hangen dan op. Ik stap uit en loop glunderend het zaaltje in.
Schrijver en documentairemaker Tessa Leuwsha (55) woont en werkt in Paramaribo. Ze is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen.