Interview met Frits Sissing
Waarom heb je niet van jongs af aan een carrière bij de tv nagejaagd? “Ik denk dat ik toen nog niet sterk genoeg in mijn schoenen stond om daarvoor uit te komen. Ik dacht: mensen gaan vast heel hard lachen als ik zeg dat ik televisie-
presentator wil worden. Onzekerheid. Ik kom ook niet uit een familie waar iemand ook maar in de verste verte zo’n soort baan had.”
Herinner je je de eerste keer dat je het gevoel had dat je werkelijk aan het doen was wat je wilde? “In mijn laatste jaren bij Red Band was ik terechtgekomen bij Star, het amateur-musicalgezelschap van Frank Sanders. We kregen veel les van hem, dat was een ontdekking. Bewegingsles, hoe ik op het toneel moest rondlopen, hoe ik met energie moest omgaan. Ik leerde mijn lichaam gebruiken. Het was een feest. En na afloop aan het barretje tot diep in de nacht doorpraten. Over musicals, maar ook over het leven: wie ben je, wat wil je met je leven?”
In de tijd dat je voor het eerst showprogramma’s ging presenteren, was je werkelijk een groot mikpunt van spot. Je was te saai, je was zo keurig, je las alles voor van de autocue… Was je daardoor niet uit het lood geslagen? “In het begin schrik je daarvan, op een gegeven moment denk je: klaar, laat ze maar gillen. Dan gillen ze tenminste over je. Ik ga er rationeel mee om: ik kan geen zestien miljoen mensen tevreden stellen. Als er wekelijks twee miljoen naar mijn programma kijken, ben ik dik tevreden. Sterker, ik vind dat heel bijzonder. Het is een kwestie van smaak, ik kan daar niets aan doen.”
Wonderbaarlijk hoe rustig je hieronder blijft. “Ja, dat vindt mijn vrouw ook. Zij windt zich er natuurlijk wél over op als mensen dat soort dingen over mij zeggen. Ik ben er heel gelijkmatig in.”
Ik begin zo langzamerhand te geloven dat je werkelijk niet veranderd bent sinds je dropverkoper was. “Nee, ik denk inderdaad niet dat ik veranderd ben. Ik ben niet gek te krijgen. Al vind ik het heel bijzonder wat ik doe, omdat ik de droom leef die ik ooit had. En heus, ik vind het ook heerlijk om complimentjes te krijgen. Daar geniet ik van, de venijnige opmerkingen leg ik naast me neer. Mijn vrouw was allang uit dit wereldje gestapt, maar ik kan er wel tegen.”
Het lijkt soms wel alsof die carrière je misgund wordt omdat je aardig en redelijk normaal bent. Dat is toch wonderlijk? “Men vindt dat je vilein moet zijn, hard en gemeen… Maar ondertussen sta ík daar. En gaat het prima.”
Wat voor type is jouw vrouw? “Ik heb een heel lieve, leuke vrouw. Ze is gezellig, zorgzaam, betrokken, mooi.”
Is zij belangrijk geweest in het volbrengen van je droom? “Ik werd verliefd op haar toen ze een hoofdrol had in een musical in onze studententijd. Zij zag toen niets in mij. Tien jaar later zag ze mij spelen bij Star en besefte ze: toch wel een leuke vent. Hij doet wat hij wil, tegen alle conventies in staat hij daar toch maar. Dus zij heeft ook altijd tegen mij gezegd: ‘Doe het, volg je passie. We redden het wel.’”
Eigenlijk zou je, voor je carrière, een slechtere en vileine kant in jezelf moeten gaan ontwikkelen. “Dan zou ik mezelf verloochenen. Ik ben daar voor de kandidaten. Díe moeten stralen. Willem Nijholt moet stralen. Ik niet. Ik ben geen Carlo, ik ben geen Paul. Die mensen zíjn zo. Ze voeren geen act op voor televisie, het gaat de hele dag zo door bij ze. Nou, bij mij is dat niet zo. Dus waarom zou ik op tv dan ineens zo raar doen?”
In het palet van de Nederlandse televisiesterren, vol valse nichten en hysterische tantes, ben jij de lieve huisvader. “Zo ben ik nou eenmaal. Echt, op tv kun je maar het beste jezelf zijn. Ik ben zoals ik ben, take it or leave it.”
Het hele interview met Frits Sissing lees je in Libelle 13
Benieuwd naar meer interviews met Bekende Nederlanders? Lees het interview met schrijver Kadar Abdolah of lees het interview met schrijver Kluun over zijn nieuwe boek ‘Haantjes’.