Merel (44): “Ik word wakker met flinke spierpijn in mijn kuiten. Als ik de gordijnen open, heb ik vanuit mijn hotelkamer zicht op de bergen van het Oostenrijkse Zell am See. Even verderop zie ik de gondels van de skilift naar boven klimmen. Dezelfde gondel waar ik gisteren in stapte om voor het eerst na dik twintig jaar weer eens naar beneden te skiën. Met knikkende knietjes, dat wel.
Een van de laatste keren dat ik op wintersportvakantie was, ging dat skiën helemaal mis. Op de tweede dag van de vakantie opperde de skileraar om een keer met ‘bigfoots’ van de piste te gaan. Dat zijn kleine skietjes, iets groter dan je schoen. Daarmee kun je vrij hard naar beneden, maar ben je ook nogal wendbaar. Dat heb ik geweten. Na een van mijn eerste bochten maakte ik een flinke smakkerd. Ik weet niet hoe ik het deed, maar mijn ene been belandde boven mijn hoofd, waardoor ik in een soort spagaat lag. Maar vooral de afschuwelijke pijn in mijn knie is me bijgebleven. Ik kon niet meer omhoogkomen. Even later arriveerde de reddingsdienst van de piste: twee mannen met een ‘banaan’, een soort brancard, waarop ze mij neerlegden en naar beneden brachten. Voor ik het wist lag ik op de tafel van een arts die me opdroeg mijn been ontspannen te houden terwijl er foto’s werden gemaakt van mijn knie. De banden bleken dusdanig uitgerekt dat ik de rest van de week op krukken moest lopen. Skiën zat er natuurlijk niet meer in. Daar zat ik dan onderaan de berg op een stoel thee te drinken. Ik wilde eigenlijk het liefst naar huis. Een jaar later heb ik nog één poging gedaan tijdens een vakantie in een prachtig skigebied in Spanje. Voor de eerste afdaling stond ik zo te trillen van angst dat ik mijn ski’s heb ingeleverd en de rest van de week doorbracht in de après-ski.
Doodeng
Een paar weken geleden vroeg een vriendin of ik zin had om een weekend met haar mee te gaan naar Oostenrijk. Ze was uitgenodigd via haar werk en mocht iemand meenemen. Ik twijfelde enorm, want skiën had ik niet voor niets afgezworen. Ik vond het nog steeds doodeng. Er gebeurden de laatste tijd ook best veel skiongelukken, waarbij mensen soms dagen later pas gevonden worden. Wat als ik mijn hand of been zou breken? Hoe krijg ik het dan thuis of met mijn werk allemaal voor elkaar? Ik heb niet eens een arbeidsongeschiktheidsverzekering! Nadat ik er een nacht over had geslapen – of beter gezegd: van wakker had gelegen - besloot ik toch ‘ja’ te zeggen tegen de trip. Ik heb een paar jaar geleden besloten te gaan voor ‘een twee-punt-nul-versie’ van mezelf. Me laten leiden door angst hoort daar zeker niet bij.
Benauwd
Op het vliegveld kreeg ik het toch even benauwd: waar was ik aan begonnen? Een paar uur later stond ik op ski’s bovenaan de piste en zei de skileraar: ‘Ski maar even voor.’ Ik was blij dat ik niet de eerste van het groepje was die naar beneden moest, want ik had werkelijk geen idee hoe ik dat ook alweer deed. Blik op oneindig en gaan, besloot ik en ik volgde het spoor van mijn voorgangster. Ik skiede mezelf in de ‘gemiddelde’- groep van het gezelschap en ging de dagen erna van blauwe en rode pistes. Op sommige momenten vloog het benauwde gevoel me nog steeds flink aan. Zeker op de dag dat het sneeuwde en mistig was. Maar er waren ook afdalingen waarop ik me ontspannen voelde en in alle rust de berg afging. Ik kon er zowaar van genieten. Nu ik vanuit mijn hotelkamerraam naar de piste kijk, is er eigenlijk maar één gevoel dat overheerst: ik ben trots op mezelf.”