null Beeld

PREMIUMcolumn

Nico: “Tanja doet niet eens meer haar best om te doen alsof ik technisch ben”

Nico Dijkshoorn

Nico Dijkshoorn is geen echte klusser en daar heeft hij soms wel eens moeite mee.

Ik ben een man die geen lampen kan ophangen. Als ik aan vrienden uitleg hoe vervelend ik dat vind, zeggen ze: “Maak je niet druk, Niek. Lampen worden nu opgehangen door vrouwen met heel leuk vallend haar. Mannen maken risotto in een kookschort. Jij bent juist een now-and-now-mannetje.”

Dat kan wel zo zijn, maar veel liever was ik een ooit-en-toen-mannetje. Iemand die je opbelt als er een keukenkastje moet worden opgehangen. Ik zou dat zo graag eens doen, in een vreemde broek met twintig zakjes bij een vriendin binnenkomen en dan op mijn knieën langs een waterpas kijken. Daarna dingen zeggen als: “Oef, dat valt niet mee. Meer werk dan ik dacht, maar ik ga het fiksen.” Daar fantaseer ik over. Dat ik door een bouwmarkt loop en precies weet wat ik moet kopen. Dat ik aan een medewerker vraag: “Ik zoek een verloopnippeltje van drie millimeter voor een schuifverbinding.”

Mijn vader kon dat weergaloos goed, door een bouwmarkt lopen. Hij pakte een stalen object, sloeg er met zijn vuist op en zei tegen mij: “Hongaars staal, het beste van het beste.” Ik wist niet eens wat hij in zijn handen had.

Dit alles kwam weer boven toen Tanja en ik twee maanden geleden een lamp kochten die uit Frankrijk moest komen omdat we hem wilden hebben in de kleur mintgroen. Ik was eigenlijk al vergeten dat we hem hadden besteld, toen hij opeens voor me op tafel lag. Tanja zei: “Vanmiddag bezorgd. Bel jij de buurman even?” Ze deed niet eens meer haar best om te doen alsof ik ook maar een soort van een beetje technisch ben. Ondenkbaar was het dat ik, zonder een klein uitslaand binnenbrandje te veroorzaken, een lamp in ons plafond kon wrikken.

Dat was ik met haar eens. De kans dat ik met een verkeerde boor de hoofdleiding van onze hele wijk kapot zou draaien was levensgroot. Ik belde de buurman. Een kwartier later stond hij in heel intimiderende werkkleren voor mijn neus.

Ik wist precies wat er daarna zou gebeuren. Ik moest hem dingen aangeven als hij op zijn zelf meegebrachte trappetje stond. Ik moest koffie zetten. Ik moest net doen alsof ik leergierig was en meekijken. Tanja zou op de schakelaar mogen drukken en daarna zou ze verheugd in haar handen klappen. Tegen mij zou ze zeggen: “Jij kunt weer andere dingen.” En ik zou denken: ja, maar wat dan?

Nico Dijkshoorn (62) woont samen met Tanja, heeft twee kinderen uit een vorige relatie en een heel eigen kijk op de wereld.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden