Column Wieke: “We werden echte kijkbuiskinderen”  Beeld
Column Wieke: “We werden echte kijkbuiskinderen”

PREMIUMcolumn

Wieke: “Met dank aan corona werden we echte kijkbuiskinderen”

Wieke Biesheuvel

Wieke ging steeds meer televisie kijken tijdens de coronatijd, terwijl ze in Zambia niet eens een tv hád.

In twee jaar tijd, dankzij corona, zijn wij fervente televisiekijkers geworden. Zonde, want in Zambia hadden we geen televisie en daar hebben we het geen seconde gemist.

Toch hadden we daar wél een televisie, een aftands kreng uit de middeleeuwen, dat gigantisch in de weg stond in een zijkamertje. Gehandicapt ook: snoeren, stekkers en kabels waren eraf geknipt. Op een ochtend kregen we bezoek van twee mensen in uniform, ieder met een dikke map onder de arm en een pen in de borstzak. Zij kwamen kijkgeld innen. ‘Kijkgeld voor wat?’ vroeg ik. ‘U hebt een televisie, die staat hier geregistreerd, kijk maar!’ De mappen gingen open. ‘Ja maar, schatten (ik zei ‘darlings’), die DOET HET NIET!’ Dat was niet hun probleem, maar het onze, legden de darlings beleefd uit.

Man, die even naar huis was gekomen voor een bak koffie, bemoeide zich er doeltreffend mee. ‘Beste mensen, ik gooi zo die televisie uit het raam en dan héb ik geen televisie meer, is dat een idee?’ Het kijkgeldteam, wonend in een land waar iedereen alles bewaart, raakte helemaal van de leg. Wie gooit er nou een televisie uit het raam, zelfs als hij kapot is? Ze twijfelden zichtbaar. ‘Ik zorg ervoor dat die televisie vanmiddag het huis uit is’, bood Man aan. Nou, oké dan. Dat zouden ze natuurlijk wel morgen moeten controleren. Vanzelfsprekend. We lieten het bakbeest weghalen, per kruiwagen, op naar een volgend leven (of niet) en natuurlijk kwam er nooit meer iemand voor de controle.

Tot zover onze zes televisieloze jaren. Maar nu kijken we weer. En hoe. We werden echte kijkbuiskinderen en abonneerden ons op Netflix. De ene sappige serie na de andere bekeken we de afgelopen twee jaar. Ander vertier was er niet tijdens de lockdowns en de hele dag wandelen, daar had je ook niet altijd zin in. Nu zouden we weer naar de bioscoop kunnen, maar gek genoeg willen we dat niet. Dat geknaag op krakende consumpties om ons heen, het hoesten tijdens mooie scenes, nee, lekker op onze eigen bank voor de televisie hangen, hielden en houden we erin.

Zo keken wij onlangs naar The bodyguard. ‘Ik heb zo het idee’, opperde ik, tijdens de spannende laatste aflevering, ‘dat hij zo dat bomvest losknipt en over die muur daar springt!’ ‘Echt niet!’ dacht Rob, ‘da’s te vergezocht’. Mooi dat hij sprong. Bij elk deel hadden we beurtelings steeds voorspeld wat er zou kunnen gebeuren. Dat bleek uit te komen. Wij vonden dat we zo bij de recherche konden worden ingelijfd, want aan ons soort briljant vooruitdenken bestond vast een schreeuwende behoefte. Toen ging er toch een lichtje branden: dit was de tweede keer dat we The bodyguard zagen. Wat bizar dat we dit pas bij de laatste aflevering in de gaten hadden. Schamen we ons nu? Welnee. Het scheelt toch de wereld als je alle series gewoon twee keer kunt kijken zonder dat je beseft dat je ze allang hebt gezien? En wie weet, naarmate we ouder worden, zelfs wel drie, vier of vijf keer? Wat kan ons het schelen. Het wordt misschien zorgwekkend als onze kinderen zeggen: ‘Pa en ma, jullie hebben The bodyguard nu al 137 keer gezien.’

Wieke Biesheuvel is getrouwd met Rob, heeft 3 volwassen kinderen en 7 kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden