PREMIUMVan hoedjes tot paraplu's
Koningin Elizabeth als stijlicoon: de Queen omarmde haar royal uniform
Koningin Elizabeth was een klein dametje. Als staatshoofd is dat best onhandig, maar ze had zo haar trucs om toch op te vallen. Haar kapsel nooit veranderen om haar herkenbaarheid te vergroten was er een van. En haar kledingkeuze maakte van haar op hoge leeftijd alsnog een stijlicoon. Hoe zit dat?
De hoeden
Koningin Elizabeth (ooit 1.62 meter, op latere leeftijd kleiner) leek al snel tien centimeter langer door haar hoeden. Altijd in de kleur van haar outfit – ze hield erg van matchy-matchy – bij voorkeur gedecoreerd met enorme bloemen, sprieten of veren en liefst ook nog in een tikje scheef model. Het waren ideale bliksemafleiders van haar gebrek aan lengte. Haar hoeden waren een alternatieve kroon, zodat bij werkbezoeken meteen duidelijk werd wie en waar de koningin was. Je kon niet om haar heen, petit als ze was, met een vrolijke hoed op.
De Norman Hartnell-jaren
Tussen 1940 en 1979 bepaalde couturier Norman Hartnell grotendeels de look van Elizabeth. Hij ontwierp haar trouwjurk en later haar kroningsjurk. Hij wist de Queen met zijn ontwerpen langer te laten lijken: een driekwart jas over een vrij strakke rok werd haar werkbezoeklook. De details die hij aan de hals aanbracht, trokken de aandacht, zodat het minder opviel dat ze zo klein was. De uitlopende rokken die ze droeg, dienden hetzelfde doel; hij was een meester in klassieke glamour, iets wat hij zelf omschreef als “onsensationele elegantie”.
De magie van Angela Kelly
De jaren tachtig en de vroege jaren negentig staan bekend als de Queens minst modieuze periode. De Queen was van middelbare leeftijd, maar kleedde zich ouder. Bij gebrek aan een nieuwe Hartnell in haar leven leek ze qua looks een beetje dolende, tot ze in 1994 Angela Kelly leerde kennen. Deze dochter van een dokwerker en hoedenmaakster werd haar kleedster en haar vertrouweling.
Zij was was degene die koningin Elizabeth als oudere vrouw in de felle kleuren van onder andere Stewart Parvin kreeg, die haar schier iconisch (en in gezelschap en op afstand) goed zichtbaar maakten. De mantel-hoed-jurk in effen knalkleuren bleef 28 jaar lang haar werkuniform en liet de Queen aanzienlijk jonger lijken dan ze als supersenior was. Zo werd ze alsnog ongewild een stijlicoon.
De handtassen
In de royal inloopkast bevonden zich meer dan tweehonderd handtassen van Launer, vrijwel allemaal in zwart of wit leer Royale of de zwarte lakstijl Traviata. Er zat nooit zoiets vulgairs in als geld (nou vooruit, wat muntjes voor de kerkcollecte) of een mobieltje. Wel droeg ze altijd een schone zakdoek en haar lippenstift met zich mee.
De tas was een manier om bij werkbezoeken niemand voor het hoofd te stoten, als ze bloemen doorgaf aan haar hofdame – “Ik heb mijn handen vol.” Daarnaast communiceerde ze ermee: zette ze de Launer van dienst op de grond, dan betekende dat: “Ik ga zitten.” Verhuisde ze de tas naar de tafel, dan verveelde ze zich en verzon haar hofdame een smoesje om haar uit het gesprek te redden.
De hoofddoekjes
Privé kleedde de koningin zich als een ‘country lady’: plooirokken, wax coats, regenjassen die haar een figurant uit Coronation Street lieten lijken, meestal met een hoofddoekje op. En niet zomaar eentje, ze bezat een ruime collectie carrés van Hermès, die ze op informele momenten droeg, om het haar te beschermen tegen de elementen. Haar liefde voor het label had een sentimentele reden: er staan vaak hippische motieven op afgebeeld en als paardenmeisje vond ze dat als tiener al geweldig. Die liefde is nooit helemaal gedoofd.
De accessoires van Koningin Elizabeth
Elizabeth II was uit te tekenen op een bescheiden brede hak; ze droeg een halve eeuw loafers van Anello & Davide. Die werden door een welwillende werknemer van Buckingham Palace, of door Angela Kelly zelf, met katoenen sokken ingelopen, zodat de Queen geen blaren kreeg.
Andere vaste constanten waren witte handschoenen van Cornelia James (zodat haar wuiven beter te zien zou zijn) en haar parels, meestal in een snoer met drie rijen, en een broche, bij voorkeur iets op thema van de gelegenheid. Ook altijd handig: een transparante paraplu, want “ik moet worden gezien om in te worden geloofd”, maar wel eentje met een randje in exact de kleur van haar look – ze had een enorme collectie. Zo was ze, de zwarte handtas incluis, vrij voorspelbaar, maar ook dat hoorde bij de stabiele, betrouwbare en dienende vorst die ze wilde zijn.
De frivole uitspattingen van een stijlicoon
Sprong Elizabeth Regina dan nooit eens uit de band? O jawel, in de jaren zestig en zeventig experimenteerde ze bij vrij degelijke jurken en jassen volop met hoeden, van tulbanden tot badmutsen met bloemetjes. Haar bontste modemoment was in 1999 toen ze naar de Royal Variety Performance een harlekijnjurk droeg, vermoedelijk als vorm van diplomatic dressing in verband met het thema van de avond. Maar misschien ook wel omdat ze een ondeugende kant had. De kranten raakten er niet over uitgepraat, en naar verluidt zat ze de volgende dag schaterend om de reviews aan het ontbijt.
De witte avondjurken
Stijlicoon Elizabeth bezat een avondgarderobe waar best wat jurken in kleur tussen zaten. De meeste zijn echter verrassend neutraal: wit, roomwit, crème, héél zachtgeel. Dat heeft een praktische reden. Bij een staatsdiner worden (huis)ordes en andere officiële decoraties gedragen. Tel daar een stevige parure met edelstenen bij op en het wordt al snel druk. De collectie witte avondjaponnen vormde het blanco canvas waarop ze alles etaleerde dat voor haar ambt en haar land stond. Het was Elizabeths manier om op deze momenten, die altijd de publiciteit haalden, nog eens extra uit te stralen dat het niet om haar persoon ging, maar om de Kroon.