PREMIUM
Vanessa is privédetective: “Wat vreemdgaan betreft: ik ga niet zomaar aan de slag”
Mensen opsporen, filmen en afluisteren: lang deed Vanessa Middelkoop (39) het bij een geheime eenheid van de politie. Inmiddels is ze al tien jaar privédetective. “De spanning van dit werk is verslavend.”
“Als je maar lang genoeg in dit wereldje werkt, doet dat iets met je mensbeeld. Bedrog, oplichting, misbruik: ik zie het wekelijks voorbijkomen. Mensen zijn, helaas, tot vreselijke dingen in staat en het is voor mij de uitdaging om zo nu en dan mijn detectivebril af te zetten. Om niet altijd vanuit wantrouwen dingen te benaderen of ergens iets achter te zoeken. Ik vind het lastig om te zeggen of deze houding is voortgekomen uit mijn werk of dat ik altijd al zo ben geweest en juist daarom dit werk ben gaan doen. Wat ik wel weet, is dat ik op zoek ben naar balans hierin. Mijn twee dochters zijn nu 13 en 10: ze zitten weleens ’s avonds in het donker op de fiets. Ik ben me altijd bewust van wat er kan gebeuren, welk gevaar er op de loer ligt. Ik zeg dat ze voorzichtig moeten zijn en ik volg ze soms via een gps-app, maar verder moet ik ze loslaten. Het is een gevaarlijke wereld, maar daar probeer ik me niet blind op te staren. Mijn kinderen relativeren ook: ‘Jahaa, mam. We zijn voorzichtig.’ Dan probeer ik me in te houden. Maar ondanks de ellende waarmee ik word geconfronteerd, vind ik dit toch het mooiste vak dat er is. De spanning is leuk en ja, ook een beetje verslavend. Daarnaast draag ik bij aan het iets veiliger en eerlijker maken van deze wereld.”
Geheime eenheid
“Als kind al kon ik boos worden als ik onrecht zag. Zolang ik me kan herinneren, wilde ik bij de politie werken. In mijn ogen dé plek waar je werkelijk iets aan dat onrecht kon doen. Op mijn achttiende ging ik bij de politie. Na mijn opleiding heb ik op zo ongeveer iedere afdeling gewerkt. Ik begon op straat en met het rijden naar meldingen: een snel en spannend werkveld. Daarna heb ik nog een tijd als motoragent gewerkt en vervolgens kwam ik bij de recherche terecht. Ik was 23 toen er een vacature vrijkwam bij een speciaal team van de landelijke eenheid. Een geheime afdeling die door de politie werd ingezet bij de zwaarste en gevaarlijkste vormen van criminaliteit. Ik kwam, samen met 10 anderen, door de superzware selectie en daarna volgde ik een interne opleiding van negen maanden. Wie Kamp Van Koningsbrugge of Special forces vips weleens heeft gezien, heeft een idee van wat we daar deden: psychologische tests, zware lichamelijke trainingen, leren werken onder extreem hoge druk… Uit die tijd herinner ik me nog dat ik ’s avonds vaak niet in slaap kon komen omdat ik nog stijf stond van de adrenaline. Tijdens die training heb ik zo veel geleerd waar ik nu nog steeds van profiteer. Toen de training erop zat, werd ik vooral ingezet voor geheime afluisteroperaties. Als er een topcrimineel, denk de categorie Holleeder of Hells Angels, moest worden afgeluisterd, werden wij gestuurd. Ik moest, in een restaurant bijvoorbeeld, in de buurt zien te komen en met een zender het gesprek proberen op te vangen.”
In de luwte
“In mijn periode bij deze geheime eenheid mocht niemand weten wat ik deed. Mijn man is inspecteur bij de politie en iedereen is en was altijd enorm geïntrigeerd door zijn werk. Wat ik deed was minstens zo spannend, maar daar kon ik niet over praten. Ook al zat mijn man bij de politie, ik kon niets vertellen over de operaties of personen waarmee ik bezig was. Dat is denk ik maar goed ook, anders had hij zich te veel zorgen gemaakt. Op het werk kon ik het met een paar mensen heel goed vinden en tijdens de opleiding ontstond een vriendschap met een andere vrouw. Bloed, zweet en tranen hebben wij gedeeld en dat schept een band. Maar het is en blijft een machocultuur en ik kan me niet herinneren dat er over gevoelens gesproken werd.
Ik weet niet anders dan dat ik veel dingen niet mag vertellen. Dat is dus voor mij ook geen enkel probleem, dat zit er zo ingebakken. Ik vind het niet erg om niet op de voorgrond te treden wat mijn werk betreft. Het is prettig om een beetje in de luwte te blijven. Ik ben gewend dat ik altijd onderschat word. Het is een mannenwereld waarbinnen vrouwen toch harder moeten werken om iets te bereiken. Vaak was ik nog jong in bepaalde functies en dat maakte ook dat het lastiger was om serieus te worden genomen.
Laatst nog was ik voor een klus op pad met een freelancetechnicus die een heimelijke camera moest plaatsen bij een opdrachtgever. We zaten te kletsen en hij vertelde stoer dat hij iemand kende die bij ‘een geheime eenheid’ had gezeten. Ik genoot van zijn verbaasde blik toen ik hem vertelde dat ik daar ook ben opgeleid. Ik vind het feit dat ik vaak onderschat word ook een voordeel. Doordat ik een vrouw ben, verwachten mensen niet dat ik een bijna militaire opleiding heb gehad. Maar ik heb stalen zenuwen, ben nooit bang en gewend om af te zien.
Mijn sterke kant, en tegelijkertijd ook mijn zwakte, is dat ik nooit opgeef. Als vrouw in die mannenwereld heb ik altijd het gevoel gehad dat ik mezelf moest bewijzen. Daardoor ging ik altijd een tandje harder. In mijn werk heb ik daar zeker profijt van. Maar het heeft mij ook in gevaarlijke situaties gebracht: zo ben ik twee keer onderkoeld geraakt tijdens observatieklussen. Dat is toch wel een teken dat je over je eigen grenzen gaat.”
Vanessa is privédetective
“Mijn carrière bij de speciale eenheid kwam tot een einde toen ik zwanger raakte. Dan heb je daar gewoon niks meer te zoeken. Voor mij was dat prima, want het werken onder zo veel spanning viel voor mij niet te rijmen met een gezin.
Ik ben vervolgens aan de slag gegaan als gemeentelijk rechercheur: iemand die zich bezighoudt met bijvoorbeeld het opsporen van uitkerings- of huurfraude. Een leuke baan, maar ik miste de spanning. Dat was het moment dat ik besloot om voor mezelf te beginnen als privédetective en bedrijfsrechercheur. Je kunt aankloppen bij een privédetective met zaken waarbij de politie je – nog – niet kan helpen. Strafrechtelijke zaken zijn voor de politie. Maar het feit is ook dat de politie lang niet altijd de capaciteit heeft om iets tot op de bodem uit te zoeken. Ik kan dat wel doen, of ik doe juist het voorwerk, het vinden van bewijzen, zodat de politie het later kan overnemen.
Toen ik net was begonnen, kreeg ik vooral particuliere of huiselijke zaken aangeboden. Alimentatiezaken, loverboys, vermiste personen of overspel. Bij elke zaak die wij als kantoor voorgelegd krijgen, maken we een afweging wat we ermee kunnen, binnen de wettelijk toegestane regels waaraan wij ons als particulier onderzoeker moeten houden. Een paar dingen die wij wel en niet mogen: we mogen niet iemand staande houden of fouilleren. We mogen wel iemand observeren en fotograferen in de openbare ruimte. Maar weer niet in iemands woning. We mogen niet zomaar een zender op iemands auto plakken, maar het mag weer wel als er gegronde redenen zijn om iemand te verdenken van een misdrijf. Binnen die wetgeving bewegen wij.
Daarnaast heb je natuurlijk ook ethische afwegingen. Stel: ik word benaderd om iemand op te sporen. Dan is het voor mij belangrijk om te weten of diegene wel gevonden wíl worden. Ik geef nooit ongevraagd iemands woon- of verblijfsplaats door. Ik maak van tevoren duidelijk dat ik iemand kan opsporen, maar dat ik diegene wél vertel dat jij hem of haar zoekt. Als die persoon het oké vindt dat je contact opneemt, geef ik het adres door en anders niet.
Veel mensen haken dan af: dan is het wel duidelijk dat de ‘vermiste’ hoogstwaarschijnlijk niet gevonden wil worden. Wat vreemdgaan betreft: ook dan ga ik niet zomaar aan de slag. Iemand moet een aantoonbaar vermoeden hebben en zelf de partner al hebben geconfronteerd. Als er dan nog wordt ontkend, kunnen wij bewijs verzamelen.
Het is in zo’n geval niet aan ons om een oordeel te geven. We maken een rapportage, leveren eventueel bewijs. In zo’n rapportage staan al onze onderzoeksbevindingen. Soms maken we daarbij ook een video van alle beelden die door ons gemaakt zijn. We beschrijven de aanleiding, doelstelling, onze bevindingen en tot slot de conclusie van de zaak. Soms blijkt iemands vermoeden totaal ongegrond te zijn. Dat is dan ook een antwoord waarmee iemand verder kan. Onze mailbox zit vol met mensen die vragen of we in telefoons kunnen kijken. Daar lenen wij ons niet voor. Bovendien mag het ook gewoon niet. Boven alles zijn wij een goed bedrijf met de intentie om misdaad en onrecht te bestrijden.”
Fout figuur
“We werken hier op kantoor met drie vrouwen en een stagiaire. En daarnaast met een heleboel freelancers die we gericht kunnen inzetten. Zelf pik ik nu vaak de krenten uit de pap. Onlangs moest er bijvoorbeeld een gps-tracker onder een auto worden geplakt van een ‘fout figuur’ in een vrij louche buurt, dan vind ik het leuk om mee te gaan. Maar ik zet dan wel iemand anders in om vervolgens de hele nacht die jongen te volgen. Die luxe heb ik nu. Het werk is over het algemeen ook minder spannend dan gedacht. We zitten ook gewoon veel op kantoor, achter de computer rapportages te schrijven. We liggen niet iedere dag in de bosjes met een camera. En gelukkig maar.
Inmiddels hebben we onze focus wat verlegd naar bedrijfsrecherche. Zo houden we ons regelmatig bezig met bedrijfsfraude: een ondernemer ziet geld uit zijn bedrijf verdwijnen, maar weet niet hoe dat kan of wie het doet. Of met het in kaart brengen en bewijzen van grensoverschrijdend gedrag. Iets waar wij, als bedrijf dat gerund wordt door vrouwen, bij uitstek goed in zijn. Als vrouw is het toch makkelijker om het vertrouwen van andere vrouwen te krijgen. We worden ook vaak ingeschakeld uit liefde. Bijvoorbeeld door een familielid dat zich zorgen maakt om iemand.
Een mooie recente case was de zaak van ome Piet. Wij werden benaderd door de familie van deze tachtigjarige man omdat ze bezorgd waren over hun oom, die zich steeds meer leek af te zonderen van de familie, en over het verdwijnen van grote sommen geld. Hun gesprekken met hem liepen op niets uit en ze schakelden ons in. Wij zijn toen aan de slag gegaan en ontdekten dat ome Piet ineens een ‘nieuwe vriend’ had, met wie hij veel optrok. We kwamen erachter dat deze man een crimineel verleden had en bezig was ome Piet geld afhandig te maken. Zodanig, dat zelfs zijn testament al was aangepast. Wij hebben bewijzen verzameld en overgedragen aan de politie, die vervolgens deze man heeft opgepakt. Ome Piet bleek al die tijd hartstikke bang geweest te zijn. Dat zijn mooie zaken waaruit ik een groot gevoel van voldoening haal.”
Open blik
“Ik hoor geregeld dat mensen een drempel over moeten om ons te bellen. Dat snap ik: het is niet niks om je geheimen of problemen met onbekenden te delen. Ik zit inmiddels al twintig jaar in de opsporing en een groot deel van die tijd word ik geconfronteerd met de geheimen van mensen. Het is mijn dagelijks werk en ik heb alles al een keer voorbij zien komen. Geheimen zijn veilig bij ons. Zelf ben ik redelijk gereserveerd als het om mijn gevoelens en emoties gaat: ik houd mijn eigen kaarten vaak op de borst. Misschien dat dit vak dat met je doet. Maar daar probeer ik aan te werken: ik moet soms juist dingen delen.
Wat ik na al die jaren in dit vak heb geleerd, is dat mijn gevoel bijna altijd klopt. Bij elke zaak, of ieder persoon, probeer ik met open blik te kijken, me niet te laten leiden door vooroordelen. Natuurlijk heb je ook altijd een intuïtief gevoel. Dat schuif ik aan de kant op het moment dat we ons onderzoek starten. Achteraf blijkt bijna altijd dat mijn gevoel juist was. Misschien is dat wel het belangrijkste wat ik heb geleerd van dit werk en wat ik aan mijn kinderen wil meegeven: durf op je gevoel te vertrouwen. Ik denk dat ik, onbewust, heel goed in staat ben om goed en fout van elkaar te onderscheiden.”