PREMIUMinterview

Tom Coronel: “Toen ik twaalf was, gaf mijn moeder me gewoon haar autosleutels”

null Beeld Petronellanitta
Beeld Petronellanitta

Het Formule-1-seizoen is van start gegaan en dat betekent dat we weer kunnen genieten van de humoristische commentaren van Tom Coronel (50). Zelf racet hij ook nog: “Ik heb nu eenmaal een extreme competitiedrang.”

Astrid TheunissenPetronellanitta

“Hallo, de broer van Tim.” Zo stelt een goedlachse Tom Coronel zich voor. Tim is zijn eeneiige, eveneens racende tweelingbroer met wie hij in januari voor de tiende keer samen de Dakar Rally in Saoedi-Arabië reed. Tijdens die laatste roemruchte woestijnrace maakte team Coronel ‘een koprol’, was hun auto bijna total loss en lagen ze uit de competitie. “Ach,” zegt Tom, “Dakar gaat om het avontuur. Dan rijd je vijftien dagen achter elkaar dik vijfhonderd kilometer per dag. Dat is anders dan racen op het circuit in Portimão, waar in maart het wereldkampioenschap toerwagens plaatsvindt. Dan ben ik na een halfuur klaar.”

Even voor de leek: wat is het verschil tussen jouw races en die van Max Verstappen?

“De Formule 1 waar Max in rijdt is hoogste klasse in de autosport. De snelste ook. Daarna komt de F2 en F3. Ik reed in die klassen en neem nu deel aan de WTCR, de wereldkampioenschappen voor touringcars. Ik race met auto’s van de straat, zeg maar. In een sportieve Audi die is voorzien van een veiligheidssysteem. Verder reis ik net als Max de hele wereld over. Vorig jaar zat ik dertig weekenden in het buitenland.” Met sprankelende ogen: “Ik ben vijftig, maar ik kom nog steeds met bekers thuis hoor. Ik ben afgelopen seizoen drie keer Europees Kampioen geworden en vice-kampioen. Dan sta ik op het podium tussen jochies van vijfentwintig.”

null Beeld

Ben je ook nog elke keer blij met zo’n beker?

“Zeker. Ik heb een extreme competitiedrang. Ik ga drie keer per week hardlopen met vrienden en altijd moet ik die jongens er tijdens de laatste driehonderd meter uit lopen. Heel irritant, maar het zit in me. Ik ben een streber. Mijn moeder stimuleerde dat gedrag ook. Ik begon eerder met racen dan Tim en zij zei altijd tegen mij: ‘The second place is first lose.’ Dat had ze weer van haar vader, die was motorcoureur, reed de TT van Assen. Ken je dat liedje Oerend hard van Normaal? Dat gaat over mijn opa, Bertus van Hamersveld. Bij ons thuis draaide alles om hard gaan. Mijn vader was ook racer.”

Ik las dat Tim, de eerstgeborene, als tweede naam Alfa kreeg en jij Romeo.

“Mijn ouders hebben elkaar op de racebaan ontmoet en volgens mijn vader zijn Tim en ik verwekt op de achterbank van een Alfa Romeo op het circuit van Zandvoort. Dan heb je geen andere keuze dan als kind te gaan racen. Ik reed ook al jong in de auto van mijn moeder. We woonden in Huizen en zij gaf me gewoon haar autosleutels met de vraag of ik de hond wilde uitlaten in het bos van Oud Valkeveen in Naarden, vijf kilometer verderop. Misschien dacht ze: leeftijd is maar een getal en iemand moet de hond uitlaten. De politie dacht er in elk geval anders over.” Tom laat op zijn telefoon een krantenbericht uit De Gooi- en Eemlander zien waarin staat dat de twaalfjarige automobilist T.C. uit Huizen door de politie van de weg is gehaald. “Ik kreeg twee jaar voorwaardelijk en een boete van veertig gulden.”

Wist je vader dat je autoreed?

“Mijn ouders zijn gescheiden toen ik vier was. Hij vertrok naar Italië, waar hij nog een zoon en dochter kreeg, Glenn en Lindsay. Een enkele keer ging ik bij hen op bezoek. Mijn moeder zorgde in haar eentje voor Tim en mij en onze oudere broers Jip en Raymond, die een Amerikaanse vader hebben. Ik heb diep respect voor haar, want mijn broer en ik waren een explosieve combinatie. Op ons zestiende werden we voor een jaar naar een Amerikaanse highschool gestuurd. Tim in Richmond, Virginia, ik in Cameron, Wisconsin. We moesten even uit elkaar. We zagen elkaar in dat jaar maar een week, tijdens een skivakantie met onze vader.”

null Beeld

Heb je je vader gemist?

“Ik weet het niet. Ik heb goed contact met hem. Misschien dat Tim en ik in onze jeugd de corrigerende factor hebben gemist. Onze moeder liet ons heel vrij. Zij vond het prima dat ik op mijn twaalfde elke dinsdag tot twee uur ’s nachts als afwasser werkte en dan woensdag op school in slaap viel. Ons gezin had het niveau van de familie Flodder.”

Daar in dat chique Gooi…!

“Ja, mijn moeder was zelf ook nogal wild. Ze hield van drank, roken en feesten. Liep ik als dertienjarige een discotheek binnen, zag ik iemand lekker swingen op de dansvloer, was het mijn moeder. Ze overleed op haar zevenenvijftigste aan een hartaanval, maar zij heeft tijdens haar leven meer meegemaakt dan anderen in honderdzevenenvijftigjaar.”

Wie nam jou vroeger mee naar de racebaan?

“Ik ging met mijn oudere broers mee. Nadat ik terug was uit Amerika, deed ik een cursus op Zandvoort en mocht ik een jaar gratis racen omdat ik de beste cursist was. Zo begon het.”

Jij hebt jouw vrouw ook op Zandvoort ontmoet.

“Ja. Paulien racete en goed ook. Ze zat bij de Nederlandse top tien. Nu heeft ze de drang niet meer, maar onze zoon Rocco van twaalf is een fanatieke karter. Hij rijdt bijna elk weekend ergens in Europa een wedstrijd. Kijk.” Op zijn telefoon toont hij een foto van een kleuter op de kartbaan in Huizen die Tom runt met zijn drie broers. “Rocco in een extra stoeltje zodat hij bij de pedalen kon. Hij is hier bijna vier jaar.”

Jemig, wat eng

Hij wilde het zelf. En het is niet eng. Mijn dochter Carmen rijdt paard en is net zo fanatiek als Rocco met racen. Van een paard kun je ook hard vallen.” Tom vertelt ons niet dat opa Bertus na een ongeluk op Zandvoort een been moest missen en dat het vervangende houten been aan het plafond van zijn kartbaan in Huizen hangt. Tom vertelt wel dat Rocco precies weet wat hij doet. “Ik wist dat op die leeftijd ook.”

null Beeld

Wat beschouw je als het hoogtepunt van je carrière?

“In 1997 won ik de Marlboro Masters Race in Zandvoort. Dat is het Wimbledon van de Formule 3, met vijfenzestig deelnemers de grootste race. Rond die tijd werd ik ook eerste in de F3 in Japan. Helaas is het me daarna niet gelukt om een zitje te bemachtigen in de Formule 1. Ik vond destijds dat ik de boot had gemist. Nee, nu niet meer.” Lachend: “Anders had ik in 1999 geen raceles gegeven en had ik Paulien niet ontmoet. In Zandvoort was ik nog een hotte boy.”
Prompt gaat Toms telefoon. Paulien. Alsof zij voelde dat we het over haar hadden. “Waarom ik destijds voor hem viel?” vraagt ze nadat haar man zijn mobiel op speaker heeft gezet. “Tom is altijd positief. Maar de eerste indruk was niet geweldig. Hij zei tegen mij: ‘Als je ooit zin hebt, kun je me bellen.’” Tom: “Ik zei: ‘Als je een leuke avond wil, kun je me bellen.’” Paulien: “Het kwam toch anders over. Maar goed, een paar maanden later heb ik je toch gebeld. Toen heeft het nog anderhalf jaar geduurd voordat we iets kregen.” Tom: “Ik was een flierefluiter, maar we zijn nu vierentwintig jaar samen. Paulien begrijpt mijn raceverslaving. Ik hou ook van de lifestyle, van het reizen. Ik ben een zigeuner.” Paulien: “En eigenwijs.”
Tom, nadat Paulien heeft opgehangen: “De klacht thuis is ook dat overal snelheid in zit. Zo was ik tien jaar geleden op de Miljonairs Fair, waar kaartjes werden verkocht om de ruimte in te gaan. Ik kocht zo’n ticket, maar het bedrijf ging failliet en ik was vijftigduizend euro lichter.”

Wil je nog steeds de ruimte in?

“Lijkt me te gek. Ik vind dat je het uiterste uit het leven moet halen. Mijn vriend Alvin, met wie ik de wereld over reis, zegt dat ik in een bak met cocaïne ben geboren. Ik heb nog nooit drugs gebruikt, maar heb enorm veel energie. Ik ben niet iemand die in zijn hotelkamer tv kijkt. Vrienden waarschuwen me weleens voor mijn levensstijl.” Schouderophalend: “Als ik nu dood zou neervallen, vind ik dat prima.”

Nou! En je kinderen dan?

“Die redden zich wel. Dat heb ik allang gezien.”

null Beeld

Ze zijn nog jong.

“Maar ze zijn erg zelfstandig. En gepassioneerd en gedreven. Dat vind ik belangrijk. Ik leer hen dat ze alles uit het leven moeten halen wat erin zit.”

Hoe ontspan je?

“Op de grasmaaier. Zie je die rondingen in het gras? Mijn tuin is een showroom. Kijk eens hoe kakstrak ik die heg heb geknipt.”

Heb je je zo mooi gemaaide landgoed bij elkaar geracet?

“Racen kost mij alleen maar geld – de auto-onderdelen, het technische team. Daarom slaap ik tijdens wedstrijden altijd op slechte bedden. Geld heb ik verdiend met ondernemen. Nadat onze moeder in 1992 overleed zijn wij, haar vier zoons, met haar erfenis die kartbaan begonnen. Daar kwamen later een Febo en een Delifrance aan de A44 bij, een klimpark, een sportschool, van alles.”

Jullie zijn nog steeds zakenpartners?

“Zeker, en dat gaat onderling heel goed, al gaan niet alle zaken altijd even goed. Daarom investeren we in verschillende dingen.”

null Beeld

Je hebt tevergeefs geïnvesteerd in de lustpil voor vrouwen, begreep ik.

“Een bevriend gynaecoloog testte die pil een jaar of vijftien geleden en zag dat die werkte. Volgens hem zou die pil scheidingen voorkomen. Het zou een fantastische financiële investering zijn. Ik vond het vooral een stoer kroegverhaal.” Na de luide lach: “Wie weet komt die pil er alsnog en kan ik mijn eigen raceteam beginnen.” Het gesprek komt op Max Verstappen. Wat hij heeft gepresteerd is krankzinnig knap, stelt Tom. “Hij heeft de autosport op de kaart gezet. En nu is er ook nog een tweede Nederlander in de Formule 1, Nyck de Vries. Dat is helemaal uitzonderlijk. Jarenlang had Nederland niemand in de Formule 1, nu lijkt de Grand Prix van Zandvoort het volksfeest van Nederland geworden.”

Hoe zit het met de racende dames?

“We hebben heel goede vrouwen, Beitske Visser uit Dronten bijvoorbeeld. Zij rijdt in de top van de Women Series. Ze rijdt ook weleens met de mannen mee en dan krijgen de kerels serieus billenkoek van haar.”

Hoelang kun je nog het circuit op?

“Totdat ik het niet meer leuk vind omdat ik geen bekers meer win. Voorlopig ga ik dus nog even door.”

null Beeld

Autocoureur Tom Coronel (1972) neemt in 1990 voor het eerst deel aan races in verschillende klassen, eerst in Nederland en later ook internationaal. Zijn grootste succes was het winnen van de Japanse Formule 3 in 1997 en de International Masters of Formula 3 in hetzelfde jaar. Samen met zijn broers runt Tom een kartbaan. Ook werkt hij als analist van de Formule 1 bij Viaplay. Tom woont in Eemnes met zijn vrouw Paulien en kinderen Carmen (16) en Rocco (12).

  • In Story of my life op Libelle TV blikt Tom aan de hand van zijn eigen Instagram-posts terug op belangrijke momenten in zijn leven.
    libelle.nl/storyofmylife

Styling: Ora Bollegraaf. | Haar en make-up: Wilma Scholte. M.m.v. De Kaap Amsterdam, Jack & Jones (overhemd), Zara (T-shirt, jeans, zwart-grijze trui ), Tim & Tom Collection (sneakers), Reclaimed Vintage (leren jas), Vans (sokken), Asos Design (geblokte trui)

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden