Agnes Hofman (41) is lifestyle journalist met Nederlandse en Braziliaanse roots. Ze woont in Lissabon met T., haar zoon van 21. Ze schrijft op Libelle.nl over haar leven, loslaten en gelukkig(er) worden.
Vandaag, precies een jaar geleden, verhuisde ik na een acht maanden durende winterslaap in de Algarve terug naar Lissabon. Voor mij had het op zich niet gehoeven – ik had verdorie palmbomen en een zwembad in de tuin – maar zoon T. was doodongelukkig in dat piepkleine pittoreske dorpje tussen de pensionado’s. Dus tja, dan toch maar een busje huren en terug naar de bruisende hoofdstad. En natuurlijk zag ik daar de lol ook wel van in, met mijn lieve vrienden en een pruikenwinkel op loopafstand. Konden we weer fijn terrasjes pakken en gezellig cocktails drinken, want ja, ik lust wel een drupje.
Dat het appartement tegenviel, mocht de pret niet drukken. We verwachtten een stadsbungalow met patio. En dat was het technisch gezien ook wel, maar die laag dikke schimmel – of asbest, wie zal het zeggen – die de laminaatvloer omhoogduwde was wel tragisch. Net als de daaropvolgende onderhandelingen met de huisbaas.
En met mijn ouders, om wie ik me zoveel zorgen maakte. “Covid-19 is echt serieuzer dan jullie nu denken,” brulde ik door de telefoon tegen mijn moeder die longpatiënt is. “Blijf echt binnen!”
Verhuisd
En dan moest ik ook het gesprek aan met een van mijn opdrachtgevers. Er was een event in Londen en ik was uitgenodigd voor het hele weekend. Ja, inclusief vliegtickets en een hotelsuite van zeshonderd euro per nacht. Geloof me, ik reis zo graag dat ik me bijna aan het landingsgestel vastbind, maar ik durfde niet te gaan. Vanwege die vervloekte corona. Iets dat eigenlijk zo nog vaag en abstract was, maar me nachtenlang wakker hield.
Net als mijn lekkende dak. Ik deed telefonisch een interview met Romy Monteiro toen mijn slaapkamerplafond instortte door een subtropische regenbui. “Gaat het wel goed daar?” vroeg ze bezorgd. Ik gooide mijn dekbed en een stapel handdoeken op de grond, plaatste in stilte strategisch wat pannen en potten en loog dat ik even anders was gaan zitten. Uiteraard zijn we kort daarna weer verhuisd.
Samen
Voor het laatst, zei T. “De volgende keer dat ik verhuis ga ik alleen wonen.” Het lef! En dan was er nog werkstress, coronakilo-drama en de verplichte isolatie die me soms nog opbreekt. Maar het bijzondere is, ook al hebben we het afgelopen jaar allemaal anders ervaren, we deden het wel samen. Afgelopen vrijdag werd mijn vader zeventig in goede gezondheid. Hem bellen met een vrolijk lachende moeder op de achtergrond is tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer.
Thuisbezorgde cocktails
Eigenlijk alles wat zo belangrijk leek – reizen, palmbomen en zwembaden – blijkt voor mij gewoon geen prioriteiten meer te zijn. De vioolmuziek zwelt nu bijna aan – ik weet het – maar ik meen het wel; covid-19 heeft me veranderd. Flexibeler gemaakt. En dus iets gelukkiger. Ik slaap weer als een marmotje, in de wetenschap dat het leven nu eenmaal onvoorspelbaar is, en ik dus maar beter uitgerust kan zijn.
Die nieuw verworven wijsheid moest uiteraard gevierd worden afgelopen weekend. Met alcohol. Echt, pas na ruim elf maanden covid-19 ontdekte ik zaterdag een cocktailbar op Uber Eats. Passion fruit margarita’s, vers gemixt en op ijs thuisbezorgd. We hebben gedanst, T. en ik. In de woonkamer. En mijn vrienden ook, aangezien ik voor hen ook een aantal cocktails had besteld. Zo deden we eindelijk weer gezellig een drankje. Zij het dan virtueel…
De beste berichten van Libelle in je mailbox ontvangen? Meld je nu aan voor de nieuwsbrief!
Beeld: Privé
Lees meer