Wat bijna niemand wist...
Koningin Wilhelmina onderging stiekem een abortus
Koningin Wilhelmina zou bij haar tweede zwangerschap in 1902 een abortus hebben ondergaan, omdat haar leven in gevaar was. Dat ontdekte hoogleraar Trudy Dehue. Elke vorm van opzettelijke zwangerschapsafbreking was sinds 1811 verboden, en het koninklijk huis heeft het altijd doen voorkomen als spontane miskraam, schrijft het AD.
Voor haar boek Ei, foetus, baby, vanaf donderdag te koop, dook emeritus hoogleraar theorie en geschiedenis van de psychologie Trudy Dehue in de geschiedenis van zwangerschap en abortus en de gevolgen daarvan voor vrouwen. Bij haar research in een digitale krantenbank stuitte ze bij toeval op overzeese krantenberichten over de zwangerschapsafbreking van Wilhelmina in de nacht van 4 op 5 mei 1902.
De abortus van koningin Wilhelmina
“Ik zocht in de digitale archieven op ‘abortus provocatus’ in de periode 1900 tot 1910 en ik las onder meer in het Soerabaijasch Handelsblad berichten over deze ingreep die het leven van de koningin had gered”, licht Dehue toe. “Ze noemden geen directe bron voor die formulering, maar in de eerstvolgende zin refereerden ze wel aan een telegram dat Wilhelmina’s echtgenoot prins Hendrik naar diens familie in het Duitse Schwerin had gestuurd.”
Het leven van Wilhelmina hing door een tyfusinfectie aan een zijden draadje, en daarmee ook de monarchie. De toen pas 21-jarige koningin had immers geen troonopvolger: het Nederlandse koninklijk huis zou via haar neven in Duitse handen zijn gevallen.
Wettelijk verboden ingreep
‘Ze heeft er een ingreep voor moeten ondergaan die wettelijk verboden was, maar wel haar leven heeft gered, en daarmee het koningshuis’, schrijft Dehue. ‘Haar verhaal illustreert bij uitstek het taboe van destijds op zwangerschapsbeëindiging als levensreddende ingreep. Dat gold dus zelfs als de betrokken vrouw de koningin was en de monarchie bij haar overlijden in Duitse handen zou zijn geraakt.’
“De wetgeving was destijds katholiek geïnspireerd en abortus - een woord dat pas sinds 1880 in onze taal gebruikt wordt - was onder alle omstandigheden verboden. Artsen pleitten in die tijd wel voor uitzonderingen”, licht Dehue toe.
Abortus provocatus
Dehue pakte na haar ontdekking de tweedelige biografie van Cees Fasseur erbij - die eind jaren negentig nog niet de beschikking had over de digitale archieven - over het leven van Wilhelmina. Daarin las ze dat de koningin in de avond van 4 mei 1902 na vier maanden zwangerschap beviel van een doodgeboren kind, nadat de Utrechtse gynaecoloog Benjamin Kouwer om 17.30 uur op het Loo arriveerde. ‘Ook hij kon niets doen’, schrijft Fasseur, en ‘om half elf op de avond van de vierde mei beviel zij van een doodgeboren kind, een flinke jongen’.
Binnenlandse kranten volgden meestal de berichten van het koningshuis en meldden slechts dat de koningin ‘ontijdig was bevallen’, schrijft Dehue, wat ‘een einde heeft gemaakt aan haar blijde verwachting’. Er verschenen ook berichten dat er op 4 mei ‘gevaar dreigde voor het leven van de geliefde vorstin’, dat iedereen in het paleis ‘was bevangen door een ernstige vrees’ en dat Kouwer ‘tijdig aanwezig was (...) toen een operatie niet langer kon worden uitgesteld’.
Uitschreeuwen van de pijn
Bij uitpluizen van de achtergrond bleek de amper volwassen Wilhelmina ellendige uren te hebben doorgemaakt, waarin ze het uitschreeuwde van de pijn. Enkele kranten noemden ook een Engelstalig telegram van persbureau Reuters. Het ging over de ‘suspense’ in Paleis Het Loo, en de inderhaast opgeroepen eminente gynaecoloog die gedwongen was geweest om instrumenten te gebruiken, bij ‘intense queens cries pain audible far’, wat neerkomt op dat de koninklijke pijnkreten van veraf hoorbaar waren.
Aan zijn moeder schrijft Hendrik bovendien op 7 mei dat ‘Wimmy’s’ pijnkreten tot buiten het paleis te horen waren. ‘Geleidelijk ging haar gekreun over in geschreeuw dat voor ons als omstanders bijna ondraaglijk was. De pijn werd erger en erger. Het was wanhopig makend om dit aan te zien en niets te kunnen doen’, citeert Dehue uit zijn brief.
“Zulke helse pijnen stroken veel meer met een ontsteking in de baarmoeder, het schrikbarende gevolg van een geïnfecteerde vrucht en placenta bij een tyfusbesmetting, dan met een gewone vroege miskraam”, zegt Dehue. Er was destijds nog geen antibiotica, en nog altijd is bij zulke infecties verwijdering van de vrucht veelal noodzakelijk.
Geheimzinnigheid
Dehue voelt medelijden met ‘het arme kind’. “Ook al is het zo lang geleden. Ze was pas 21, ik weet niet hoe ze voorbereid was. Ik ben er niet op uit om privédingen van het koningshuis te onthullen, maar dit laat zien hoe hard de wetgeving destijds was”, zegt Dehue.
De geheimzinnigheid rond deze gebeurtenis heeft volgens haar het lot van veel twintigste-eeuwse vrouwen meebepaald. “Hoe we destijds naar zwangerschapsafbreking keken, werkt nog altijd door: in 2012 lieten dokters in het streng katholieke Ierland een zwangere arts met een infectie sterven. Zij kende met haar medische achtergrond de gevaren en smeekte hen ‘haal hem eruit’, maar ze wilden niet overgaan tot abortus omdat het hartje nog klopte. Ze bleven er werkloos bij staan, zoals de officiële berichtgeving in 1902 meldde dat Kouwer bij Wilhelmina zou hebben gedaan.”
De Rijksvoorlichtingsdienst geeft geen reactie op het onderzoek van Dehue. Wilhelmina, van 1898 tot 1948 koningin, had uiteindelijk vijf mislukte zwangerschappen tot ze 1909 beviel van Juliana.
Wist je ook dat onze eigen prinses Amalia niet de enige prinses Amalia is?