De stagiair hoofdstuk 10 Beeld Getty Images
De stagiair hoofdstuk 10Beeld Getty Images

PREMIUM

De Stagiair - hoofdstuk 10: “Ik laat me door Laurens naar een verborgen plek in school leiden”

Sanna komt doorweekt op school aan en moet zich verontschuldigen tegenover Laurens.

Hanneke MijnsterGetty Images

Hoofdstuk 10

“Kom op!” roep ik naar Fae. “We moeten gahaaan.”

“Nee, ik heb het eerste uur uitval”, gilt ze terug. Ach ja, dat is waar ook.

Ik geef haar een vluchtige kus en stap op de fiets. Het zou fijn zijn als ik vandaag wat eerder op school ben, dan kan ik Laurens misschien nog even apart nemen voordat de lessen beginnen.

De regen slaat in mijn haren en de wind snijdt in mijn wangen. Die capuchon heb ik blijkbaar alleen op voor het idee. En dan moet die storm nog komen. Ik trap me ongans en bedenk nu pas dat ik een schoon shirt vergat mee te nemen. Hopelijk heb ik nog deodorant in mijn bureaula liggen, en anders kan ik er vast wel een lenen bij Carien of Lizette van het secretariaat.

Onderweg betrap ik mezelf erop dat ik vaker dan anders om me heen kijk, zoekend naar een skater van bijna 1 meter 90. Ik rijd zelfs dóór het parkje in plaats van eromheen. Toch druk ik die constatering met het grootste gemak ook weer weg. Eenmaal in de stalling zie ik dat mijn vaste plek in het fietsenrek bezet is. Irritant vind ik dat, terwijl het natuurlijk geen bal uitmaakt.

De fiets die op mijn plek staat, komt me overigens niet bekend voor. Het is een mountainbike, en volgens mij komen Carien en Lizette, die meestal naast me staan, met hun elektrische fiets en komt Nadia altijd met de auto. Achteraf bezien had ik dat vandaag beter ook kunnen doen. Mijn haren zitten plat op mijn voorhoofd geplakt en ik heb het bloedheet.

“Hey Sanna”, hoor ik wanneer ik langs het secretariaat loop.

“Goedemorgen Lizette, hoe is het?” vraag ik. “Had je een goed weekend?”

“Jawel hoor”, zegt ze, op een toon waarvan ik weet dat het niet zo is. Lizette is van het type hints strooien. Ze zegt nooit letterlijk dat het niet goed gaat, ze geeft subtiele brokjes informatie. Zo geven het woord ‘jawel’, de keuze voor haar bril in plaats van haar lenzen en een wat zachter stemmetje dan anders, alle aanleiding om te vragen ‘gaat het wel goed?’ En dat vraag ik dus ook.

“Gaat het wel goed?”

“Ja… of nou, ach nee, daar ga ik jou ook niet mee lastigvallen”, begint Lizette, “maar m’n schoonmoeder was jarig en ze nodigde Berry wel uit en mij niet, dus ik belde om te vragen waar dat op slaat, en toen zei ze vanwege de corona maar ja, vorig jaar was de corona er ook al en toen mocht ik wel gewoon komen, dus ja, wat heeft ze dan tegen me? Heb ik iets misdaan of zo, dacht ik, dat wil ik dan toch weten, hè. Dus ik dacht, ik dacht, ik bel gewoon, maar mooi dat ik niet welkom was, hoor.”

“Wat vervelend, Lizette”, zeg ik, en voordat ik kan zeggen dat het hopelijk wel meevalt, begint ze haar hele verhaal van voor af aan. Ik zie dat het al kwart over is, dus ik moet haast maken naar mijn klas.

“Lies, heb jij misschien een deodorant die ik even mag lenen?”

Ze kijkt me verbaasd aan, en grabbelt meteen in haar la.

“Bende dan ook een eigenwijs om op de fiets te komen meej dees weer”, lacht Lizette, en ik glimlach terug. “Ik heb mijn Berry me gewoon laten brengen vanmorgen hoor, en straks na vieren haalt-ie mij weer op.”

“Wat lief, zeg”, antwoord ik. “Bedankt voor je deo, heel fijn. Nu moet ik gauw gaan, want de zoemer is al gegaan.” In de tijd dat ik bij Lizette stond, heb ik Laurens nog niet langs zien lopen.

Eenmaal bij mijn lokaal staat Laurens er al wel en hij heeft zelfs al blaadjes uitgedeeld aan de klas. Hoe kan dat nou? Hij moet toch ook door de hoofdingang en dan langs het secretariaat?

“Goedemorgen samen”, zeg ik en ik haast mij naar mijn bureau. Laurens geeft me een knipoog, alweer, en zegt: “Met jouw goedkeuring neem ik graag een dictee af.” Dat stond inderdaad op het programma voor vandaag, maar ik kan me niet herinneren dat ik dat vorige week heb verteld. Ik kan zijn voortvarendheid wel waarderen. “Ga je gang”, zeg ik daarom.

Je zei, je hart was gebroken toch?

Je zei, komma, je hart was

gebroken toch vraagteken

En daarom gaf ik jou de mijne

En daarom

gaf ik jou

de mijne

Verbaasd kijk ik naar Laurens. Wat is dit voor tekst? En waarom dicteert hij alsof die leerlingen nog in groep zeven zitten? Ik ga hem nu niet afvallen, maar dit ga ik hem straks wel teruggeven.

“Hé man, The Opposites!” roept Niek. “Dope, bro!” Hij zwaait zijn linkerarm in de lucht en maakt met zijn hand een soort V.

“Klopt, Niek”, lacht Laurens, “weet je ook welke track?”

Sukkel voor de liefde, je weet toch”, grijnst Niek.

Ik had hem voor mijzelf gehouden toch – gaat Laurens verder. Ik laat hem begaan en noteer alvast een paar punten voor de evaluatie straks.

Als ik wist dat jij ermee zou verdwijnen

Het lijkt wel alsof Laurens er zelfs een vleugje Amsterdams accent tegenaan gooit. De hele klas schrijft ijverig mee en ik moet zeggen dat het plezier het hier best een keer mag winnen van de kwaliteit.

Na het dictee gaan we verder met de literatuurlijst. Ruim de helft van de klas heeft pas één boek gelezen en het is al februari. Dat worden weer veel overgeschreven samenvattingen, dit jaar.

“Heb jij zo even voor me, in de pauze?” vraag ik aan Laurens.

“Voor jou zeker”, glimlacht Laurens en er klinkt gejoel uit de klas. Hij weet wel weer wat leven in de brouwerij te brengen.

Nadat de zoemer gaat, lopen we samen richting de lerarenkamer. Die zit bomvol nu alle lessen weer gewoon op school worden gegeven.

“Kom”, zegt Laurens, “volg mij maar.” En trouw loop ik achter hem aan, als een kleuter in een skiklasje. Op de school waar ik al jaren werk, laat ik me leiden naar een verborgen plek. We lopen langs het technieklokaal, voorbij de ckv-hoek, naar het achterste muzieklokaal. Zijn schouders golven mee als hij loopt, en trekken een beetje in zijn overhemd. Hij had beter een maatje groter kunnen kopen, maar dat zeg ik niet. Zonder een woord te wisselen, nemen we allebei plaats op de krukken achter de piano.

“Laurens, over-”

“Gisteren? No worries”, onderbreekt hij me. “Ik begrijp het. Het was wel heel jammer, maar ik snap dat jij ook niet kon weten dat Fae zo snel thuiskwam en verdrietig was.”

Een lichte opluchting kan ik niet ontkennen. “Maar wat ik ook wilde zeggen”, ga ik verder, “is dat ik je voortvarendheid enorm waardeer. Je bent echt gemotiveerd en initiatiefrijk, dat vind ik mooi.”

“Nou, dank je Sanna, je laat me bijna blozen”, grijnst Laurens.

“Dat hoeft nou ook weer niet”, zeg ik. “Maar over dat dictee: wat was je idee daarbij?”

“Ik wilde iets doen dat aansluit bij hun belevingswereld”, vertelt Laurens trots, “en je zag dat het werkte, toch? Ze sloegen er wel op aan.”

“Dat is waar”, zeg ik streng, “maar inhoudelijk was het ver beneden peil.”

Laurens kijkt me verschrikt aan. “Wat is er mis met de liefde? Er zaten echt geen woorden in die ze nog niet kennen, hoor.”

“Dat is precies het probleem. Dat was veel te makkelijk voor ze. Een leuk kwartiertje spelen, maar meer ook niet.”

Laurens kijkt bedrukt. Kijkt me dan aan en vraagt: “Maar het is toch geen ramp?”

“Het is geen ramp”, lach ik.

“Nou dan”, lacht Laurens. En ineens legt hij zijn hand op mijn middel en vraagt: “Wanneer gaan wij nou spelen?”

OVER DE STAGIAIR

Elke zaterdag om 22.00 uur verschijnt er op Libelle.nl een nieuw hoofdstuk uit onze erotische thriller ‘De Stagiair’.

Sanna (49) geeft les op een middelbare school. Ze twijfelde toen de stoere skater Laurens solliciteerde om haar stagiair te worden, maar hij pakte haar in met zijn charme en kennis. In de loop van het jaar laat ze hem steeds dichterbij komen en komt-ie zelfs bij haar thuis. En dan is haar dochter Fae (12) ineens verdwenen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden