PREMIUMcolumn
Wieke: “Dat contract voor een boom… moet dat echt? Dat willen we liever niet”
Wieke Biesheuvel adopteert een boom in de straat, en daar hoort blijkbaar een contract bij.
Voor ons huis staat een zielige boom. Bij onze buren in de straat verpieteren eveneens van die sneue exemplaren, die het vertikken om groot en schaduwrijk te worden. Ondervoed, is mijn diagnose. Wat ook debet is aan de zieligheid: de zoute wind. Veel planten en bomen doen het niet aan de kust. Ik heb al wel vruchtbare aarde om hem heen gegooid.
Wat ik wil, is een gezellig, niet te hoog muurtje om de boom heen, met daarin leuke plantjes, zodat honden denken: mwah, om een gebak te draaien is een grasveldje beter. In die bak zou ik viooltjes planten, en als die het niet meer doen, andere fleurige leukerds. Misschien vindt mijn boom een beetje aanspraak om zich heen ook wel fijn, want het contact met de andere bomen is verwaarloosbaar. Mijn buurvrouw heeft de gemeente gemaild. Zij wil hun boom wel verzorgen, maar dan met de vrije hand. Ik mail ook zo’n berichtje.
En zo krijgen wij bezoek van Koos, de ambtenaar die over het groen in onze gemeente gaat. Hij houdt een technisch verhaal over hoe hij alle verzoeken – dat zijn er nogal wat - in mappen stopt en een Excel-bestand heeft aangelegd om enig overzicht te krijgen betreffende de wensen. Iedereen wil iets anders, zegt hij. En dat kan niet, want dan krijg je een raar straatbeeld. Alsof het straatbeeld nu zo adembenemend is? Hij is het met ons eens, maar hij moet zich aan de regels houden. Destijds is er iemand voor betaald om die op te stellen, dus om ze zomaar voor de bus te gooien...
Naar het muurtje om de boom kunnen we fluiten. Kan niet. Want voetgangers die dat muurtje niet zien, zouden er zomaar over kunnen struikelen, baf, met hun hoofd tegen de boomstam. Dat moet je niet willen. Bij mijn buurvrouw is de stoep voor de boom verzakt, en het opstaande randje om de boom is kapot gereden door mensen die hun auto half op de stoep, en zelfs ín het perkje van de boom parkeerden. Wij wonen naast een school en die kinderen worden bijna allemaal met de auto gebracht. Misschien is dat nonchalante parkeren eindelijk afgelopen als er een mooi, bloeiend perkje om de boom staat.
Maar, zegt Koos, wij moeten wel een contract tekenen, waarin wij beloven de boomspiegel - zo heet het perkje - ordentelijk te onderhouden. Dat komen ze elk jaar controleren. Koos heeft iets geinigs bedacht om het aantrekkelijk te maken voor ons. Want dat contract... jeetje, moet dat echt? Dat willen we liever niet. Ja, dat moet. Echter: de beloning is een bordje in de stoep, waarop staat dat deze boomspiegel is geadopteerd. Goh. En het aardige van dat bordje is, betoogt Koos, dat schoffelaars onze boomspiegel overslaan. Omdat daar plantjes in staan en die schoffelaars, vaak met een verstandelijke beperking, gaan niet selectief te werk. Dan sneuvelen je viooltjes, denkt Koos. Ik vind Koos een leuke jongen, dus vooruit, kom maar op met je bordje en nieuwe grond. En dat contract? Als het niet anders kan? Kost het wat? Nee. Wij zijn benieuwd, buurvrouw en ik. Ik geef onze sneue boom een knuffel: ‘Kop op, er wordt aan gewerkt, volgend jaar ben je de mooiste van de hele straat!’ Tot mijn verbazing praat hij terug en zegt: ‘Eerst zien, dan geloven.’
Wieke Biesheuvel is getrouwd met Rob, heeft 3 volwassen kinderen en 7 kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.