PREMIUMcolumn
Wieke: “Wij oma’s kunnen zomaar op een zonnige dag met onze kleinkinderen naar het strand”
Als Wieke met haar kleinzoons verstoppertje speelt op het strand, komt ze tot een hartverscheurend besef.
We doen verstoppertje bij een strandpaviljoen waar een speeltuintje is. Ruim onder gewaaid door het zand, dankzij Eunice en haar vriendinnen. Samen met mijn zoon en kleinzoontjes van vijf en twee speel ik het al eeuwenoude spel verstoppertje. Verstopplekken zat. En moeilijk is het niet, want mijn jongste kleinzoon roept steeds behulpzaam waar hij zit. Als ik me heel goed verstop vinden ze me niet, maar dan beginnen ze gewoon opnieuw, want dat zoeken moet natuurlijk niet te lang duren. Daar zit ik dan, met mijn goede gedrag en op mijn geniale plekje, waar ik niet al te intensief hoef te bukken.
Ouwe oma
“Kom maar oma,” roepen ze na een paar spelrondes, “deze jongetjes willen óók meedoen!” Twee leuke jochies van een jaar of zeven. Natuurlijk, prima. Ik zoek mijn geniale plek weer op en hoor een van die jongens roepen: “Ik zoek eerst die ouwe oma, want dat is het gemakkelijkst!” Haha, ik zal ze leren hoe gemakkelijk het is om ouwe oma’s te zoeken. “Wie heeft ouwe oma gezien?”, roept Storm, een van de zevenjarigen in het rond. Mijn jongste kleinzoon helpt hem uit de brand en wijst mijn plekje aan. Gesnapt. En bedankt. Mijn oudste kleinzoon wijst het vreemde jongetje toch even op een fout: “Mijn oma is niet zo oud hoor, ze is pas vijftig.” Aan zo’n kind heb je wat, 23 jaar eraf geschoffeld. Een metamorfose is er niks bij. Storm zegt dat zíjn oma honderd is. “Kan ze nog wel lopen?”, vraagt mijn kleinzoon. Jawel, met een stok. “Míjn oma loopt zónder stok”, verdedigt mijn kleinzoon mij trots.
Huilen
Dan beginnen ze, onder aanvoering van mijn zoon, een zandballengevecht. Het zand plakt lekker, maar deze ouwe oma haakt af en gaat terug naar haar veilige verstopplek, waar ze fijn in de zon gaat zitten. Al snel huilt Storm, die zand in zijn ogen heeft gekregen. En mijn jongste kleinzoon valt zo akelig dat er een enorme bult op zijn voorhoofd verrijst. Tijd voor chocomel. Zo fijn dat we weer zomaar het restaurant in kunnen lopen. Geen mondkapjes, geen QR-code. Natuurlijk valt de chocomel om.
Oma in het gips
Dan zie ik Storm met zijn vriendje, zijn vader én zijn oma aan een tafeltje verderop zitten. Ik kijk naar mijn collega-oma en denk: als zij honderd is, neem ik nu naakt een duik in de zee met zo’n worstenmuts op mijn kop! Ik durf niet te vragen hoe oud ze is. Omdat ik dit hardop zeg, reageert kleinzoon dat hij dat wel even gaat vragen en komt terug met het antwoord: 58. Acht jaar ouder dan ik met mijn zogenaamde vijftig lentes en ze heeft inderdaad een stok, al heet dat bij ons thuis een kruk. Haar ene enkel zit in het gips. Vandaar.
Vluchten in plaats van spelen
Maar wij, beide oma’s, kunnen zomaar op een zonnige dag met onze kleinkinderen naar het strand om daar in alle veiligheid met ze te spelen. De journaals laten ons dagelijks beelden zien uit Oekraïne van oma’s en moeders die met hun kleinkinderen vluchten en zich moeten verstoppen bij gevaar. Ik kan er niets aan doen, bij alles wat ik doe sijpelen de dramatische beelden van vluchtende moeders, oma’s en kinderen door. Wat hoop ik dat er snel een einde aan komt. Dat iemand die psychopaat aan zijn belachelijke tafels vertelt dat dit niet de manier is om een ‘vredesmissie’ op te tuigen.
Wieke Biesheuvel is getrouwd met Rob, heeft 3 volwassen kinderen en 7 kleinkinderen. Wieke woonde in bijna alle Nederlandse provincies én in Zambia, maar heeft nu haar hart verpand aan Noordwijk. Ze houdt van LLL: leven, lachen en laat-toch-waaien. En eigenlijk is er nog een vierde L, namelijk die van Libelle-lezeressen.