PREMIUMInterview

Schrijfster Lize Spit: “Nu mijn moeder ziek is, voel ik alleen liefde voor haar”

null Beeld Marloes Bosch
Beeld Marloes Bosch

Lize Spit (35) heeft een turbulent jaar achter de rug. Ze schreef het Boekenweekgeschenk én haar moeder werd ernstig ziek, waardoor ze als vanzelf in haar oude verzorgende rol schoot. “Steeds vaker denk ik dat je niet alles kunt hebben in het leven.”

Liddie AustinMarloes Bosch

Voor haar Boekenweekgeschenk ging schrijfster Lize Spit (34) terug naar het verleden: de jaren negentig in Viersel, het Vlaamse dorpje waar ze opgroeide. De eerlijke vinder gaat over Jimmy, een aandoenlijk, eenzaam ventje dat bevriend raakt met een in zijn dorp opgenomen jongen uit een vluchtelingengezin. Als de asielaanvraag van Tristans Kosovaarse familie wordt afgewezen, smeden de kinderen een plan.

“Het idee komt voort uit mijn herinnering aan een Kosovaars gezin dat toen ik een jaar of tien was in ons dorp kwam wonen”, vertelt Lize, vanuit haar woonplaats Brussel even op bezoek in Amsterdam. “Het was een familie met acht kinderen die vanwege de oorlog in Joegoslavië was gevlucht; een van die kinderen werd een goede vriendin van mij. In alle jaren dat we bevriend waren, hebben we het nooit over de oorlog gehad. Dat was een te abstract begrip voor mij en zij had er geen behoefte aan. Thuis liet de oorlog zijn sporen na, daarbuiten had ze een normale jeugd met de andere kinderen in het dorp, vertelde ze toen ik voor het schrijven van het Boekenweekgeschenk weer contact met haar opnam. We hadden elkaar lang niet gesproken – ik ben naar Brussel verhuisd, zij woont nog in het dorp met haar man en kinderen. Nu hebben we vaak met elkaar gebeld om het over vroeger te hebben. Heel inspirerend. Natuurlijk heb ik er een fictief verhaal van gemaakt, maar ik heb haar verhalen er wel in verwerkt. Hoe bang ze waren ’s nachts, bijvoorbeeld. Zo sliepen ze altijd met z’n allen in een ruimte omdat ze samen wilden zijn, mocht er iets gebeuren.”

Had je opeens een actueel onderwerp te pakken!

“Dat was onbedoeld. Ik was al bezig met de novelle toen de oorlog in Oekraïne uitbrak en in veel Belgische dorpen en steden plaats gemaakt moest worden voor Oekraïense gezinnen. Het was alsof de geschiedenis zich herhaalde, ruim twintig jaar later. En dat terwijl ik er juist voor had gekozen om geen actueel verhaal te schrijven. Toch lijkt het ook iets te zeggen over de manier waarop mensen nu met vluchtelingen omgaan vergeleken met in de jaren negentig. Dat was echt een andere tijd. In ons dorp woonden toen geen mensen van buiten. De sfeer rondom dat Kosovaarse gezin was misschien daarom minder grimmig dan nu weleens het geval is. Ik heb er als kind niet veel van meegekregen, maar mijn jeugdvriendin vertelde hoeveel hulp er is geweest. Toen de asielaanvraag van het gezin werd afgewezen, hebben we met het hele dorp strijd gevoerd om hen in België te houden. Ik heb zelfs een brief aan de koning geschreven. Gelukkig mochten ze alsnog blijven.”

null Beeld

Tijdens het schrijven van het Boekenweekgeschenk kreeg je het bericht dat je moeder ongeneeslijk ziek is.

“Ja, dat was een enorme schok. Natuurlijk wist ik dat ouders niet onsterfelijk zijn, maar mijn moeder is pas eenenzestig en was altijd gezond, we dachten nog helemaal niet aan afscheid nemen. Nu is dat anders: de tijd is echt beperkt. Er is in korte tijd veel gebeurd. Mijn moeder kreeg een nieuwe vriend; mijn ouders zijn vlak na het nieuws van haar ziekte gescheiden, ons gezin is uit elkaar gevallen. Veel verhoudingen zijn veranderd. Mijn moeder en ik hadden een wat moeizame band, maar toen ze ziek bleek te zijn schoot ik direct in de rol die ik als kind had. Toen zorgde ik altijd voor mijn ouders, ik lette goed op of zij wel gelukkig waren omdat ze dat vaak zo duidelijk níet waren. Vroeger was ik boos omdat zij mij niet als persoon zag, maar als verzorger. Maar nu voel ik opeens alleen maar liefde, dat is nieuw voor me. Haar kwetsbaarheid raakt me heel erg. We hebben het afgelopen jaar een betere, eerlijker band gekregen. Maar mijn moeder blijft dezelfde persoon die ze altijd was, met haar praten over wezenlijke dingen blijft moeilijk… Ik ben beter gaan begrijpen waarom ik ben gaan schrijven. De communicatie in ons gezin verliep en verloopt slecht. Met schrijven vul ik een gat op: woorden vinden voor wat niet wordt gezegd.”

Wat voor gezin was het?

“Mijn ouders hadden moeite om het beste in elkaar naar boven te brengen. Mijn moeder is introvert, mijn vader extravert en ze voelden zich door elkaar miskend. Dat bepaalde de sfeer in huis. De erkenning waarnaar ze hunkerden zochten ze bij hun kinderen: ik heb een oudere broer en zus en een jonger zusje. Als ik vanaf een afstandje naar ons gezin kijk, denk ik weleens: in plaats van twee volwassenen en vier kinderen waren wij zes kinderen samen. Ik heb altijd voor mijn ouders gezorgd, terwijl je dat eigenlijk van een kind niet mag verlangen. Maar kinderen houden zo veel van hun ouders dat ze bereid zijn zichzelf weg te cijferen. En voor ouders is het moeilijk om nee te zeggen als een kind bereid is dat te doen.” Wat deze turbulente periode voor Lize nog lastiger maakte is dat ze er niet meteen over kon schrijven. “Als er iets groots gebeurt in mijn leven, maak ik altijd aantekeningen. Dat is mijn manier om ermee om te gaan. Maar nu moest ik me helemaal wijden aan het Boekenweekgeschenk. Op een gegeven moment ben ik toch ook gaan schrijven over wat er daarnaast gebeurde. Ik móest deze ervaringen opvangen in taal, ze vastleggen, want anders weet ik het straks niet meer. Toen De eerlijke vinder klaar was, kon ik me er helemaal op storten. Ik heb vorig jaar dus veel geschreven. Geen idee of het een boek gaat worden, vast wel, maar voor nu is het voor mij een manier om grip op de situatie te krijgen.”

null Beeld

En om je staande te houden?

“Ja, ik denk dat het inderdaad zo werkt. Of het de juiste manier is? Het observeren van wat er gebeurt omdat ik erover wil schrijven weerhoudt me er misschien ook van om dingen echt te voelen. Dat is een valkuil voor schrijvers. Maar voor mij is het een overlevingsmechanisme en dat gun ik mezelf nu. Hoe het precies zit, weet ik nog niet. Ik zit nog zo midden in het proces. Het afgelopen jaar was een rollercoaster en het verandert allemaal ook zo snel. De kans dat mijn moeder er niet meer is als dit interview verschijnt, is vrij groot. Ik ben dankbaar dat we in elk geval de tijd hebben gekregen om afscheid te nemen. Ik heb haar kunnen laten zien dat ik er voor haar ben, ik heb al een keer haar hand vastgehouden, iets wat tot voorheen ondenkbaar was. Het zijn kleine dingen, maar voor mij voelen ze groot.” Met een glimlach: “Ik begrijp nu beter dat bijna iedere schrijver wel een moeder- of een vaderboek heeft geschreven. Je moet er iets mee.”

Ook je vriend, schrijver Rob van Essen, schreef dat soort boeken. Heb je iets aan hem in deze periode?

“Ja, zeker. Rob kan me goed geruststellen. Het is fijn om iemand naast me te hebben die er al doorheen is. Hij weet hoe groot het is.”

null Beeld

Dat is een voordeel van een veel oudere vriend.

“Het heeft zowel voor- als nadelen. In het begin maakten we veel grapjes over ons leeftijdsverschil, nu doen we dat nooit meer. Natuurlijk had ik Rob liever leren kennen toen hij dertig was. Het zou ideaal zijn als we in dezelfde tijd geboren waren, maar het is nu eenmaal zo: hij is vijfentwintig jaar ouder dan ik. Je kunt niet alles hebben in het leven, denk ik steeds vaker. Bepaalde keuzes hebben bepaalde consequenties. In ons geval is dat dat de kans vrij groot is dat Rob en ik geen kinderen krijgen. We twijfelen officieel nog, maar dat we al vier jaar samen zijn en nog geen concrete plannen hebben, zegt waarschijnlijk genoeg. Ik wilde altijd heel graag kinderen en dacht altijd dat ik ze zou krijgen. Maar ik heb nu zo’n fantastische relatie met iemand die ik echt vertrouw, dan hoeft niet alles wat op mijn lijstje staat te worden afgevinkt.” Ze is toch meer een carrièrevrouw dan ze dacht, zegt ze. “In de zin van: het schrijven gaat bij mij boven alles. Dat geldt ook voor Rob. In het begin van onze relatie hebben we uitgesproken dat het voor ons iets heiligs is. We hebben een codewoord ingesteld waarmee we vanwege het schrijven mogen inbreken op wat dan ook. Stel, de een heeft lekker gekookt en zet het eten op tafel, dan mag de ander zeggen: ‘vuurtoren’ en dan vindt degene die gekookt heeft het geen probleem dat de ander niet aanschuift. Dat kan, omdat je weet dat jij als zo’n moment zich aandient de ruimte krijgt om hetzelfde te doen.”

En dat verdraag jij ook, met jouw voorliefde voor zorgen?

“De afgelopen vier jaar met Rob waren heel mooi, maar daar zit inderdaad de grootste spanning: ik vind het moeilijk om een relatie te hebben die niet een zorgrelatie is. Ik weet niet beter: van jongs af aan zorg ik voor anderen, desnoods ten koste van mezelf. Het is nu even fantastisch als moeilijk om niet altijd voor iemand te hoeven zorgen. Ik kan me op mijn eigen dingen richten zonder te hoeven wegvluchten naar wat belangrijk is voor de ander. Maar als Rob twee keer achter elkaar kookt, begint het bij mij al te knagen: moet ik niet iets terugdoen? Ben ik zijn zorg wel waard? In mijn vorige relatie is het daarop misgegaan: ik heb de relatie totaal ondermijnd door alles van mijn vriend over te nemen en hij heeft me laten begaan. Het ging heel ver: ik koos ’s ochtends zijn kleren uit, in een restaurant keek ik of ik iets lekkers voor hem op de kaart zag en wist ik daarna niet wat ik zelf wilde eten.”

null Beeld

Dat wil je nu niet meer.

“Nee, en Rob is er ook alert op. Als hij vraagt wat ik wil, antwoord ik automatisch: dat maakt niet uit, wat wil jij? Dan zegt hij: ik heb het aan jóu gevraagd. Soms moet ik me dan even afzonderen om erachter te komen wat ik wil. In relatie tot anderen ben ik extreem makkelijk: als zij blij zijn, vind ik het fijn. Behalve in het schrijven, daarin volg ik mijn eigen pad. Verder hoef ik niet zo in de spotlights te staan.”

Zet je dan maar schrap: de Boekenweek komt eraan.

“Maar daar heb ik veel zin in! Ik ga het land in om lezers te ontmoeten en dat zijn bijna altijd lieve, leuke, open mensen, het type mens met wie ik graag tijd doorbreng. Ze investeren in een ander, zijn nieuwsgierig naar verhalen waardoor ze via een omweg iets kunnen begrijpen over zichzelf of zich juist verbazen over iets wat ze niet kennen. Ik ben erg benieuwd wat mij te wachten staat. Gek genoeg ben ik niet extreem zenuwachtig voor de ontvangst van De eerlijke vinder. Ik zie het boekje als de kers op een taart die door veel anderen wordt gebakken. Die taart is de literatuur, al die andere boeken en al die andere schrijvers. Het gaat om iets heel groots en moois en ik mag die ene week het gezicht daarvan zijn.”

null Beeld

De Vlaamse Lize Spit (1988) schreef twee zeer goed ontvangen romans, Het smelt (2016) en Ik ben er niet (2020). Dit jaar is ze de auteur van het Boekenweekgeschenk: De eerlijke vinder. Lize woont in Brussel met haar vriend, de Nederlandse schrijver Rob van Essen.
De Boekenweek vindt dit jaar plaats van 11 t/m 19 maart en heeft als thema Ik ben alles.

Styling: Inge Holkenborg. | Haar en make-up: Astrid Timmer. | M.m.v. Café Blond Amsterdam (locatie), Mango (bloes, top), Zara (vest, blazer), H&M (broek), Sacha (sneakers en schoenen), & Other Stories (jumpsuit), Sissy-Boy (bloes)

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden