Interview Marcel Musters
Marcel Musters woont vierhoog in een herenhuis in het centrum van Amsterdam. Hij ligt achterover in een stoel en laat zich gewillig fotograferen. “Pak je zelf iets te drinken uit de koelkast?” De toon is gezet, hij is gemakkelijk in de omgang. Niet alleen zijn we van harte welkom bij hem thuis voor de fotoshoot en het interview, hij wil zelfs – hij heeft hoogtevrees – het dak wel op voor een foto, omdat de fotograaf dat zo graag wil. Poseren in de straat? Ook goed.
Er zijn weinig mensen over wie ik zo veel kon lezen als over over jou. Tientallen interviews vond ik. “Meen je dat?” En je praat over alles. “Ik zeg ook een heleboel niet hoor, ik ben wat je noemt een open gesloten boek. Ik vind het leven soms zwaar. De wereld zit oneerlijk in elkaar, dat oneerlijke zit nou eenmaal in de aard van mensen, wij zijn ook beesten, vooral bezig met overleven. Ik kan zwaarmoedig zijn, vooral omdat ik me voortdurend realiseer dat het leven lang zo maakbaar niet is als we denken. De dood, ziektes, liefdesperikelen, soms is het niet meer dan reageren op de dingen die gebeuren. Ik vind dat het leven leuk wordt doordat we met elkaar kunnen communiceren, door elkaar dingen te vertellen en te delen in elkaars leven. Dat verzacht en troost. Daarom – én omdat ik ze zelf graag lees – laat ik me zien in interviews. Gesloten ben ik ook, zelfs naar mijn vrienden toe. Als er iets met me is, als ik een probleem heb of verdriet, dan zul je dat lang niet te weten komen. Ik moet eerst zelf grip krijgen op wat er mis is, voordat ik erover kan praten.” Vind je het niet vervelend dat iedereen die dat wil veel over jouw leven kan vinden?
“Ik heb het me niet zo gerealiseerd, maar ik heb er ook nog nooit een probleem mee gehad. Ik ben geen soapacteur of zo, niet een overbekende Nederlander.”
Net op straat zag ik verschillende mensen zich omdraaien. “Ik moet je eerlijk zeggen dat ik me daarvoor afsluit. Ook weer mijn gesloten kant. Ik loop niet op straat om te kijken wie mij allemaal herkent. Laat me maar een beetje. Laatst ging ik ’s ochtends zwemmen. Ik had mijn zwembroek al aan en was op weg naar het water toen er een schoolklas van wel 25 kinderen om me heen kwam staan. Zij herkenden me van de VPRO-serie Ik ben Willem. En als vader van Dik Trom. “Kijk”, riepen ze, “daar heb je de vader van Willem!” Ik stond daar met dat dikke lijf en wilde niets liever dan in het water verdwijnen, maar op zo’n moment ga ik dan toch maar even leuk doen, een beetje spontaan. Daar moet ik me toe zetten. Ik kan ook vreselijk opzien tegen feestjes. Maar als ik me dan oplaad en ga, dan heb ik vaak een fantastische avond.”
Lees meer van het interview met Marcel Musters in Libelle 37.