PREMIUM
Koninklijke Kiekjes: dit is het verhaal achter Willem-Alexanders extra verdrietige eerste Dodenherdenking
Elke week duiken we in de royal archieven voor koninklijke kiekjes met een goed verhaal. Deze week: de Nationale Dodenherdenking van 1983, de allereerste keer dat prins Willem-Alexander (dan nét 16) op de Dam verscheen.
Het was zijn tweede officiële daad ooit. En direct een zware ook nog. Het was altijd de bedoeling van Beatrix en prins Claus om hun zoons zoveel mogelijk buiten de spotlights te laten opgroeien, zonder koninklijke taken. Maar toen Claus in 1982 zo ziek werd dat hij langdurig moest worden opgenomen, moest de jonge kroonprins er alsnog aan geloven. Hij nam naast zijn moeder plaats bij het Nationaal Monument op de Dam voor de Dodenherdenking. En proefde voortijdig aan zijn toekomst als koning.
Willem-Alexander liet zijn moeder niet alleen naar Dodenherdenking gaan
Daar stond hij ineens, in een sober grijs pak, omringd door politici en bekeken door landgenoten. Het was een hele stap voor de prins die net een paar weken eerder zijn zestiende verjaardag vierde. Die stap had hij eigenlijk nog lang niet moeten zetten, maar hij liet zijn moeder niet alleen gaan.
Er was thuis veel veranderd sinds zij in 1980 koningin werd. Het gezin verhuisde van hun geliefde Baarn naar Huis ten Bosch in Den Haag. De zoons sloegen aan het puberen. En naast een hardwerkende, perfectionistische moeder, bleek hun vader te worstelen met zijn geestelijke gezondheid. In december 1982 barstte de bom en liet prins Claus zich opnemen in het Zwitserse Bazel om behandeld te worden voor ‘klachten van depressieve aard’.
Na Dodenherdenking verdwijnt de kroonprins naar de achtergrond
De royal-agenda ging op de schop. Staatsbezoeken werden uitgesteld, er werden geen nieuwe afspraken gemaakt. Wanneer en door wie de beslissing werd genomen dat Willem-Alexander óók wel een handje kon helpen, is niet bekend. Wellicht deed hij dat zelf, na een Koninginnedag zonder zijn vader te hebben meegemaakt. Dapper en sterk stond hij er op 4 mei, het oogde allemaal best geroutineerd zelfs. In werkelijkheid was het nog maar zijn tweede officiële taak ooit: in 1981 - hij was toen veertien - opende hij samen met zijn moeder de Rotterdamse Willemsbrug. Daarna verdween Willem-Alexander weer fijn naar de achtergrond.
Thuis was dat zeker niet het geval in diezelfde periode, want hoewel er destijds niet veel gedeeld werd met landgenoten over de situatie met Claus, lieten Willem-Alexander en zijn broer Constantijn jaren later alsnog weten hoeveel sporen hun vaders ziekte op hun jonge levens achterliet. De sfeer werd er niet beter op.
Willem-Alexander vond de ziekte van zijn vader heel moeilijk
“Eén van de dingen in de puberteit is dat je je afzet tegen je ouders”, deelde Willem-Alexander in 2017 tijdens het interview voor zijn 50e verjaardag. “En als je vader ziek is, dan kan je je er niet tegen afzetten. Dat heb ik heel moeilijk gevonden. Daarom wilde ik op een gegeven moment ook graag in het buitenland naar school.”
De kroonprins verwoordde het in 1985 fameus prachtig in het boek dat Renate Rubinstein schreef voor zijn 18e verjaardag. “Ik vond mezelf niet lastig. En mijn ouders vonden zichzelf niet lastig. Maar elkaar vonden we wel lastig.” Dus moest er wel iets veranderen.
Prins Claus werd nooit meer dezelfde
Voor Willem-Alexander was het vier maanden na die Dodenherdenking reden om naar Wales te ontsnappen en daar zijn middelbare school af te maken aan dezelfde school waar zijn dochter Alexia nu zit. Prins Claus zette hem er af, nota bene op zijn eigen verjaardag, samen met Beatrix. Een dikke maand later zou Claus ook weer aansluiten voor Prinsjesdag, waarna hij langzaamaan zijn werk weer probeerde op te pakken.
Het zou tot 1991 duren voor hij weer werd opgenomen met dezelfde klachten als in 1982. “Het is niet iets als een beenbreuk die geheeld is en waar je niet meer naar om hoeft te kijken”, zei hij er in 1991 zelf over. “Het is iets dat veel dieper gaat, wat invloed heeft op je hele persoonlijkheid en je uitzicht op je eigen functioneren, je toekomst en je positie in je gezin. Je bent nooit meer dezelfde die je was voor je ziekte.”
Zo zal de rest van zijn gezin dat ongetwijfeld ook gevoeld hebben.