Maike (62) wist niet dat ze een beroerte had gehad: “Ik dacht dat ik te lang op mijn arm had gelegen”
Maike (62) merkte dat haar arm wat gevoelloos en traag was. Omdat er verder niks aan de hand leek te zijn, had ze niet in de gaten dat ze een herseninfarct had en werd er dagen later pas ingegrepen. “Mijn trage handelen had mij voor de rest van mijn leven invalide kunnen maken. Of erger.”
“Net als ieder ander weet ik heus wel wat de signalen van een beroerte zijn. Een scheve mond, verwarde spraak, dat zijn de tekenen dat er wat mis is. Dat je deze symptomen niet hoeft te hebben en in plaats daarvan andere symptomen kunt hebben die wijzen op een beroerte, dat wist ik niet. Zo kwam het dat ik dagen doorliep met onbegrepen klachten en ik al die tijd kans liep op een zwaarder en wellicht fataal herseninfarct. Achteraf gezien ben ik echt door het oog van de naald gekropen.
Vreemd gevoel in de arm
Op een donderdagochtend werd ik wakker met een raar gevoel in mijn arm. Omdat ik altijd met mijn arm onder mijn hoofd slaap, concludeerde ik dat ik te lang op mijn arm had gelegen en dat de doorbloeding daardoor wat minder was geweest. Gelijk sprong ik achter mijn computer om wat mail te beantwoorden, toen me opviel dat de vingers van mijn linkerhand heel traag reageerden, alsof ze niet wisten hoe ze moesten typen. Vreemd, vond ik. Misschien was er tijdens mijn slaap een zenuw in mijn arm bekneld geraakt? Vervolgens stapte ik onder de douche. Tijdens het wassen van mijn haar merkte ik dat ik echt moeite had om mijn linkerarm op te tillen en mijn haar in te zepen. Het voelde een beetje verlamd aan. Daar schrok ik van. Toen ik me had afgedroogd en aangekleed, besloot ik toch even te Googlen. ‘Beknelde zenuw’, kwam als mogelijke oorzaak naar voren. Zie je wel, dacht ik, en besloot mijn arm een beetje te masseren en wat oefeningen te doen met mijn vingers om de bewegingssnelheid te stimuleren. Om de beurt tikte ik met mijn vingers even de duim van mijn zelfde hand aan, maar nog altijd ging dat traag. Een kwestie van geduld, vermoedde ik.
Meteen door naar het ziekenhuis
Het was coronatijd, niet ideaal om zomaar eventjes naar de huisarts te gaan. Toen ik zondag nog altijd een ietwat verlamd gevoel in mijn arm had, vertelde ik dat aan een vriendin die bij me op bezoek was. ‘Dat is niet goed hoor, ik zou toch maar even de huisarts bellen morgen’, zei ze. Zelf was ik redelijk nuchter en laconiek, volgens mij zat er al vooruitgang in. ‘Heb je de huisarts al gebeld?’, appte de vriendin de volgende dag. Haar kennende zou ze me blijven bestoken met bezorgde berichten totdat ik de huisarts had gebeld, dus ik besloot dat maar te doen. De assistente vroeg naar mijn klachten en zei dat ze onmiddellijk ging overleggen met de huisarts. Even later werd ik door de huisarts zelf gebeld. Ik moest gelijk naar het ziekenhuis. Mijn bezorgde vriendin spoedde zich naar mij toe om mij erheen te brengen. Daar kreeg ik wat neurologische testjes. Ik moest met mijn ogen gesloten met mijn vingers mijn neus aanraken. Ook werd me gevraagd om met mijn handen rondjes om elkaar draaien. Tot mijn schrik en verbazing lukten beide oefeningen me niet. Uit een CT-scan van mijn hersenen bleek dat ik geen hersenbloeding had, wel een bloedprop. Hierdoor krijgt een deel van je hersenen geen bloed meer, waardoor er hersencellen afsterven en je hersenen dus beschadigd raken. Gelijk kreeg ik bloedverdunners toegediend om een volgende herseninfarct te voorkomen en moest ik in het ziekenhuis worden opgenomen voor verder onderzoek. Daar sta je dan, met je nuchtere houding en ‘gaat wel weer over’-mentaliteit. Mijn trage handelen had mij voor de rest van mijn leven invalide kunnen maken, of erger.
Nooit meer de oude
Inmiddels weet ik dat je - naast een scheve mond en verwarde spraak - dus ook alleen een verlamd of verdoofd arm kunt hebben als symptoom van een herseninfarct. Evenwichtsstoornissen, dubbelzien of slecht zicht zijn ook kenmerken van een beroerte. Ik voelde me altijd vitaal en gezond en was er trots op dat ik geen enkele medicatie hoefde te gebruiken. Toch bleek ik met drie grote risicofactoren rond te lopen voor een herseninfarct, namelijk erfelijkheid, slaapapneu en een te hoog cholesterolgehalte. Ik had geen idee dat ik tot een risicogroep behoorde! Voor de rest van mijn leven zal ik medicijnen moeten gebruiken, bloedverdunners en cholesterolverlagers. Helaas is dat geen garantie dat ik nooit meer een herseninfarct zal krijgen, dus ik zal altijd alert moeten blijven. Het voelt kwetsbaar. Ik voel me niet meer helemaal de oude. Ik ben veel sneller moe, te veel prikkels putten mij uit. Zoiets als radio luisteren, wat ik voorheen graag deed, is me nu al te druk en te veel. Het moeilijke is ook dat de buitenwereld niets aan mij ziet. ‘Je ziet er goed uit’, hoor ik dan. Collega’s snappen niet dat ik op vrijdag na werktijd niet blijf hangen voor een borrel en dat ik regelmatig op mijn tandvlees loop omdat ik ontzettend moe ben en het me allemaal teveel is. Toch wil ik niet klagen. Voor hetzelfde geldt was ik hulpbehoevend in een rolstoel terecht gekomen of had ik niet goed meer kunnen praten. Al voel ik me niet meer de oude, ik ben dolgelukkig dat ik nog steeds bijna alles kan doen.”