PREMIUM
Yum! Een superlekker recept voor krokante doperwtenwafels
Wie houdt er niet van wafels? Deze heerlijke lunch van krokante doperwtenwafeltjes voor drie personen zet je in een half uurtje op tafel!
Dit heb je nodig de krokante dorperwtenwafels
• 100 g bloem
• 2 grote eieren
• 50 ml volle melk
• 300 g dorperwten (vers of diepvries, ontdooid)
• 1 sjalot, gesnipperd
• 60 g zachte kaas (taleggio, brie of camembert)
• 1 bosje peterselie en/of kervel
• 1 tl bakpoeder
• 2 el boter
Dit heb je nodig voor op de krokante doperwtenwafels
• 1 grote eetrijpe avocade
• ½ citroen
• 2 el boter
• 6 eieren
• 1 bakje cress
• ½ tl chilliflakes of pul biber
Dit heb je extra nodig
• wafelijzer voor 2 wafels
• keukenmachine of staafmixer
• 2-3 kookringen van 7 à 8 cm Ø
Bereiden: 35 min.
Zo maak je de krokante doperwtenwafeltjes
Begin met de doperwtenwafels: laat het wafelijzer vast warm worden. Doe de bloem, eieren en melk in de keukenmachine of een kom voor de staafmixer. Maal fijn en voeg dan de (ontdooide) doperwten, sjalot en geraspte kaas toe. Maal even mee tot de erwten bijna fijn zijn. Houd wat kruiden achter voor de garnering en snijd de rest fijn. Roer als laatste de kruiden, het bakpoeder en versgemalen peper en zout erdoor. Kwast een dun laagje boter op de ijzers van het wafelijzer en verdeel er een derde deel van het beslag over. Sluit het ijzer en bak de wafels circa 6 minuten of tot ze goudbruin en gaar zijn. Bak zo ook de andere wafels.
Maak ondertussen de garnering: prak de avocado’s grof en breng op smaak met een beetje citroenrasp, -sap, versgemalen peper en zout. Zet opzij. Vet de binnenzijde van de kookringen iets in en zet op de bodem van een koekenpan, ook ingevet. Verwarm de pan op matig vuur en breek in elke ring een eitje. Bak ze zachtjes tot het wit gestold is en de dooier nog mooi vloeibaar. Verwijder de ringen voorzichtig en bak zo ook de rest van de eieren. Serveer de eitjes met de avocadopuree op de wafels, twee per persoon. Garneer met de cress, de rest van de kruiden en wat chilivlokken naar smaak.
Fotografie: Eric van Lokven|