PREMIUM
Angela’s dementerende moeder is verliefd op een ander: “Mijn vader moet aanhoren hoe verkikkerd ze is op Jan”
Angela (54) vindt het pijnlijk voor haar vader dat zijn dementerende vrouw, die hij dagelijks trouw bezoekt, over haar oren verliefd is op een ander. “Mijn vader is hierdoor nog maar een schim van de man die hij ooit was.”
“Twee tortelduifjes, dat was het beeld dat ik van mijn ouders had. Iedereen ziet zulke stellen weleens op straat of in het park: van die lieve, oude echtparen die zo zorgzaam en teder hand in hand met elkaar lopen, liefdevol naar elkaar kijken en nog altijd grapjes maken en plezier hebben. Zo willen we allemaal wel met onze partner oud worden. Ik dacht dat het mijn ouders gegund was. Helaas sloop de ziekte Alzheimer zachtjes bij mijn moeder naar binnen en gooide roet in het eten.
Het leek gewoon ouderdom
Als dochter zijnde wilde ik het eerst niet zien of horen. Pap was er al eens over begonnen, dat mama soms heel afwezig was, dat ze ’s nachts vaak uren op was, door het huis dwaalde en hij haar met geen mogelijkheid terug in bed kon krijgen. Voor die tijd was mama al vaker vergeetachtig. Maar ja, dat ben ik ook weleens. Mág het ook als je bejaard bent, dat je soms naar woorden moet zoeken, even niet meer weet welke dag van de week het is of vergeet wat je gisteravond hebt gegeten? Ik weet ook dat oudere mensen vaak veel korter slapen of last hebben van slapeloosheid. Natuurlijk spookte wel even door mijn hoofd dat mijn moeder van 80 misschien aan het dementeren was. Die gedachte drukte ik snel weg. Er was verder niemand met Alzheimer in haar familie en bovendien was ze altijd gezond geweest, altijd sportief en altijd heel druk. Ik schaarde het allemaal onder de noemer ‘ouderdom’.
Ze liep in pyjama van huis
Tot die keer dat ik papa huilend aan de telefoon had. Mama was die ochtend in haar pyjama weggelopen. Op het moment dat hij even een boodschap was gaan doen, wandelde mijn moeder gewoon het huis uit terwijl ze zich nog niet had gedoucht en aangekleed. Lang was ze niet weg: een oplettende voorbijganger zag haar verward op straat en had meteen door dat er iets niet in orde was. Mama wist niet meer waar ze woonde en werd door twee agenten meegenomen naar het politiebureau. Ondertussen waren mijn vader en ik nog in onwetendheid. Nadat ik hem totaal over zijn toeren aan de telefoon had, belde ik de politie. Daar hoorde ik dat mama terecht was. De geruststelling die ik voelde, was van korte duur. Mijn moeder was in alle staten toen mijn vader en ik haar op het politiebureau kwamen ophalen. Dat beeld vergeet ik nooit meer, net zo min als de enorme machteloosheid die ik toen voelde.
Onhoudbare situatie thuis
Na dit voorval ging het hard. Ze bleek een delier te hebben gehad. In het ziekenhuis kreeg ze een hersenscan en een hersenvocht-punctie, waaruit bleek dat ze Alzheimer heeft. Naar een verpleeghuis gaan was vanwege de lange wachttijden geen optie. Mijn vader wilde er ook helemaal niets van weten om zijn vrouw ‘weg te doen’. Nooit zou hij zijn meisje naar een tehuis laten gaan, zei hij. Pas toen hij ’s ochtends wakker werd en de gang blank stond omdat mijn moeder ’s nachts alle kranen had opengedraaid, was het duidelijk dat hij de 24-uurszorg niet meer aankon. Na een dringend telefoontje van de huisarts volgde er een permanente opname voor mijn moeder in een verpleegtehuis.
Verliefd op een ander
Met mijn moeder gaat het sindsdien wonderbaarlijk goed, mijn vader is nog maar een schim van de man die hij ooit was. In het tehuis waar mijn moeder woont zijn veel lieve vrijwilligers. Er wordt met haar gewandeld, koffie gedronken en er zijn muziekmiddagen. Toch kan mijn vader de zorg voor haar niet loslaten. Hij gaat elke dag bij haar langs, doet nog haar was en helpt haar met eten. Mijn moeder is mijn moeder niet meer. Ze herkent hem en mij niet. Ze denkt dat ik haar moeder ben en mijn vader ziet ze als haar broertje. Ondertussen is er een nieuwe man in haar leven die ze adoreert: Jan, een bewoner op haar afdeling. Hele verhalen vertelt ze over hem aan wie het maar horen wil. Dat ze samen naar de bioscoop zijn geweest, dat ze achterop zijn brommer heeft gezeten, dat zijn ouders haar niet moeten. Zowel mijn vader als ik dachten dat het haar rijke fantasie was. Totdat ik mijn tante sprak, het jongere zusje van mijn moeder. Zij vertelde dat mijn moeder vroeger twee jaar verkering heeft gehad met Jan, van haar zestiende tot haar achttiende. Mijn moeder was een protestants meisje van boeren komaf, Jan was een katholieke jongen van welgestelde ouders. Dat was duidelijk niet hoe zijn ouders het voor ogen hadden en uiteindelijk beëindigde Jan de verkering, hoorde ik van mijn tante. Zelfs mijn vader had nooit over Jan gehoord. Kennelijk heeft mijn moeder haar pijn diep weggestopt en lijkt ze nu terug te zijn bij de sterke gevoelens die ze ooit voor Jan had.
Hij gunt haar het geluk
Ik vind het zó pijnlijk om te zien: mijn vader die mijn moeder een kus op de mond wil geven terwijl zij haar hoofd wegdraait. Hij lijkt soms een volslagen vreemde voor haar, terwijl hij moet aanhoren hoe verkikkerd ze is op Jan. Ze heeft niet eens oog voor hem als hij met een tas vol schoon wasgoed binnenkomt, ze zoekt steeds de nabijheid op van Jan. De verpleegkundigen zetten ze vaak samen naast elkaar in de gemeenschappelijke zaal. Toch zie ik bij mijn vader een kentering. Niet in zijn liefde voor haar, die is nog steeds onverminderd. Ik zie dat hij bewust op zoek is naar lichtpuntjes in deze situatie. ‘Ze was steeds zo verward en verdrietig’, zei hij op een middag tegen mij. ‘Nu is ze nog steeds verward, maar gelukkig is ze niet meer verdrietig. Ik heb nooit geweten van haar verkeringstijd met Jan en ik kan alleen maar blij voor haar zijn dat ze de mooie momenten herbeleeft. Ik heb zestig mooie jaren met haar gehad, veel langer dan Jan en zij hadden. Ik kan het haar alleen maar gunnen dat haar Alzheimer haar naar een plek bracht waar ze óók gelukkig is.’ Toen ik dat hoorde, heb ik mijn vader geknuffeld. Hij liet me hiermee zien dat echte liefde onvoorwaardelijk is. Dat is het mooiste voorbeeld dat hij me kon geven.”