null Beeld

PREMIUMColumn

Tessa: “Jantje kijkt naar zijn voeten. ‘Heeft opa gedaan.’ ”

Tessa Leuwsha

Tessa vindt dat Jantje zich anders gedraagt als normaal.

Vanuit mijn werkkamer hoor ik het gerammel van de metalen grendel van onze poort. “Tante Tessa, mag ik komen spelen?” Achter het hek staat Jantje. Hij is negen, heeft grote bruine ogen en spierwitte melktanden. Jantje en ik zijn geen familie, maar in Suriname voelt dat al snel zo. Jantje heet eigenlijk Jeruel, maar alleen zijn moeder Anuska noemt hem zo, als ze boos op hem is. Ze wonen twee straten verderop in een eenkamerwoning, met een broertje en een jongere zus van Anuska en haar dochtertje. Geld om groter te wonen is er niet.

Tussen mij en Jantje zit het zo: zijn oma Claudia, Anuska’s moeder, werd als kweekje opgevoed door de oudste broer van mijn vader en diens vrouw. Een kweekje is een niet-officieel pleegkind, vaak ingezet voor huishoudelijke klussen als het huis vegen en het erf harken. In de Surinaamse samenleving zit niet alleen hartelijkheid, ook hardheid.

Als ik Jantje binnenlaat, stuift hij op onze teckel Fredje af en begraaft zijn gezicht in de vacht. Hij omklemt de hond langer dan ik van hem gewend ben. “Alles goed, Jantje?” vraag ik voorzichtig. Hij laat de hond los en knikt stoer. “Hoe was het bij opa, gisteren?” Jantjes gezicht betrekt en in plaats van antwoord te geven, zegt hij vrolijk: “Als ik jarig ben, moet u ook komen, hoor. Dat mag van mama. Ze gaat sparen voor een groot feest.”

“Leuk! Maar wat heb je hier?” In Jantjes donkere huid lopen vuurrode krassen tot boven de kraag van zijn voetbalshirt. Jantje kijkt omlaag naar zijn voeten. “Heeft opa gedaan.” Hij vertelt hoe ze een nachtje bij opa sliepen, in zijn houten huis op het grote erf. ’s Avonds moest Jantje van opa de hond naar buiten brengen, maar hij durfde niet. Buiten was het donker, misschien kroop er een slang rond. Angstig had hij zijn hoofd geschud. Opa had hem toen aan zijn kraag meegesleurd. Jantje was gevallen, opa’s nagels hadden zijn huid gekrast. “Watje!” had opa geroepen. “Niemand houdt van jou!” Jantje had gehuild.

Geschrokken sla ik mijn armen om hem heen. “Dat is helemaal niet waar, dat weet je!” Hij lacht alweer en rent op de tennisbal van Fredje af. Halverwege draait hij zich ineens om en vraagt ernstig: “Een hond mag je toch ook niet slaan?” Ik voel een rilling langs mijn rug. “Nee, dieren ook niet!” zeg ik resoluut. Jantje knikt, staat even stil en holt dan door naar de bal, Fredje in draf achter hem aan.

Schrijver en documentairemaker Tessa Leuwsha (55) woont en werkt in Paramaribo. Ze is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden