null Beeld

PREMIUM

Dagboek van Maud: “Huil maar mama”, zegt Rosa. “Ik weet hoeveel pijn het kan doen”

John is met de noorderzon vertrokken. Hij voelde blijkbaar aan wat er misging tussen Maud en hem.

Elle van Rijn

Ik heb de voordeur niet open horen gaan. Ineens staat Rosa voor me. “Mam, wat is er?” Als ik had geweten dat ze vandaag al thuis zou komen had ik mezelf kunnen herpakken. Ik zou zijn gaan douchen, had wat make-up opgedaan en me in iets casuals gestoken. Zodat ze me hier niet als een wrak op de bank had gevonden.

“John is weg”, zeg ik schor. De opkomende tranen veeg ik ruw weg.

“Ach mama, wat vreselijk”, zegt mijn dochter terwijl ze me omhelst.

“Nee, nee, ik wilde dat hij zou gaan... Het is goed juist...” Mijn woorden komen er hakkelend uit. “Maar... maar ik vind het toch... zo erg.” Ik kan mijn snikken niet meer inhouden. Ik zou me groot moeten houden, schiet het door mijn hoofd. Ik ben de moeder, zij is de dochter. Daarvoor is het nu te laat.

“Huil maar, huil maar mama”, zegt Rosa zacht terwijl haar hand troostend over mijn rug strijkt. “Ik weet hoeveel pijn het kan doen. Ook al was het onvermijdelijk, en ook al weet je dat het voor de toekomst beter is.”

We lopen samen door de stad. Niet om ergens wat te gaan eten of drinken, maar om een frisse neus te halen. Of, zoals Rosa het zegt: “Om de lente te ruiken.” Ik associeer de lente echter ook met de periode van verliefd zijn die ik met John had, een jaar geleden.

Al pratend lopen we door de oude binnenstad, in de laaghangende zon. “Ik hoop niet dat ik er mede­-oorzaak van ben dat jullie uit elkaar zijn.” Rosa kijkt een moment opzij om het antwoord te kunnen lezen, nog voordat ik iets heb gezegd.

“Nee, en ja. Jouw komst heeft duidelijk gemaakt dat we geen match zijn. Dus in die zin wel. Ik ben daar juist dankbaar voor. Anders had het misschien nog jaren kunnen doorsudderen.”

“Tja, en dan heb je nog minder jaren om een relatie met iemand op te bouwen.” Kinderen kunnen soms zomaar iets zeggen alsof je overmorgen dood bent. Ineens blijf ik stilstaan. Rosa, die is doorgelopen, draait zich vragend om. “Heb ik iets verkeerds gezegd?”

“Nee, het is juist waar wat je zegt, dat ik steeds minder tijd heb om een band met iemand op te bouwen. Van dat hele idee wil ik af! Mocht het nog gebeuren dat ik een relatie zou krijgen, dan is dat prima, maar dat moet wel een meerwaarde hebben. De focus ligt bij mijn eigen leven.”

Rosa komt voor me staan en pakt me bij mijn armen. “Ik ken jou, mam. Jij bent veel te graag met iemand samen.”

“Precies dat wil ik dus niet meer”, zeg ik. “Ik wil niet dat mijn leven een hopeloze zoektocht wordt naar een partner. Dat ik alleen gelukkig kan zijn aan de zijde van een man. Dat is toch een ongelofelijke tijdverspilling van het nu.”

Rosa moet lachen. Een lach waarbij de kuiltjes in haar wangen, die haar iets kinderlijks geven, zichtbaar worden. “Mam, mensen zijn niet gemaakt om alleen te zijn!”

“‘Niet alleen’ betekent veel vrienden en vriendinnen. Het betekent tijd doorbrengen met familie, jullie, Koen.”

De lach verdwijnt op slag. “Papa krijg je niet meer terug hoor, mam.”

“Niet als echtgenoot, nee. Als vriend heb ik hem al terug.”

Dit antwoord lijkt haar te bevallen. “Zullen we verdergaan?” Ze steekt haar arm door de mijne.

Benieuwd wat hieraan vooraf ging? Dat lees je hier.

Koen, de ex-man van Maud schrijft ook iedere week in zijn dagboek. Zijn verhalen lees je hier.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden