null Beeld

PREMIUMcolumn

Wieke: “Een vluchteling in huis nemen? Ik kan het niet”

Wieke Biesheuvel

Rob zou graag vluchtelingen in huis nemen, maar Wieke wil het niet. Haar vriendin Marianne deed het wel.

Hier thuis zag Rob het meteen zitten, toen de oorlog in volle gang was en we de stromen vluchtelingen op televisie zagen. Waarom zouden we er niet ook een paar in huis nemen? Op zolder staan twee kamers leeg, met douche en toilet. Het valt me vies tegen van mezelf, maar ik wil het niet.

Waarom niet? Omdat ik logees na twee dagen al zat ben. Jullie mogen nu wel weer naar huis, denk ik dan stiekem, het is leuk geweest. Natuurlijk blijf ik dan wel gezellig doen, met de wetenschap dat ze zeker zullen vertrekken. Maar als het een jaar zou duren? Of nog langer? Ik weet dat ik dan niet meer te genieten zal zijn.

“Die Afghaanse vrouw met een dochter? Een paar meisjes uit de Oekraïne? Daar hebben we toch geen last van?” vindt Rob. Hij ziet dat veel te simpel. We zullen de keuken moeten delen. De plek waar wij altijd zitten. Ik wil het niet, omdat ik zeker weet dat ik het niet aan kan. Continue mensen in huis? Met hun levensgrote trauma’s, waarvoor ik de kennis niet heb om ermee om te gaan?

Ik praat erover met mijn vriendin Marianne Janssen. Zij en haar man Goos gaan het wél doen: ze krijgen Oekraïners op hun zolder. Goos heeft het boven zo verbouwd, dat ze hun eigen plek hebben, inclusief keukentje. De etage wordt met liefdevolle zorg ingericht. Het toilet en de badkamer op de eerste verdieping moeten gedeeld worden. Eigenlijk zitten Marianne en Goos net zo in elkaar als ik: gesteld op privacy en op veel tijd voor jezelf, met niemand om je heen. En toch doen ze het.

Ik volg het aandachtig: vanaf de verbouwing tot de komst van de eerste vluchtelingen: een moeder met haar zoontje Iwan van twaalf. Rob en ik geven hem een fiets. Zij spreken geen andere talen, dus het communiceren moet via Google translate. Vanaf het begin houdt Marianne, journalist, een dagboek bij. Schrijven zit in haar bloed. Ze is er transparant over bij haar gasten: als zij tegen publicatie zouden zijn, zal ze dat niet doen. Maar ze vinden het prima. De wereld mag weten hoe het met ze is, ver van huis en niet wetend of je ooit nog terug kunt. En als je terug zou kunnen… staat je huis er dan nog? Leeft je man, je zoon, je vader nog? Hoe is het met de, vaak bejaarde, achterblijvers? Je bent ontheemd voor het leven.

Ik voel me laf en schuldig. “Onzin”, vindt Marianne, “jij hebt in Zambia al zoveel gedaan. Ieder het zijne!” Het koppel blijft zes weken bij Marianne en Goos en dan gaat het mis: de moeder heeft de welwillende mensen om haar heen gewoonweg opgelicht en vertrekt van de ene dag op de andere met grote tassen vol kleding, goed voor de handel. En de Wieke-fiets van Iwan, zo noemt hij zijn geliefde fiets, mag niet mee van moeder. Ze laat de zolder als een vieze puinhoop achter.

Ik zou dan denken: de groeten, lesje geleerd, we beginnen er niet meer aan! Zo niet Marianne en Goos. Er komt een nieuw stel op hun pad: alleenstaande moeder Viktoriia en haar zoontje Yarik. Ze komen uit Kharkiv, waar de bommen ze om de oren vlogen. Yarik krimpt nog steeds in elkaar bij elke knal. Marianne en Goos doen er alles aan om moeder en zoon veiligheid en rust te bieden. Het maakt veel uit als je kunt communiceren in een taal die je alle vier beheerst. Het ziet er naar uit dat ze nog lang zullen blijven, tot die smerige oorlog eindelijk een keer is afgelopen.

Mariannes boek is inmiddels verkrijgbaar: Oekraïners op Zolder, heet het. Een ontroerend en realistisch verslag. Ga ik nu zelf toch ook maar vluchtelingen in huis nemen? Nee. Ik kan het echt niet. Alle lof en ontzag voor de mensen die het wél doen!

Boekcover 'Oekraïners op zolder' van Marianne Janssen Beeld Marianne Janssen
Boekcover 'Oekraïners op zolder' van Marianne JanssenBeeld Marianne Janssen

Wieke Biesheuvel is getrouwd met Rob, heeft 3 volwassen kinderen en 7 kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden