null Beeld

PREMIUM

Sylvia: “Het schaamrood steeg me naar de kaken. Voor mij was de lol eraf”

Sylvia Witteman

Sylvia doet een spannende ontdekking bij het grofvuil, die haar meteen terug de tijd in slingert.

Het is dinsdagochtend, ophaaldag voor het zogeheten grofvuil. Aan de stoeprand ligt, tussen een aftandse matras en een geknakte kantoorstoel, een merkwaardig houten voorwerp. Meteen gaat een deurtje naar mijn kindertijd wijd open: een letterbak! Wij hadden in de jaren zeventig thuis zo’n ding aan de muur hangen en we waren niet de enigen. De letterbak was het zinnebeeld van die tijd, samen met het bruine ribfluwelen bankstel, oranje kussens, leren poefjes, behang met grote, gestileerde bloemen, schrootjes en sisaltapijt.

De letterbak was een bron van vreugd, maar ook van onvrede. Je hoorde hem vol te zetten met snuisterijtjes; miniatuurpannetjes, koperen kannetjes, piepkleine kopjes en schoteltjes, porseleinen beestjes, pierrotbeeldjes en wat dies meer zij. Maar ja, zo’n letterbak was groot, had een heleboel vakjes, en schattige snuisterijtjes lagen niet voor het oprapen. Voor je verjaardag kreeg je weleens een stenen engeltje, zilveren minikandelaar of van die houten Adam en Eva-poppetjes. O, wat moesten we giechelen om dat houten piemeltje van Adam en dat gaatje van Eva, en dat ze dan ook nog precies in elkaar pasten. Maar het ging ons kinderen veel te langzaam. Die bak kwam maar niet vol!

Mijn zus, als kind al pragmatisch aangelegd, vulde de lege vakjes met allerhande spullen die ik letterbak-onwaardig vond: legostenen, knikkers, sleutelhangers, een vingerhoed... Mijn broer maakte het nog bonter, die legde er allerlei rommel van de straat in, van postelastieken, schroefjes en sigarenbandjes tot van die ouderwetse, gebroken witte kalkpijpen die bij het spelen in de tuin geregeld naar boven kwamen. “Die zijn antiek hoor!” zei hij er dan bij. Ik kon dat niet aanzien. In de letterbak hoorden alleen dingetjes die daar speciaal voor bedoeld waren, vond ik.

Maar ja, ik wist dan ook niet waar een letterbak eigenlijk voor was. Op een dag legde mijn oom, die bij een krant werkte, het me uit: een letterbak, eigenlijk een letterkast, werd gebruikt in drukkerijen. De loden letters werden er in een vaste volgorde in bewaard, zodat de drukker niet hoefde te zoeken. Omdat de drukkerijen in de jaren zeventig hun loden letters verruilden voor de offsetpers, hadden ze die bakken niet meer nodig. Dus daarom hingen ze in heel Nederland aan de muur. “Trouwens”, zei mijn oom langs de neus weg, “ze worden ook nagemaakt, omdat er zo veel vraag naar is. Die van jullie is geen echte.” Nou ja, zeg! Zaten wij hier al die tijd met een nep-letterbak aan de muur? Het schaamrood steeg me naar de kaken. Voor mij was de lol eraf.

Hier sta ik over te mijmeren, terwijl ik naar de letterbak bij het vuilnis staar. Toch best een leuk ding. Zou ik hem mee naar huis nemen? Maar dan bedenk ik wat mijn kinderen daar allemaal in gaan proppen. Toch maar laten liggen.

Sylvia Witteman (56) is getrouwd, heeft een dochter (23), twee zoons (20 en 18) en katten Lola en Siepie.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden