null Beeld

PREMIUMcolumn

Wieke: “Mijn eerste auto erfde ik van mijn moeder”

Wieke Biesheuvel

Wieke bladert door Libelle en leest van alles over auto's. Ze denkt terug aan de auto’s uit haar leven, en de avonturen die ze ermee meemaakte.

Nou ja, zeg! Op de stoep komt een minibusje voorbij, met daarin een kleuter. Hoe houdt dat joch de boel zo recht? Dat doet hij niet. Zijn opa bestuurt de bus met een afstandsbediening. Wie weet leert dat jongetje heel snel autorijden op deze manier.

Toevallig zit ik net Libelle te lezen, een nummer vol auto’s en aan auto’s gelinkte zaken. Aanvankelijk dacht ik: moet dat? Zo oninteressant! Maar al nadenkend over de auto’s in mijn best al lange leven, kan ik moeilijk doen alsof ze me niets kunnen schelen. Een auto, vond - en vind - ik altijd, moet het gewoon doen. Niet zaniken, rijden met die hap, en graag geen kuren krijgen onderweg.

Ik had ooit een vriendje dat gek was van auto’s. Hij nam het me kwalijk dat het me niets kon schelen hoe een auto eruitzag en al helemaal niet hoe het er onder de motorkap aan toeging. Hij vond ook dat ik die simpele houding doortrok in alles wat zich in het leven voordeed. Hij schreef haiku’s en ik (toen 19) wist nauwelijks wat dat waren en bovendien vond ik dat een gedicht moest rijmen. Anders kon je net zo goed een verhaal schrijven. Het idee dat je zou moeten doen alsof het gebeuren onder een motorkap heilzaam zou zijn voor je relatie. Of die haiku. Het zal niemand verbazen dat deze relatie doodliep.

Ik haalde mijn rijbewijs op mijn 30e, terwijl ik al op mijn 23ste was begonnen met lessen. De leraar was jonger dan ik, en een week voor mijn rijexamen verdween hij naar Spanje, zo zei de eigenaar van de rijschool, die mijn laatste les overnam. Hij constateerde dat ik niet kon rijden. Ik zakte. En een half jaar later weer. Toen was het kiezen: dure rijlessen of met vakantie naar Kenia. Het werd Kenia. Een paar jaar later, ik verdiende inmiddels redelijk, een derde poging. Mis. Je kon toen ook afrijden via een staatsexamen. Dat lukte, dankzij een gepensioneerde politieman, die gek was op zijn eigen grapjes. Kwestie van meelachen en zeggen dat ik nog nooit zo’n geinige agent had meegemaakt. Geslaagd. Hèhè.

Mijn eerste eigen auto erfde ik van mijn moeder. Een blauwe Honda. Een automaat. Heerlijk, niet schakelen, dat leidt alleen maar af. Jaren heb ik erin gereden, tot hij het opgaf. Ik had een kind naar school gebracht, fiets achterin. Op weg naar huis, pruttelde pruttel. Niks meer. Ik had mijn badjas nog aan. Gelukkig was het donker toen ik naar huis liep. Ik wijd er postuum even een haiku aan: Tobben langs de lanen/blauw van de kou/een bijna-doodervaring rijker. Het was winter en die auto was blauw en ik ook van de kou, dus hoe toepasselijk wil je het hebben?

Nadien kwam de rode Mazda en mijn allerliefste Toos, die nu waarschijnlijk als taxibusje rondrijdt in Liberia, met te veel mensen erin. Op dit moment hebben we een hybride leaseauto. De belofte dat ze meteen komen als er wat mee is, klopt niet. Dus als deze terugmoet, ga ik op zoek naar een auto die op Toos de Toyota lijkt. Dat was de liefste, de leukste en de betrouwbaarste. Nog even een postume haiku voor Toos, want ik word er zomaar goed in. Die vrijer van lang geleden gaat nog spijt krijgen. Toos is leuk/heeft menige deuk/ rijdt als Max en is niet laks. Door Afrika, maar dat past weer niet in de haiku. Denk dat er maar bij.

Wieke Biesheuvel is getrouwd met Rob, heeft 3 volwassen kinderen en 7 kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden