Emmeke (45) vluchtte een jaar geleden met haar gezin uit Oekraïne: “We waren achteraf gezien een beetje naïef” Beeld Privébeeld
Emmeke (45) vluchtte een jaar geleden met haar gezin uit Oekraïne: “We waren achteraf gezien een beetje naïef”Beeld Privébeeld

PREMIUM

Emmeke (45) vluchtte een jaar geleden met haar gezin uit Oekraïne: “We waren achteraf gezien een beetje naïef”

Emmeke Vierhout (45), haar man Kees (48) en hun twee dochters Josephine (13) en Frederique (12) woonden jarenlang in Oekraïne. Toen een jaar geleden de oorlog begon, vluchtte ze met haar dochters naar Nederland. Kees bleef achter in Oekraïne. Vanuit hier begon ze onmiddellijk met het inzamelen van hulpgoederen.

Merel BronsPrivébeeld

“Toen ik hoorde dat Rusland Oekraïne was binnengevallen, stond ik op het vliegveld van Kiyv. Ik zou net een weekendje naar Nederland gaan. Eerst hoorde ik dat mijn vlucht was geannuleerd omdat het luchtruim was gesloten. Niet veel later belde Kees, dat het vliegveld in het noorden van Kiyv werd gebombardeerd. Mijn eerste reactie was: ik moet hier weg. Ik rende naar de auto en reed plankgas weer terug naar huis.

Toen ik thuiskwam, waren de kinderen net wakker. Het moment dat ik tegen ze zei: ‘De oorlog is begonnen’, zal ik niet snel vergeten. Ze reageerden gelaten en moesten huilen. Dat moment was heel onwerkelijk. Al hadden we nog geen idee wat ons te wachten stond.

Lopend de grens over naar Roemenië

Mijn man en ik runnen een groot boerenbedrijf in Oekraïne, met akkerbouw en veeteelt, in een klein dorp, Kischentsi, tweehonderd kilometer ten zuiden van Kiyv. Het was al oorlog sinds 2014, we waren daar wel enigszins aan gewend en raakten daarom niet in paniek. We waren achteraf gezien een beetje naïef en dachten dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen.

Ondertussen vlogen de raketten over ons huis om een munitiedepot dertig kilometer verderop te bombarderen. We hadden al afgesproken dat ik met de kinderen naar Nederland zou gaan, als de oorlog echt zou uitbreken. We twijfelden of we diezelfde dag moesten vertrekken vanwege de aanhoudende aanvallen. Toen een bevriend gezin die dag ging rijden, besloten we dat ook te doen. We deden er, om de steden te vermijden, via allerlei binnendoorweggetjes uiteindelijk dertien uur over om aan de grens te komen. Eenmaal daar bleek er een file van tien kilometer te staan. We hebben toen de auto bij vrienden aan de grens neergezet en zijn lopend overgestoken naar Roemenië. We zagen er honderden mannen die afscheid namen van hun vrouw en kinderen, dat was confronterend. In Roemenië werden we opgevangen door een bevriende boer. Een aantal dagen later vlogen we naar Nederland.

Kees bleef achter in Oekraïne

Mijn man en ik hadden al besloten dat ik met de meiden terug naar Nederland zou gaan voordat de oudste naar de middelbare school ging. De scholen in Nederland zijn beter, haar kansen hier groter. Nu kwam dit moment eerder. Ook al hadden we dit niet echt verwacht, had ik me ergens er toch wel op voorbereid. Er stonden al veel spullen - papieren, slaapzakken, dekens - klaar die we zo konden meenemen. Ik had me er al op voorbereid dat Kees in Oekraïne zou blijven, dus het voelde wel natuurlijk en vanzelfsprekend. Natuurlijk maakte ik me ook zorgen: zouden we elkaar, maar ook onze vrienden uit het dorp en onze honden, wel terugzien? Zouden ons huis en ons bedrijf overeind blijven? Pas toen de Russische opmars bij Kiyv en Kherson stokte, en de slag om Kiyv door ons werd gewonnen, dat die angsten wegzakten.

Ik voelde me machteloos toen ik eenmaal in Nederland was aangekomen. Misschien zelfs schuldig. Wij konden vluchten, maar veel mensen zaten nog daar. Voor ons was het makkelijk. Wij hebben familie in Nederland, wij zijn niet alleen. Ik zou al deze kant op komen, een huis was snel geregeld en op school konden de kinderen ook meteen terecht. We werden met open armen ontvangen en kwamen in een warm bad terecht. Dat is een totaal andere situatie dan voor vluchtelingen uit Oekraïne die hier aankomen, de taal niet spreken en niets hebben. Ik heb wel eens contact gehad met Oekraïense vluchtelingen en dat vond ik confronterend. Ik realiseer me heel goed dat het bij ons ook anders had kunnen lopen en dat we enorm geluk hebben gehad. In Oekraïne hebben we ons thuis en ons bedrijf nog en inmiddels hebben we hier ook alles op de rit. Het is gek: op veel plekken in Oekraïne merk je absoluut niet dat het land in oorlog is. Het is slechts op ‘piekmomenten’ dat het luchtalarm afgaat en dan alleen op de plaatsen die als doelwit worden gezien. De dreiging, het verdriet, de wanhoop en de angst merk je wel overal. De oorlog komt steeds dichterbij. Ik ken de verhalen van mensen die nachten in schuilkelders doorbrachten of van wie de zoons aan het front moeten vechten en sommigen daar zelfs om het leven kwamen.

Ongelooflijk trots op alle hulp

Ik ben de dag dat we aankwamen in Roemenië begonnen met helpen, met een aantal andere ondernemers, die ook al meer dan twintig jaar in Oekraïne wonen. We zamelden allerlei hulpgoederen in, we riepen de stichting De Leeuw Kyiv in het leven. Ons netwerk bleek zo goed, en onze lijnen zo kort, dat we al binnen twee weken na de start van de oorlog de eerste trucks met aggregaten en andere hulpgoederen konden laten rijden. We brachten zelfs fietsen en zakken vol paaseitjes, matrassen voor soldaten. Waar op dat moment behoefte aan is, proberen we zo snel mogelijk te regelen. Inmiddels is er voor dik tien miljoen aan goederen die kant op gegaan. Als ik zie hoe behulpzaam de Nederlanders zijn, voel ik me ongelooflijk trots. Nu zijn we druk bezig met vooral voedselpakketten. De eigen teelt in het land raakt op, mensen hebben geen geld om eten te kopen. Dat is het probleem waar we nu voor staan. Het voelt goed om op deze manier iets te kunnen doen. Als je het vergelijkt met de strijd die de soldaten leveren voor onze vrijheid, is het natuurlijk peanuts.

Het leven gaat gewoon door

Wij zijn inmiddels behoorlijk geland in Nederland. Onze dochters hebben het naar hun zin op school, ik ben druk met de stichting en in de vakanties gaan we steeds terug naar Oekraïne. Met Kees gaat het goed, maar we maken ons natuurlijk zorgen om de toekomst van Oekraïne en ons bedrijf. Kees’ leven daar gaat gewoon door, als hij er is kan hij ongehinderd werken. We hebben er bijvoorbeeld ook de zomervakantie doorgebracht. Dat klinkt misschien raar, maar voor ons was het logisch, zo konden vooral de kinderen goed afscheid nemen. Ik vond het niet spannend, maar ik werd emotioneel toen ik ons huis en het dorp weer zag. Ik was vertrokken met het idee het misschien wel nooit meer terug te zien.

Het is moeilijk in te schatten hoe het verder zal gaan. Veertig procent van de Oekraïners is zijn baan kwijt, mensen hebben geen huizen meer, maar nog erger: er sterven mensen zonder reden. Ik hoop dat het heel snel voorbij is. Alles wat er gebeurt, maakt duidelijk hoe nutteloos zo’n oorlog is.”

Op alle verhalen van Libelle rust uiteraard copyright. Linken kan altijd, eventueel met de intro van het stuk erboven. Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@libelle.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden