Violeta (43): “Ik word wakker met een glimlach op mijn gezicht. Ongelofelijk dat ik gisteren gewoon naar school ben gegaan! Een week na dat eerste telefoontje zat ik al in de klas. Toen ik ’s ochtends vertrok, werd ik uitgezwaaid door mijn kinderen, de omgekeerde wereld!
Allemaal dankzij mijn man Andreas. Toen ik door corona mijn baan verloor, zei hij: ‘Ik denk dat dit de perfecte kans is om aan jezelf te gaan werken. Wat dacht je ervan om naar school te gaan?’ Hij had gelijk. Ik wilde best solliciteren, leuke banen genoeg, maar hoe kom je ergens binnen als je niet eens een sollicitatiebrief kunt schrijven?
Ik dacht dat ik de enige was in Nederland die daar moeite mee heeft, maar van de lerares hoorde ik dat er in Nederland maar liefst 1,3 miljoen laaggeletterden zijn. Als ik dat had geweten, had ik me niet zo geschaamd en zo alleen gevoeld. Toen ik aan mijn klasgenoten moest vertellen hoe het kwam dat ik hier zat, was ik misselijk van de zenuwen. Ik legde uit dat ik in mijn geboorteland Bulgarije alleen lagere school had gehad en al op mijn dertiende was gaan werken. Door het medeleven van mijn klasgenoten voelde ik de schaamte en eenzaamheid zó van me af glijden.
Ik stap uit bed, zaterdag is sportdag. Te beginnen met voetbal van Daan en aansluitend turnen van Emily. Als ik de vaatwasser uitruim, komt Andreas binnen. Hij omhelst me, doet een stap naar achter en zegt dat ik straal. Hij heeft gelijk. Ik ben verlost van het gevoel minder te zijn dan een ander. Eigenlijk best raar, want ik had mijn zaakjes goed op orde. In de catering was ik zelfs opgeklommen tot manager. Qua spreken kon ik me prima redden en steeds als ik examens moest doen – gelukkig waren die altijd mondeling – leerde ik de lesstof met hulp van mijn lieve buurvrouw. Zij kende mijn geheim en las de lesstof voor zodat ik kon leren.
In mijn werk had ik duizend trucjes om me te redden. ‘Wil jij dat even opschrijven? Ik heb last van mijn hand.’ Of: ‘Wil jij even die bestelling opnemen, ik heb er geen tijd voor.’ Maar elk leugentje gaf me een kleine steek, want ik belazerde de boel. Daarnaast draaide mijn hoofd overuren. Omdat ik niets kon opschrijven, moest ik alles onthouden. Appjes lezen was lastig, vaak moest ik een bericht twee, drie keer lezen om een beetje te begrijpen wat er stond. Als het echt niet lukte, stuurde ik het door naar Andreas. Terug appen lukte wel, met dank aan de WhatsApp-dicteerfunctie.
Even later, langs de lijn, gaan mijn gedachten terug naar de intake. Ik had zelf gegoogeld, Andreas had de woorden ‘Nederlandse les voor volwassenen’ op een papiertje geschreven. Nadat ik het nummer op het scherm had gebeld, kon ik nog dezelfde dag terecht bij het ROC in Almere. Alles voelde zo veilig en warm dat ik gisteren naar de eerste les durfde te gaan. Toen er een leesbeurt voorbijkwam, durfde ik zelfs mijn hand op te steken. Ik was blij dat ik woorden leerde voor volwassenen, zoals huis, boom, bus. Geen kinderachtige woorden voor kleine kinderen.
Na de sportclubjes en weekendboodschappen ga ik even langs bij de buurvrouw om te vertellen over de afgelopen week. ’s Avonds ga ik vroeg naar bed. Voordat ik in slaap val, besef ik dat ik altijd druk was met zorgen voor anderen, maar dat ik mezelf daarbij was vergeten. Nu de schaamte weg is, kan ik trots zijn op mezelf. Tegen die 1,3 miljoen Nederlanders die nog niet de stap naar school hebben gezet, zou ik willen schreeuwen: doe het! Je wordt er een gelukkiger mens van.”
Het vervolg op dit verhaal lees je hier.
M.m.v.: Stichting Lezen en Schrijven