Interview met Eddy Zoëy
Als je jouw roots moet beschrijven, wat zie je, hoor je en ruik je dan? “Twente. De geur van heide. Het beeld: landelijk, schapen, zandweggetjes, fietsen, lente. Heerlijk man. Ik was een rustige jongen, veel in de natuur. Het omslagpunt kwam toen ik twaalf was, tweede klas vwo. Ik kreeg de ziekte van Pfeiffer, moest een jaar overdoen. Toen werd het allemaal veel te makkelijk voor mij, was ik niet meer bij de les. Ik ontdekte dat er zoiets als uiterlijk bestond, ging ineens wél naar de kapper, toen werd het de out going Eddy.”
Je ging al vroeg het huis uit? “Ik wilde de wereld ontdekken. Wel eens zelf koken. Nooit meer de witlof die mijn moeder zo lekker vond. Het was ook de streek waar ik vandaan kwam. Ik dacht altijd al: hier blijf ik niet. Dat conservatisme. Als je anders was, keken ze naar je met zo’n blik van: dit is niet gangbaar. Het is generaliserend wat ik zeg, dat weet ik, maar crossen, zuipen, laveloos op een vrouw kruipen? Ik had daar niks mee.”
Je was dus helemaal niet zo’n wilde? “Ik heb meerdere kanten. Uiterlijk lijk ik op mijn vader, dat drukke en expressieve heb ik van mijn moeder. Mijn vader is een echte Twent. Rustig, ingetogen, die zal nooit iemand uit zichzelf zoenen of omhelzen. Vergis je niet, die rustige kant heb ik ook, hoor. Thuis ben ik rustiger dan mijn vrouw. Ik kon als jongetje urenlang op zolder zitten. Gitaarspelen, tekenen. Hele mappen vol. Ik had een elektrische gitaar bij elkaar gespaard. Leerde ik mezelf liedjes spelen. Een kabaal. Tot ergernis van mijn keihard studerende broertje.”
Toeren met de band
Popmuzikant worden, daar ging hij voor. “Het was mijn droom. Als er vroeger een sportauto voorbij reed, zei mijn moeder: ‘Die had ik jou wel toebedacht.’ Maar dan zag ik een busje voorbij rijden en dacht ik: liever zoiets. Lekker met de band toeren.”
Hij was amper achttien toen hij met een demo op zak naar Hilversum trok.
Maar waar bleef je passie, de muziek? “In een bandje spelen vond ik práchtig, maar het soloartiest zijn of de rol van ‘muziekman achter de schermen’ gaf me niet het rauwe plezier van toeren met een band. En televisie maken was grappig genoeg precies zoals ik me het leven met een band had voorgesteld. Dat toeren. Een busje inspringen. Hoe laat vertrekken we, oké, hup, rijden maar.”
Vrouwen
Wat de vrouwen betreft, het onrustige bleef lang in hem. “Ik was na tien maanden meestal wel weer uitgekeken. Mijn hemel, een heel leven met één vrouw! En dan je héle leven lang seks moeten hebben met die ene.”
Maar ja, toen kwam Marieke in zijn leven. “Ja man. Vijftien jaar geleden alweer. Twee kinderen. Ik vind het wel een ding.”
Wat heeft zij? “Zij is ook een gekke creatief. Lekker onberekenbaar, daar houd ik van. Je hebt mensen met een indrukwekkend IQ en mensen met een prachtig EQ, dat laatste heeft zij. Ze is zo dyslectisch als een deur, maar ondertussen heeft ze alles door. Ze doorziet mensen, voelt ze aan. En ze heeft een waanzinnige antenne voor wat haar gelukkig en ongelukkig maakt. Ze laat zich nooit meeslepen, blijft bij zichzelf. Ze kreeg eens een geweldig commercieel aanbod en na een tijdje zei ze doodleuk: ‘Ga ik niet doen.’ Ik: ‘Waarom niet?’ Zij: ‘Ik wil gewoon mooi schilderen.’”
Zeg, als je nou op 25 maart 2067 je honderdjarige leven overziet, wat wil je dan langs zien komen? “Als je tien bent, wil je twaalf zijn en dat gaat zo door tot je achttiende, dan wil je eenentwintig zijn. Ergens stopt dat. Ik ben nu 44 en heb sterk het gevoel: dit zijn de jaren. Ik ben niet bang voor de dood, maar wel voor de afbraak. Het verval. Het gebrek aan energie. Wie weet is het over tien jaar nóg mooier, zit ik dan in een film. En als ik honderd ben en op dat bankje zit, met een mooie sigaar, een goede port en een fijn muziekje, ach, ook niet slecht. Alleen… Ik was pas eind twintig, begin dertig toen ik het een beetje kon rooien. Daarom weet ik: het kan ook ineens weer stoppen.
Dus pak ik het maar nu.”
Lees het hele interview in Libelle 18
Benieuwd naar meer interviews met bekende Nederlanders? Lees het interview met Marc van der Linden of het interview met schrijver Kadar Abdolah.