Tessa: “Eenmaal in Suriname bleek dat ik vrijwel niks over mijn oma wist” Beeld
Tessa: “Eenmaal in Suriname bleek dat ik vrijwel niks over mijn oma wist”

PREMIUM

Tessa: “Eenmaal in Suriname bleek dat ik vrijwel niks over mijn oma wist”

Tessa Leuwsha

Tessa herdenkt haar oma Fansi en haar leven in Suriname.

Eind vorig jaar zat ik dagenlang in een studio te zoeken naar archiefbeelden die passen bij het leven van mijn Surinaamse oma Fansi. Ik schreef al een boek over haar, Fansi’s stilte. Nu maak ik een documentaire over haar leven. Toen ik een jaar of tien was, logeerde oma Fansi een paar weken bij ons in Amsterdam. Een hele belevenis, want mijn Hollandse moeder en mijn broer en ik waren onbekend met deze dame uit Suriname en haar Surinaamse manieren. Mijn vader, schipperend tussen de twee fronten, ging opvallend vaak biljarten. Daar zaten we, met oma, in onze kleine bovenwoning. Ze droeg op haar hoofd een angisa, een gevouwen doek, en had een permanent opgezet been dat ze breeduit op een krukje legde.

’s Ochtends maakte ze warme chocolademelk van cacao uit Suriname, het hele aanrecht lag ermee bezaaid. Overdag speelde ze graag domino, maar kon slecht tegen haar verlies. “Laat oma winnen hoor!” fluisterde mijn moeder dwingend tegen ons. ’s Avonds verdween oma al vroeg achter de schuifdeuren en prevelde haar gebed. Aan de andere kant van de kamer moest de tv zacht. Ze werd begraven in Eindhoven, waar ze vanwege haar slechte ogen haar laatste jaren in een bejaardenhuis had doorgebracht. Toen de kist in de grond zakte, voelde ik er weinig bij.

Vijfentwintig jaar later kwam ik in Suriname te wonen en begon over oma na te denken. Ik ontdekte dat wij beiden waren geboren uit een witte moeder en zwarte vader, maar dat zij door haar moeder was afgestaan. Oma’s pleegmoeder had nog in de slaventijd geleefd, was marktvrouw en moeder van een schare kinderen. Oma Fansi werkte in Paramaribo als wasvrouw voor de lichtkleurige elite en ze had haar negen kinderen, van wie één jong overleed, in haar eentje opgevoed. Ik ontdekte dus dat ik als kind vrijwel niks over mijn oma had geweten en begon aan het boek over haar.

Er bestaat geen bewegend beeld van mijn oma. In de studio moet ik werken met beelden die met een westerse bril op zijn gefilmd. Maar Fansi verdient het om gezien te worden voor wie ze echt was: een vrouw in Suriname, in haar eigen land. Er verschijnt opeens een beeld op het scherm van een zwarte vrouw van middelbare leeftijd. Ze draagt een angisa en danst. Ze kijkt langs de camera, totaal niet bezig met wie door de lens naar háár kijkt. Ik stoot de editor aan. “Zo was ze, mijn oma!”

Schrijver en documentairemaker Tessa Leuwsha (55) woont en werkt in Paramaribo. Ze is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen.

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden